maandblad voor Heeswijk en Dinther Nummer 5 Jaargang 03 Mei 2006 Pret op Cunera met miMakkes-clown
3 Colofon D’n HaDeejer, maandblad voor inwoners van Heeswijk en Dinther Redactie: Annemieke van der Aa Jacques van der Meijden Harry Mikkers Ad van Schijndel Medewerkers aan dit nummer: Camiel Bissels Robert Deckers Kelly Dortmans Maartje van Eerd Henk Habraken Anita Jacobs Marko Konings Toon Konings Hans Lakwijk Tonny van Liempt Riet Mariën Cathelijn van der Meijden Jeroen de Mol René van der Pas Bart van Schijndel Jan Schuurmans Wim Smits Michel van de Wetering Vormgeving: Lobke van Aar Antje van Deursen Corina van Drunen Carlijn van der Steijn Monique van de Ven Fotografie: Astrid van den Broek René Kuijs Tamara Sigmans Trudy van de Wetering Piet van Zutphen Kopij/informatie: E-mail: redactie@hadeejer.nl Advertenties: E-mail: advertentie@hadeejer.nl Bel Harry Mikkers: 06-53222239 Vragen over bezorging: Bel Toon Konings 06-53584742 Jaarabonnement niet-inwoners: E 36,00 incl. verzendkosten Druk: Drukkerij Berne, Heeswijk Oplage: 3150 stuks D’n HaDeejer is een uitgave van Stichting Dorpsnieuws. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Oranje Oranje macaroni, oranje negerzoenen, oranje winkeletalages, oranje sinaasappelen, oranje kleding in de rekken en talloze vooral zinloze programma’s over voetbal en aanverwante zaken op televisie. Er staat een wereldkampioenschap voetbal voor de deur en blijkbaar hebben wij met z’n allen eens besloten dat we daar een nationaal volksfeest van maken met heel veel oranjegekte. Iedereen houdt opeens van voetbal. Iedereen weet opeens alles van voetbal en er wordt nergens anders meer over gesproken, zo lijkt. Natuurlijk kun je als HaDeejer niet achterblijven om aandacht te besteden aan hét evenement van het jaar, voor velen althans. Ook voor de redactie blijkbaar want we stuurden verslaggever Toon Konings voor de Dorpspraat niet op pad met de vraag óf mensen warm lopen voor het WK maar hóe. Het zit ‘m in dat ene woordje: de vanzelfsprekendheid waarmee wij aannamen dat iedereen de komende maand helemaal in de ban is van het WK. Niet dus. Toon kwam terug van z’n opdracht en meldde dat er toch wel weinig mensen waren die al warm liepen voor het WK. Die paar die het wel deden waren de echte liefhebbers en het enige dat die te vertellen hadden was dat ze voetbal gingen kijken tijdens het WK voetbal…De meeste geïnterviewden hadden er niet zo veel mee. En dan word je maar weer eens met de neus op de feiten gedrukt. Er zijn ook heel veel mensen die niet van voetbal houden en die niet meedoen aan de oranjegekte. Met die mensen mag je de komende maand gewoon over andere zaken praten, daar hoef je geen oranje geglazuurde koeken te eten en die kunnen gewoon gebeld worden, op ieder willekeurig tijdstip. De commercie en de media willen ons doen geloven dat het héle land op z’n kop staat. Het is gewoon niet waar. Grappig in deze is het antwoord dat Mart Smeets eens gaf op de vraag wat hij ervan vond dat er 2 miljoen mensen naar een programma dat hij presenteerde hadden gekeken. De anchorman van de NOS antwoordde droog: ‘Ach, dat betekent dat er zo’n 13 miljoen niet hebben gekeken, dat zijn er heel wat meer’. Hoe dan ook wensen wij iedereen op zijn eigen manier een goed WK toe: de liefhebbers mooie wedstrijden, de oranjefanaten en zakenmensen grote successen voor het Nederlands elftal en al die anderen: ga eens fietsen of wandelen, d’r is geen kip op straat (tenminste, als je nou niet állemaal deze tip opvolgt!). En voor nu: veel leesplezier. De redactie Voorwoord 5
Slenteren, kijken en bekijken op de braderie Evenement ook dit jaar weer tijdens de kermis in HaDee De lente is in volle gang, de maand juni dient zich aan en daarmee ook de jaarlijkse kermis, die dit jaar wordt gehouden van 10 tot en met 13 juni. En als we kermis zeggen, dan zeggen we tegelijkertijd braderie. Deze is op zondag 11 juni van 11.00 tot 17.00 uur. Al heel veel jaren is kermis en braderie een goede combinatie gebleken. Er is voor ieder wat wils, voor jong en oud. Ondernemersbelang Heeswijk-Dinther en met name de braderiecommissie heeft de organisatie weer op zich genomen. Kosten nog moeite hebben ze bespaard om deze braderie weer tot een bruisend evenement te maken. In december 2005 is de braderiecommissie alweer gestart met de werkzaamheden voor de braderie 2006. Eerst de evaluatie van de laatste braderie en de nodige aandachtspunten worden dan meegenomen naar de komende braderie. Veel werk moet verzet worden bij zo’n evenement en dat wordt voornamelijk door vrijwilligers gedaan. Dankbaar wordt gebruik gemaakt van de hulp van verenigingen uit eigen dorp, die hand en spandiensten verrichten. Bijvoorbeeld waar nodig voorzieningen treffen voor het verkeer op die dag. Ná afloop van de braderie de straten weer schoonvegen en andere voorkomende werkzaamheden. Fruittella Op de braderie vindt u een grote verscheidenheid aan kramen. Meerdere ondernemers uit Heeswijk-Dinther zullen zich presenteren. Het aantal aanmeldingen voor de braderie van dit jaar is aanzienlijk groter dan vorig jaar. Ook maken plaatselijke verenigingen gebruik van de gelegenheid om zich te presenteren op de braderie. Er zullen kramen zijn met spetterende aanbiedingen, nieuwigheden en rariteiten Lekker slenteren over de braderie waar voor ieder wat wils is. Voor de kinderen komen er dit jaar twee héél bijzondere attracties. Fruittella zal er zijn met een speeltruck. En wat te denken van die grote Space-Slide? Liefst 8 meter hoog en 11 meter lang! Volgens de organisatie gaan de kinderen van de genoemde attracties volop genieten. Ook de horeca is weer aanwezig, her en der zijn diverse terrassen te vinden en voor de lekkere trek is verspreid over de markt een aanbod van diverse hapjes. Bij dit alles hoort vrolijke muziek en die is er dan ook volop aanwezig. Blaaskapellen, orkesten en koren zullen hun vrolijke noten laten horen. De kermis De kermis begint zaterdagmiddag. Dan zullen de bekende sirenes, toeters, bellen en muziek, die horen bij de kermisattracties, weer klinken vanaf het marktplein. Plezier voor de kleintjes in de draaimolen op die prachtige paarden of in die mooie auto’s. De suikerspinnen, die aanlokkelijke snoepkraam met zóveel lekkers: het hoort er weer allemaal bij. Voor de oudere jeugd en volwassenen, lekker door elkaar geschud worden in de botsauto’s, of klim eens in een van die sneldraaiende attracties. Onder het genot van de echte kermisgeuren: oliebollenlucht en de geur van traditioneel gerookte paling uit de viskraam. TvL ‘ Oliebollenlucht en de geur van traditioneel gerookte paling uit de viskraam
7 Import over HaDee Jeroen is geboren te Den Haag en opgegroeid in Ede, en later Epe (Gelderland). Hij heeft een opleiding gehad tot manager groothuishouding en werkt nu al zeventien jaar bij Masterfood (Mars) in Veghel. Daar beheert hij het auto-lease-park Masterfood- Europa. Hij reist voor zijn werk dan ook kriskras door Europa. Jeroen is ook mede-initiatiefnemer van het actiecomité “Ontsluitingsweg Brouwerstraat NEE”, een actiecomité dat gekant is tegen de nieuwe weg van industrieterrein Retsel via de Brouwerstraat naar Kanaaldijk-Noord. Alina is geboren en getogen te Epe en heeft een horecaopleiding gevolgd. Als 15-jarige begonnen als afwashulpje, en uiteindelijk tien jaar als directie-assistent gewerkt in een hotel te Epe. Nu heeft ze een hand-en-nagelverzorgingsstudio aan huis, Beautify. De gezamenlijke hobby van de familie is kamperen. Op de bonnefooi trekken ze in hun vakantietijd door (vooral zuidelijk) Europa met hun, in zeer goede staat zijnde, oldtimer caravan. Hoe zijn jullie in HaDee terechtgekomen? Jeroen: “Ik werkte al een tijd bij Mars, en het was toch elke keer zo’n 200 km op en neer van Epe naar Veghel. Dus gingen we een huis zoeken in, of in de buurt van, Veghel. Het werd Heeswijk-Dinther, maar voor hetzelfde geld waren we ergens anders neergestreken.” Alina: “Het huis staat nu waar eerst de koeien van Henk en Maria van Doorn stonden. In november’99 begonnen we met bouwen, vijf maanden later was het huis klaar. Jeroen: “En die twee uur reistijd, die kan ik nu mooi aan de kinderen besteden. Quality-time zullen we maar zeggen.” Integratie staat tegenwoordig hoog op de agenda. Zijn jullie al ingeburgerd? Alina: ,,Jazeker zijn wij ingeburgerd. Maar dat gaat niet vanzelf. We hebben goede contacten met de buurt, en de deur staat altijd open. (bij deze bevestigd, en nog lekker gegeten ook, waarvan akte, RvdP) Jeroen: ,,Als import begin je uiteraard wel met een achterstand. Je mist de historie van het dorpsleven, b.v. die ging met die naar school, er zijn geen oud-klasgenoten, ga zo maar door. Dat gemis heeft import dan weer met elkaar gemeen, waardoor import vaak naar elkaar toe trekt. Maar ik geloof ook wel dat wij redelijk goed ingeburgerd zijn.” Wat missen jullie in HaDee? Alina en Jeroen in koor: ,,Echte bossen met heide!! Waar je uren in door kunt brengen. In het Gelders landschap of de Kroondomeinen op de Veluwe, daar heb je bossen! En een kinderboerderij zou wel leuk zijn.” De toekomst in HaDee? Jeroen: ,,Je weet het maar nooit. Zo lang we nu in dit huis wonen, zo lang hebben we nog nooit op dezelfde plek gewoond. Alina: ,,Men zegt wel eens: ,,Asbak vol? Nieuwe auto!”,,Behangen? Nieuw huis!” Maar voorlopig hebben wij het nog uitstekend naar ons zin in de Brouwerstraat.” RvdP In deze rubriek geven ‘immigranten’ maandelijks hun visie over het wonen in HaDee. Deze keer gingen we op bezoek bij de Jeroen (38 jaar) en Alina (39) van Marsbergen. Met hun kinderen Elisa (12), Thom (7) en Danya (5) wonen ze in de Brouwerstraat in Dinther. # Seks Ik ben geboren vlak na de tweede wereldoorlog, maar lang vóór de seksuele revolutie. Opgegroeid in de jaren vijftig, toen ‘geluk nog heel gewoon was’, had ik zelfs van het woord ‘seks’ nog nooit gehoord. ‘Voorlichting’ kregen wij op een bijzondere manier van onze ouders. Baby’tjes kwamen niet van de ooievaar, maar werden gekocht bij dokter Lebeau. Ik was een jaar of vijf toen ik ’s middags, onder het eten, nieuwsgierig aan ons moeder vroeg wat er eigenlijk achter haar trui zat. “Daar bewaart ze jullie sokken,” antwoordde onze pa quasi nonchalant voor haar. Toen ik de haan op een kip zag zitten, vroeg ik onze pa: ”Wat doet ie nou?” “Hij wil gewoon een eindje met de kip meerijden,” antwoordde hij. Op de jongensschool leerden wij van juffrouw Joosten ommet de handen boven de dekens te slapen. Waarom wist niemand. Op de speelplaats leerde ik van grotere jongens om van een zakdoek een beha te vouwen,wat heel leuk scheen te zijn.Toen ik dat ’s middags, onder het eten, trots ons moeder liet zien, kreeg ik een flinke draai ommijn oren. “Viezerik,” zei zij mij. Later vernam ik dat seks ‘vies doen’ is, niet beseffend dat ik dus het resultaat ben van het ‘vies doen’ van mijn ouders. Veel later leerde ik dat seks het gevolg moet zijn van liefde. Tegenwoordig is seks bijna verworden tot een consumptie artikel.Tja…‘het kan verkeren’, zei Bredero ooit al. Tenslotte wil ik, op verzoek van André, iets positiefs schrijven over Heeswijk. Heeswijk is mooi, heel mooi, ontzettend mooi, maar het is geen seks. Henk Habraken 7 Danya, Alina, Elisa, Jeroen en Thom (vlnr).
“Als miMakkus clown ben je een ander mens” Carla Brouwers zorgt als clown Kaat voor vrolijkheid bij dementerende bewoners Cunera Aandacht geven en contact krijgen bij diepdemente mensen, dat is het doel van een miMakkus-clown. Carla Brouwers is sinds april 2006 een gecertificeerd miMakkus clown. Ze werkt al veertien jaar in Cunera als ziekenverzorger en sinds kort één keer per week als clown Kaat.. De stichting miMakkus bestaat sinds 2002. De naam is afgeleid van het Latijn en betekent ‘mijn clown’. Daarvoor heette de stichting ‘Mijn Vriend de Clown’. Deze stichting werd in 1999 opgericht door Arno Huibers, die ook aan de basis stond van de Cliniclowns in Nederland en Roemenië.Hij merkte dat er weinig vrolijkheid en blijheid in verpleeghuizen was en wilde contact maken met ernstig dementerende mensen en een ingang zoeken naar hun gevoel en emoties. Ook wilde hij deze mensen de aandacht geven die ze zo hard nodig hebben en waar het de dagelijkse verzorging wegens tijdgebrek aan ontbeert. Een miMakkus-clown heeft meer tijd voor de bewoners en kan hen één op één aandacht geven. Jezelf leegmaken ‘Het is wel erg verschillend,’ vertelt Carla Brouwers. ‘Soms werk je met één bewoner maar soms kun je een aantal bewoners ook tegelijk aanspreken. Ik werk in de huiskamer van de mensen, waar ze met z’n achten zitten, en dan kijk ik wel wat er gebeurt. Dat is het belangrijkste van clown zijn: dat je open staat voor alles wat de bewoners aandragen.’ Het optreden van de clown is dan ook niet vooraf ingestudeerd. ‘Nee,’ zegt Carla, ‘ik laat alles over aan de bewoners. Ik heb wel een koffer met spullen, maar als een bewoner toevallig een ballon vasthoudt, dan gebruik ik die ballon. Of als ze koffie aan het drinken zijn, dan gebruik ik een kopje. Het is als clown belangrijk dat je bijvoorbeeld een kopje niet alleen ziet als een kopje, maar ook als een hoed of een bloempot. Je moet jezelf helemaal leegmaken en de wereld samen met de bewoners opnieuw ontdekken.’ Enthousiast Per toeval kwam Carla in aanraking met stichting miMakkus ‘Ik wilde iets anders met de bewoners doen en ik had al een cursus snoezelen gehad. Toen had ik een stukje van over miMakkus op televisie gezien en ik dacht dat het wel iets voor mij en Cunera was. Na een informatieavond raakte ik helemaal enthousiast en ben ik de opleiding gaan doen.’ De opleiding bestaat uit twee delen van elk tien lesdagen plus zes stagedagen. Het eerste gedeelte bestaat uit het clown zijn zelf. In een klein theater leren de cursisten hoe ze zichzelf leeg kunnen maken en daardoor een goede clown kunnen worden. In het tweede gedeelte leren de cursisten hoe ze met dementerende mensen moeten omgaan. Clown Kaat ‘Ik ben de enige clown in Cunera en daarnaast werk ik ook nog,’ zegt Carla. ‘Dat is soms wel jammer omdat ik graag meer aandacht als clown aan de mensen wil geven. Maar ik vind de verzorging van de mensen ook ontzettend mooi werk om te doen, dat zou ik ook niet willen missen. Als clown sta ik helemaal puur voor de bewoners, ik ben dan zó anders dan ik als verzorger ben. Daarom heb ik ook een andere naam als clown, namelijk Kaat. Daarom ben ik ook verkleed en heb ik een rood neusje, ik ben dan echt iemand anders. Ik bouw ook iets op met de bewoners.’ Als clown maakt Carla reacties los bij mensen die anders nooit een reactie geven. ‘Ik praat wel eens in een jabbertaaltje tegen de bewoners, dat is een soort brabbeltaaltje. Dat deed ik ook eens tegen een mevrouw die niet meer gewend was om te praten en opeens zei ze: “Ik versta er echt niets van hoor!” Dat was heel erg mooi.’ Inmiddels zijn er in heel Nederland negentien miMakkus-clowns. De stichting wil binnenkort ook beginnen met clowns voor verstandelijk gehandicapten. Het is ook mogelijk om een dag mee te lopen met een clown of om een informatieavond bij te wonen. Hiervoor kun je kijken op de site: www.mimakkus.nl. MvE 9
11 Groot feest in de pastorietuin Op zaterdag 24 juni is er een groot tuinfeest in HaDee. De Dintherse pastorietuin, met een werkelijk uniek zicht op het Aa-dal, wordt dan omgetoverd tot een gezellige feestgelegenheid. Vanaf 14.00 uur is er voor de kleinsten al van alles te doen, zoals allerlei soorten spelen en activiteiten. Maar ook voor de oudere jeugd en volwassenen valt er heel wat te beleven. Doe mee aan een jeu de boules-wedstrijd, of geniet onder genot van een drankje van de muziek of van een goed gesprek. Om 17.00 uur zal iedereen wel honger hebben gekregen en wordt het tijd om de “zwenckbraten” aan te steken. Dat is een grote schommelende barbecue boven een open vuur. Daarna rustig uitbuiken in een ontspannen atmosfeer en met vrolijke muziek. Toegangskaarten voor dit tuinfeest zijn verkrijgbaar bij kantoorboekhandel Paperpoint en André Habraken. Een kinderkaart (tot 16 jaar) kost €7,50 en een volwassenenkaart €15,00. Hiervoor mag je deelnemen aan alle activiteiten en aan de barbecue. Drankjes zijn echter voor eigen rekening. De opbrengsten van dit tuinfeest zijn bestemd voor de restauratie van de Sint Servatiuskerk. Wees er echter wel bijtijds bij met het kopen van de toegangskaarten, de capaciteit van de pastorietuin is niet onbeperkt, en op is op! Mooi weer kunnen we niet garanderen, maar er zal zeker voor gebeden worden. Ook zal het een en ander overdekt plaatsvinden indien de omstandigheden dat noodzakelijk maken. Wil je nog een nuttige bijdrage leveren aan het doen welslagen van dit feest door bijvoorbeeld het zingen of spelen van een lied, assisteren bij de activiteiten, sponsoren van faciliteiten of iets anders, neem dan contact op met Gerard van Berlo (293744) of Marko Konings (229141). Uw bijdrage is in ieder geval van harte welkom. Buitelanders Vergist oew èige nie; ik heb ’t nie over mense mar over diere. Ik vèn dè ’t droevig gesteld is mè de inburgering van buitelandse diere. Ik kan ze soms nauweleks verstôn. ’t Begon ollemol toen ik pasgeleje bè d’n dieretuinwaar. Doar zaag ik unnen Bengaalse tijger. Ik docht altèt dè die gewoon grrr zinne. Mar niks ervan! Es ge goewd oplet dan kunde heure dè ze nog steeds ‘spreke’ in d’r èige taal. Diejen Bengaalse tijger zin dan ôk gin grr, nee hij zin gorgôn. Zekerstewete! Ik ben d’r is op gôn lette. Ik ging ’s kèke bè iemes die ’n Chinees hangbuikzwijn ha. ’t Bist waar al jôrre in Nederland, mar ’t kon nog ginne knor zegge. Nee, ‘t ‘spraak’ nog steeds Chinees en ’t zin huh-luh huh-luh. Ik ging wijer kèke en kwaam ùt bè ’n menézje. Doar zaag ik ’n pèrd. Unnen Arrebier. Ikke mar denke dettie gewoon op z’n Nederlands zô hinnike. Nee, ’t zin ieh-hieh-hieh. Nog steeds op z’n Arabies. Skandôllig; ’t bist waar hier gewoon gebôrre ôk nog! Op de Veluwe doar lôpe van die Skotse hooglanders. Ikke doar nartoe want ik waar nèjskiereg wè ze zôn ‘zegge’. In plôts van un doodgewoon boe zinne die eigewijze biste moeh. Dè is toch nie normaal! Ôk meer huiselijke diere blèke de Nederlandse taal nog lang nie machtig te zèn, en d’r is gimman dietter wè ôn dù. Dè kan toch nie? Pas waar ik bè iemes, en in hun bank doar zaat ’n kat. Gin gewóón kat, nee un Perziese. Ôk hier gin keurig ABN miauw miauw. Ondanks dè die kat al jôrre elleken dag tusse de Nederlandse koaters zit, zin ’t bist nog steeds miaou miaou. Mense lere d’r huisdiere venalles en nog wè. Mar gewoon Nederlands: ho mar. ’t Is van de zotte! Hôg tijd dè ze doar in d’n Haag is wè ôn doen. Mar ’t kan nog erger. Ik breng nameluk zellef ôk elleke mônd HaDeejers rond. En wè is de skrik van elke bezurger? Juist, unnen hond. Ik hatter dan vurrige mônd ôk ìnne ôn m’n bokspèpe hange. Toen ik, hallef verskeurd, d’n eigenaar ônspraak, toen zinnie men: “Mar gè hat ’t tuinhekske ôk nie ope moete doen.Gè hat onzen hond toch zeker heure blaffe?” Ik zeg: “Nee, ik ha ‘m nie heure blaffe”. ’t Waar nameluk unnen Deensen dog. En die zegge gin waf, woef, blaf of kef. Nee, vøv vøv, dè zinnie! En ik kan gin Deens! TK De opbrengsten van het feest zijn voor de rest van de kerk.
Lacheswerk? Vraag 1. Komt een man de schilderswinkel binnen. Vraagt aan de schilderjuffrouw, of hij nog een extra pot van die mooie blauwe verf kan krijgen, die in dit potje heeft gezeten. “Jazeker, mijnheer,” zegt de juffrouw en laat via een ingewikkelde code de computergestuurde verfmenger dat speciale kleurtje precies namaken. Als de man heeft afgerekend, wil hij de lege verfbus laten staan, met de woorden:”Jullie weten natuurlijk precies, hoe je dat milieuvriendelijk moet opruimen! Jullie verkopen dat spul.” “Jawel, dat weten we heel goed, mijnheer,” zegt het schildersmeisje,”maar wij mogen van de gemeente geen lege verfblikken meer innemen. Die moet u op de werf gaan brengen!” Vraag: Moeten we oude batterijen en oude medicijnen ook maar naar de gemeentewerf brengen? Vraag 2. Komt een man met een aanhangertje kort snoeihout bij de gemeentewerf. Bovenop heeft hij een oude deur gebonden, om takverlies tijdens het vervoer te voorkomen. “Dat wordt dan 7 euro 35, voor afvalhout, en dan reken ik deze keer maar een half kuubje,” zegt de gemeentewerfmeneer. “Ogenblikje,” zegt de bestuurder, smoest wat met de man die achter hem voor de ingang van de werf staat, knoopt de deur los en gooit die op de aanhanger van zijn achterbuurman, waarop toch al een hoop afvalhout ligt. “En dan moet ik nu 2 euro 50 betalen voor een kleine kuub snoeihout,”concludeert hij. Dat klopt. Vraag: Is het eigenlijk muggenziften of muggeziften? Vraag 3. Komt een man met een aanhanger afval bij de gemeentewerf. Heeft eens flink zijn tuin opgeruimd, dus nogal wat oude bladeren, wat takken, een paar halve tegels en een half metertje bijna vergane biels op de aanhanger. Hij houdt alvast € 2,50 gereed voor tuinafval. “Het steenpuin, mijnheer, kost u € 2,40 extra.”Gelaten betaalt de man de extra kosten. “En dat stuk biels, tja, dat kunt u hier niet kwijt. Helaas.”Maar waar dan wel? “Bij Van Boxtel of bij Dijkhoff.”En waarom? Verkopen ze dat daar? “Tja, dat is nu eenmaal zo.” En de oude verfblikken moeten zeker bij de schilder worden ingeleverd? Vraag: Hoe komt toch al dat zwerfafval in het buitengebied? Will Janssen Heeswijk-Dinther
13 De geschiedenis was eigenlijk de reden om het oude gebouw van het gymnasium weer in de nieuwbouwplannen te betrekken. Door het oude gebouw van het Norbertuscollege weer in gebruik te nemen kon men de historische verbinding met de Abdij van Berne weer zichtbaar maken en de relatie met het verleden leggen. Bovendien zou het doodzonde zijn om zo’n karakteristiek gebouw uit het dorp te laten verdwijnen. Van het oude gebouw blijven het middenstuk (de huidige ingang en de kapel) en het rechter en linker deel staan. De delen daartussen worden afgebroken en opnieuw opgetrokken, maar dan zo dat het veel lichter en vriendelijker, opener oogt. Het dak blijft daar gehandhaafd, omdat dat karakteristiek was voor het aanzien van het gebouw. Achter deze gevel verandert er heel veel. Met die veranderingen worden meerdere doelen tegelijk gediend: het ruimtegebrek van het gymnasium wordt opgelost, er zijn meer mogelijkheden om beter en moderner onderwijs te geven en er worden mogelijkheden geschapen om activiteiten van Heeswijk-Dinther een onderdak te bieden. Meer van het dorp In het rechterdeel van het gebouw zullen de accommodaties worden gevestigd, die gebruikt zullen worden voor meerdere doeleinden en door meerdere instellingen en verenigingen. Zo zal de muziekschool er haar onderdak vinden en krijgt de fanfare er een oefenruimte. De sportverenigingen NON en Sinecura worden er gehuisvest en ook de basisscholen kunnen gebruik maken van de gymnastiekzalen/sporthal. Ook voor de Eijnderic zal er ruimte geschapen worden. Er is een aula die tevens als concert- en toneelzaal kan dienen. Er komt een collegezaal (in de huidige kapel) die tevens functioneert als een kleine concertruimte. Zo kunnen het dorp en het gymnasium intensief gebruik maken van elkaars ruimtes. Er ontstaat dan een uniek complex, waarin de school en de gemeenschap elkaar kunnen vinden. Daardoor ontstaat er, aldus rector Wim Harmsen, een transparante school. Meer allure De nieuwbouw haakt ook in op de onderwijskundige veranderingen die nu en in de toekomst aan de orde zijn. Het gymnasium wordt qua vakken ingedeeld in 4 domeinen: de talen (Latijn, Grieks, Nederlands, Frans, Duits etc.), de zaakvakken (Aardrijkskunde, Geschiedenis etc.), de exacte vakken (Natuurkunde, Scheikunde, Wiskunde etc) en de vakken rondom kunst en cultuur (Tekenen, Kunstgeschiedenis etc.). Het gebouw zal op die 4 domeinen worden aangepast. In een bepaald gedeelte van het gebouw zitten dus alle talen bij elkaar. Daar bevinden zich de docenten, de lokalen, de studieruimte voor de studenten en een mediatheek, met boeken, programma’s e.d. Maar alleen maar als ze met talen hebben te maken. In een ander gedeelte van het gebouw kun je studenten proeven zien doen voor scheikunde of zijn ze bezig met natuurkunde of wiskunde. Maar daar zijn ze ook weer alleen bezig met iets uit de exacte sfeer. In het midden van die 4 “afdelingen” bevindt zich dan een grote mediatheek/bibliotheek, waar gestudeerd en opgezocht kan worden op allerlei gebied. Links achter aan het gebouw wordt een aula geplaatst. Dat is niet zomaar een overblijflokaal, maar een echte aula. Er is een podium en er is een balkon. Daarmee is er tevens een kleine theaterzaal gerealiseerd, waar 350 tot 400 mensen een plaats kunnen vinden. Zo is het gymnasium Bernrode klaar voor de onderwijskundige toekomst en wordt tevens de band met het dorp waar de school ontstaan is nog eens bevestigd en aangehaald. BvS De verbouwing van het gymnasium Bernrode is begonnen. De hekken staan er, de noodlokalen zijn ingericht en het slopen en bouwen is begonnen. Het is de bedoeling dat op 1 oktober 2007 de feestelijke heropening zal plaatsvinden. Tot die tijd is het behelpen en zal er veel moeten worden geïmproviseerd.Maar dat heeft men er graag voor over, want met deze verbouwing zal het in 1886 gestichte gymnasium na 121 jaar weer helemaal in staat zijn om haar waardevolle geschiedenis door te trekken naar een belangrijke toekomst. Gymnasium Bernrode: meer van het dorp én meer allure
15 Onze buurt Als u net verhuisd bent naar HD dan loopt u de kans ’s morgens wakker te worden en in uw tuin een bord aan te treffen met daarop: “welkom in onze buurt”. Dan denkt u meteen: “hoezo ónze buurt? Ik ben wel welkom, maar het is nog zeker niet mijn buurt. Ik moet er dus nog echt wat voor doen om er bij te horen.” Door het bord wordt u gedwongen een standpunt in te nemen: “Doe ik er aan mee en pap ik netjes met de buurt aan of gooi ik het bord in de Kliko?” En dan natuurlijk de vraag: “Wanneer mag dat bord weg? Als ik het bord te vroeg weghaal, ben ik dan niet meer welkom? Als ik het bord te lang laat staan, dan vraagt de buurt zich af of ik wel begrijp dat het een poging is om in contact te komen.” Het is nog verwarrender als het bord niet in uw, maar wel in een andere tuin verschijnt. Echt lastig wordt het wanneer u met ”hopelijk zijn jullie hier wel welkom” nog een trap na krijgt vanuit uw vorige buurt. Hebt u geen bord en wilt u er toch een, dan adviseer ik: “kom gerust in onze buurt?” Harrie Droesen Gezocht: vrijwilligers Jongerensoos Imeet, wellicht wat beter bekend als ‘Ons Dorp’ is dringend op zoek naar vrijwilligers. Iedereen van achttien jaar en ouder is welkom om te helpen met het ondersteunen van de activiteiten voor de jeugd in HaDee. Voor meer info kun je terecht bij Mieke Pepers: 0413-294945 of kijk eens op de site: www.imeet.nl. Open Podium in de Kersouwe Op vrijdag 23 juni heeft het Open Podium weer een volle avond. De achtste keer in de open lucht. Er wordt gejembéed, en gezongen, er zijn bandjes – uiteraard akoestisch – en er is poëzie te beluisteren. Verder komt er een gospelkoor uit Berlicum en een zangkoor uit Heesch. Ook gaan de beentjes van de vloer in een dubbel danswerk en is er een speciaal jongerencabaret. Hoogstwaarschijnlijk zijn er zelfs smartlappen te beluisteren en komt er ‘een koekje bij de thee’. Tachtig procent van de twaalf optredens is nieuw en dus een verrassing voor organisatie en publiek. Aanvang 20.30 uur in het kleine theater van de Kersouwe. Ingezonden HaDee Kupke Spreuk van de maand ZOALS HET IN DE MILIEUSTRAAT STINKT, STINKT HET NERGENS Bram Bok Jeugd Leider Jong Nederland, barman in De Zwaan
Het CDA: katalysator tussen de andere partijen Frans van Lokven (46) is geboren en getogen aan de Zandkant, achter de camping. Zijn hele week is gevuld met kunst. Hij heeft gestudeerd aan de fotovakschool in Apeldoorn. Twee dagen werkt hij als educatief consulent bij BISK, het Brabants Instituut voor School en Kunst. Verder is hij zelfstandig en ontwerpt bijvoorbeeld videoprogramma’s voor theater- en dansgroepen. Frans: “Ik ben met hart en ziel verknocht aan kunst, vooral film heeft me altijd gefascineerd. Je komt in een andere wereld. Ik weet nog hoe ik als een jongetje van een jaar of tien ‘De tien geboden’ heb gezien. Fascinerend, toen al.” Frans woont nu met zijn vrouw Yvonne van de Velden, die ook ‘in de kunst zit’, in Den Bosch. Educatief We lopen samen achter bij Toine van der Heijden over de locatie, de ‘camping’ waar de kunst zich moet ontwikkelen. In het veld zijn veel resten van vroeger. Een stel eiken en verderop een serie berken herinneren aan “Het Geleer’, dat eertijds een verbinding was tussen de Muggenhoek (nu Pater vd Elzenstraat) en de Meerstraat. Wat verder loopt een zandweg dood op de Leygraaf. Daarover ligt nog een brug “die van nergens naar nergens gaat”. Een groot stuk bouwland is aangeplant met jonge bomen. “Kijk”, zegt Frans, “die veranderingen zijn interessant. Die willen we ook met een presentatie aan de bezoekers laten zien, met name aan de schooljeugd. Scholen kunnen hier gratis terecht; daarvoor hebben we een speciaal educatief programma, thema veranderingen.” Campinggevoel Begin april zijn alle kunstenaars al op de locatie geweest. Frans van Lokven: “De Duitsers en de Belgen reageren heel anders op het landschap dan wij. Ze gaan ieder als groep iets collectiefs maken, maar werken ook aan individuele kunstwerken. Hoe het wordt? Niet te zeggen; het zijn allemaal professionals, maar het blijft buitengewoon spannend.” “Op 10 juni moeten de kunstwerken presentabel zijn, maar men blijft er aan werken tijdens twee weken. Met een volle week vooraf kun je zeggen dat de kunstenaars en de kunst hier drie weken tijdelijk aanwezig zijn. Dat is het campinggevoel. Tegelijk moet het zeer laagdrempelig zijn met doorlopende rondleidingen.” Volgens Frans is er flink wat geld gemoeid met het hele gebeuren. “We willen de kunstenaars gewoon fatsoenlijk betalen. Verder natuurlijk de materiaalkosten en de reclame. Gelukkig worden we goed gesteund door de gemeente Bernheze en onze hoofdsponsor Brabants Dagblad. Het is het ook waard: in vier jaar tijd hebben we gemerkt dat de naamsbekendheid heel snel gaat. En we verwachten weer ruim 2000 bezoekers. Investeren in kunst is investeren in de toekomst.” De opening is op zaterdag 10 juni om 16.00 uur door de kersverse wethouder van cultuur. Voor iedereen toegankelijk. Daarna kan men nog twee weekenden terecht. Op 24 juni is er een speciale filmavond rond het thema ‘veranderingen en reconstructie’. Alle exacte informatie kan men vinden op www.dekunstcamping.nl. Het wordt duidelijk een heel andere expositie dan de afgelopen drie jaar. Frans: “Maar dat is ook het boeiende van kunst. Niets staat vooraf helemaal vast. Niet voor ons, niet voor de kunstenaars, en niet voor de bezoekers die eigenlijk twee keer zouden moeten komen kijken.” AvS 17 Veranderingen in het landschap als inspiratiebron Internationale unstenaars op vierde Kunstc mpi g aan de Meerstraat Vanaf 10 juni vindt aan de Meerstraat de vierde Kunstcamping plaats. De kunst wordt gemaakt door een internationaal gezelschap. De stichting heeft drie collectieven uitgenodigd: een Brabants, een Belgisch en een Duits collectief. De plek zelf met de omgeving is het uitgangspunt, de inspiratiebron. Verder is men vrij. Frans van Lokven is voorzitter van de stichting. D’n HaDeejer had ter plekke een gesprek met hem. Frans van Lokven bij de ‘zinloze’ brug
18 Evert (49 jaar) en Jeanette (46) Heerkens hun sociale bewogenheid combineren met hun zakelijke activiteiten. Door meubelen te laten maken van gebruikt hout, in kleinschalige bedrijfjes in Colombia en Indonesië, zorgen zij mede voor een beter bestaan van de bevolking. Het ‘meubelenzakendoen’ is thuis met de paplepel ingegoten? Evert: “Ja, onze vader had een stelenfabriek, maar toen in Limburg de klad kwam in de mijnindustrie, had hij ook minder werk. Toevallig stond er een machine in de fabriek, waarmee je oud-Brabantse knopstoelen met biezen zittingen kon maken. Dit was in feite de basis van de meubelenzaak. Eind jaren zestig werden de massief eiken meubelen populair, met de bekende kruispoottafels. Omdat vrienden naar de LTS gingen en van thuis er ook wel op ingepraat werd, ben ik voor timmerman gaan leren. Op dat moment wist ik zelf nog niet zo goed wat ik er mee aan moest. In Den Bosch heb ik nog een vervolgopleiding gedaan. Daarna heb ik eerst ruim drie jaar elders gewerkt en toen ik thuis in de zaak kwam, werd ik manusje van alles, maar dat is wel de beste leerschool. Mijn oudere broers zaten al langer in de zaak. Ik was tenslotte pas 19 toen ik thuis kwam werken.” Waarom en wanneer zijn jullie met Hedi Meubelen begonnen? Jeanette: “Ik kom oorspronkelijk uit de verzorging en in 1982 zijn we geheel onverwachts voor onszelf begonnen. Dat kwam omdat we gingen trouwen en graag grenen meubelen wilden hebben. Maar deze waren bijna nergens te koop. Het was een slechte tijd: veel werkeloosheid en faillissementen. Aan de andere kant was het voor een ondernemer niet ongunstig om te beginnen, onder meer door subsidies voor jonge ondernemers. Zeker niet voor ons, omdat we in een lage prijsklasse zaten. Hiernaast zat een broer van Evert met eiken meubelen en dus ging je niet in die sector concurreren. Niet alleen daarom de keus voor grenen, maar ook omdat dergelijke meubelen jong publiek aantrekken en wij graag met jonge mensen in aanraking wilden komen.” Evert en Jeanette Heerkens combineren zakendoen met sociale bewogenheid Het klinkt tegenstrijdig: succesvol zakendoen en tegelijkertijd sociaal bewogen zijn. Evert en Jeanette Heerkens tonen aan dat het wél kan. Het echtpaar runt Hedi Meubelen en dat heeft ze bepaald geen windeieren gelegd. De meubelzaak is tot ver in de regio een begrip. Zaken zijn zaken en hard werken mag natuurlijk ook iets opleveren. Maar er is meer. Onder het motto ‘Een betere wereld begint bij jezelf ’ werken Evert en Jeanette nauw samen met kleine fabriekjes in Colombia en Indonesië waardoor ook mensen die het niet zo breed hebben er beter van worden. Het antwoord op de waaromvraag klinkt even simpel als overtuigend: “Waarom niet? Wij hebben het zo goed hier.” ‘‘Goedkope handel en gauw veel verdienen zit niet in ons’
19 De wereld bij u thuis is een kreet die mooi klinkt. Maar wat betekent het? Evert: “Eind jaren ’90 werd de belangstelling voor grenen wat minder en begonnen wij met koloniale meubelen, teakhout kasten, dressoirs, etc. In Indonesië trof ik een man met twee zonen die een houtfabriekje hadden en zij vroegen ons of we bij hun wat wilden kopen. De eerste container met meubelen werd door ons ongezien gekocht. Sommige dingen verkochten we goed, andere liepen helemaal niet. Maar we waren wel weer een trendsetter. Koloniaal teak loopt nog steeds goed en zodoende konden we onze zaak in 1996 flink uitbreiden.We kregen langzaamaan steeds meer afzetkanalen en gingen naar buitenlandse beurzen. En toen kwamen de Colombiaanse meubelen met Spaanse invloeden.” ‘Maatschappelijk verantwoord’ zaken doen; leg eens uit. Jeanette: “Zuid-Amerika heeft ons altijd getrokken, we hebben er vroeger ook veel gereisd. Een vriend woont in Bogota en via hem hebben we daar ook ongezien een container met Colombiaanse meubelen gekocht. We maakten geld over en hoorden vervolgens maandenlang niets.Toen we ons erbij neergelegd hadden dat we het geld kwijt waren, kwam na een half jaar onverwachts alsnog de container aan. En het liep meteen als een trein.” Evert: “Inmiddels is de vriend een goede tussenpersoon geworden. De meubelen worden daar gemaakt in kleinschalige fabriekjes, waar in eerste instantie ongeveer 7 mensen werkten, maar in de loop der jaren is het uitgegroeid naar veertig of meer. De arbeidsvoorwaarden zijn goed en de werknemers worden goed behandeld door de werkgevers. De werkeloosheid is daar ongeveer 30% en door onze meubelen daar te laten maken helpen wij de plaatselijke bevolking een beetje. Natuurlijk verdienen wij er goed aan. Daar zijn we zakenmensen voor. Maar we willen er zeker niet van profiteren, want daar zouden we ons diep voor schamen. Corruptie zal er best zijn, maar wij zoeken het niet op en willen er bovendien niets mee te maken hebben.” Zijn er meer meubelenzaken die importeren vanuit Colombia? “Voor zover wij weten zijn we de enige importeur. Elke drie weken komt er een container vol. De fabrieken kunnen niet meer leveren. Oud hout is op het platteland niet te koop en in de steden wordt het een groter probleem om er aan te komen. Daarnaast maakt een bepaalde fabriek alleen maar kasten, terwijl een ander fabriek bijvoorbeeld alleen maar tafels maakt. Je kan begrijpen dat de juiste kleurencombinatie dan wel eens problemen oplevert.” Er zal wel veel afgereisd worden? Evert: “Gemiddeld ga ik twee keer per jaar naar Colombia om met die mensen te praten. Dat is ook nodig want je moet ze blijven begeleiden. Je geeft aan hoe ze het moeten doen en dat ze speciaal moeten letten op kleur, kwaliteit en afwerking. Bovendien kun je beter ter plekke orders opgeven dan via e-mail.” Jeanette: “De contacten zijn goed. Don Evert noemen ze hem daar.” Kleine timmerfabriekjes: dan zijn torenhoge prijzen het gevolg? Jeanette: “Nou, dat valt wel mee.Wat kwaliteit betreft is Colombia goedkoper. De levensstandaard is er minder hoog, dus kunnen de prijzen acceptabel blijven. Het is mooi om te zien hoe die kleine fabriekjes groeien in de loop der jaren.” Maar authentiek = duur, toch? Evert: “Nee, vergeleken met hier niet. De meubelen worden gemaakt van gebruikt hout, dus er is geen meubel hetzelfde. Zelfs als je iets speciaals laat maken, zal de prijs niet eens zoveel hoger zijn.” Landen in de derde wereld en kinderarbeid. Hoe zit dat? Evert: “In India en Pakistan hoor je wel eens dat er kinderarbeid, dus kinderen die de hele dag moeten werken en niet naar school gaan, in de textielindustrie voorkomt, maar niet in de meubelenindustrie. In Indonesië en Colombia heb ik het nog nooit gezien. Soms helpt een kind na schooltijd een beetje mee, je moet niet vergeten dat hele families werken om rond te kunnen komen. Maar kinderarbeid, nee, we vinden het oneerlijk en hebben er een grote hekel aan. We zouden onmiddellijk maatregelen nemen als we er tegenaan zouden lopen.” Waarom kan/wil niet iedereen op deze manier werken? Jeanette: “Er gaat veel tijd inzitten wat velen er niet in willen steken. Zij denken meer van ‘goedkope handel en gauw veel verdienen’. Het interesseert ze verder niet. In India zouden we ook goedkoper kunnen handelen, maar dat is onze doelstelling niet. Het zit een beetje in ons.We wilden altijd al wat ontwikkelingswerk gaan doen. Men zegt dat een goede zakenman altijd meer wil, maar ik vind de mensen die over lijken gaan om zoveel mogelijk geld te verdienen maar tobbers. Wij hoeven extra luxe zeker niet. Het is inderdaad mogelijk dat je het zakelijke combineert met het sociale.” Hoe ver gaat dat sociale? Evert en Jeanette: “De werknemers en hun gezinnen in Colombia krijgen wel eens wat extra van ons. In het najaar gaan we samen naar Colombia om wat families te bezoeken. Ook hebben we daar een tussenpersoon die aan ontwikkelingswerk doet ten behoeve van straatarme en ouderloze kinderen. Een nieuw project dat dan moet gaan draaien. We zijn nog lang niet klaar!” JvdM/AvdA Maar kinderarbeid, nee, we vinden het oneerlijk en hebben er een grote hekel aan.
21 Samen zijn ze goed voor maar liefst 130 jaar muziek, de jubilarissen van de harmonie vanDinther: Wim Smits tekent voor de volle 50 en Peter en Karel van Sleeuwen ieder voor al 40 jaar lidmaatschap van deze vereniging. Op 2 juli zullen zij, tijdens het pleinconcert van harmonie Sint-Servaes, gehuldigd worden. Alle reden om een praatje te maken met deze ervaren muzikanten. Voordat Wim arriveert, hebben Peter en Karel hun ‘geschiedenis’ al verteld. Zij kregen hun muzikale opleiding natuurlijk grotendeels van vader Harrie van Sleeuwen, destijds de drijvende kracht van de harmonie, die vele Dinthersen het spelen op een instrument heeft aangeleerd. Peter speelde eerst 5 jaar hoorn en Karel 5 jaar trombone, voordat zij de tuba als instrument kregen. “Ja, ze zochten daar iemand voor, dus dan doe je dat maar.” Ze zitten bij de harmonie naast Wim, want die speelt de bastuba, en gedrieën vormen zij het zogenaamde ‘zware werk’. Zitten? Ja, want marcheren door de straten, waarbij het ‘zware werk’ ook in de achterste rij loopt, is er toch wel veel minder bij dan vroeger. “Toen moest je al een serenade gaan brengen als een kanariepietje kampioen was geworden!”, zegt Peter. “Wij moesten nog met de processie mee,” beweert Wim, die ondertussen is aangeschoven. “En alleman liep uit de maat, behalve ik!” Ook hij leerde het muziek maken van zijn vader, die op een goede dag met een trompetje thuiskwam. Nog geen half jaar later speelde Wim bij de harmonie en nam al gauw een S-bas mee naar huis. Betrokken “Tegenwoordig moet je eerst 5 of 6 jaar muziekschool gevolgd hebben”, zegt Karel, “want zonder B-diploma kom je niet in het groot orkest.” Maar voor de jeugd is het zonder diploma al wel mogelijk, om in het opstaporkest te komen en na diploma A kun je al in de eigen opleiding van de harmonie terecht. Het vasthouden van de jongeren lukt nu goed, maar is de zorg van iedere vereniging, dus ook van de harmonie. En voor leren ben je nooit te oud. “Onze ome Harrie Smits is over de 70, en hij haalt nog steeds les op de sax,” stelt Wim. “Ja, geen wonder, die lerares is pas 18,” verduidelijkt Peter. Op de stelling, dat harmonie Sint-Servaes de belangrijkste vereniging van Dinther is, reageren ze eerst wat bescheiden. Maar al pratend geven ze toch toe, dat geen enkele vereniging zo betrokken is bij het wel en wee van de hele dorpsgemeenschap, en dat ook samengaan van jong en oud eigenlijk wel uniek is. Misschien het gilde dan, maar opvallend is toch wel, dat niet elk dorpje een gilde heeft, maar wel altijd een vorm van muziek. Ze worden het eens: ”Ons dorp zonder harmonie is niet denkbaar.” Van de straat Karel heeft jarenlang ook bij de Kornuiten gespeeld, waar Peter al 32 jaar meeblaast. Maar als Wim zijn muzikale nevenfuncties begint op te sommen, wordt de lijst lang: van de Schuppestelen, via Die drei Dorfer, naar meer dan 20 jaar de Bokkeblazers en tegenwoordig ook de veteranenharmonie Muziek houdt fit. Zijn optredens als accordeonist houden hem ook aardig van de straat. Ja,Wim kan over muziek wel uren praten, maar hij heeft dan ook al 3 keer “nieuwe uniformen” versleten. Hij weet nog, dat over ‘’t zat hermenieke’ werd gesproken. “Tegenwoordig musiceren we echt op hoog niveau, met veel moeilijker muziek dan vroeger,” zegt Karel. Peter vult aan:”Sint-Servaes is dan ook in de loop der jaren opgeklommen van de 3e afdeling naar de ere-afdeling, tegenwoordig 2e divisie genoemd.” En de drie mannen van het zware werk zijn al die tijd toch maar mooi mee geklommen! De huldiging op 2 juli zien zij wat verschillend tegemoet. “Als we ons speldje gaan krijgen, dan hoeven we zeker niet mee te blazen,” zegt Wim. “Dan mógen we niet meeblazen…” verbetert Peter. Maar als het belangrijkste van al die jaren samen muziek maken zien ze alle drie toch wel het sociale contact, dat vooral nà de repetities gestalte krijgt. HL ‘Ons dorp zonder harmonie is niet denkbaar’ 130 jaar muziek in hart en nieren Jubilerend trio verzorgt het zware werk van Harmonie Sint-Servaes Wim Smits en Peter van Sleeuwen. Karel van Sleeuwen staat niet op de foto.
Saskia Kapteijns (33) Wij gaan het lekker rustig beleven met de kinderen. We hebben er ook eigenlijk niet zoveel tijd voor. Bij ons dan ook geen oranje gekte. Daar doen we niet aan mee. Maar we leven natuurlijk wel mee met de verrichtingen het Nederlands elftal. Als Nederland moet spelen dan proberen we wel te kijken. Lekker thuis met de ‘kids’. Joris van Uden (18) Ik ga het wk helemaal niet beleven. Ik ben totaal geen voetbalfan. Ik denk niet dat ik er ook maar iets van zal zien. Ik interesseer me totaal niet voor het voetbal. Zelf doe ik darten. Dat is mijn sport. Met voetbal heb ik helemaal niets, laat staan het wk. Verder niks, dus ook niets oranjes of zo. Frits Verhagen (71) Ik ga alle dagen kijken. Niet alleen de wedstrijden van het Nederlands elftal, maar ik kijk alle wedstrijden, van alle ploegen.Maar ik ga niets oranje versieren of zo. Ik hoop dat Nederland het goed gaat doen, maar ik ben bang dat ze het ‘nie wijd skùppe’. We zullen wel zien. En daarna ga ik lekker op vakantie. Dorpspraat op de rommelmarkt: hoe gaat u De Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond (N.C.B.) had in Heeswijk in 1896 nog maar amper het levenslicht gezien, of er werd al geijverd voor een coöperatieve zuivelfabriek waar de talrijke boerenbedrijven, van groot tot klein, hun dagelijkse melk konden afzetten. De benodigde financiën voor de aankoop van grond en verdere faciliteiten waren afkomstig van de in 1897 opgerichte Boerenleenbank. Als tegenprestatie eiste deze dat de bank zelf de voorzitter van de boterfabriek mocht benoemen en daarnaast jaarlijks inzage in de boekhouding kreeg. Om hiervan lid te worden, moest zowel jaarlijks inleggeld als per koebeest betaald worden. Minder draagkrachtige boeren werden enigszins ontzien. Daarnaast moest wel aan de nodige voorwaarden worden voldaan. Zo mocht bij voorbeeld niet aan handelaars of winkeliers verkocht worden, alleen voor eigen gebruik en voor buren mocht wat melk achtergehouden worden. Bij misbruik van de regels kwam dat op een boete te staan. Er stond echter wel als groot voordeel tegenover dat de boeren altijd hun melk konden slijten. ‘Onder Gods Zegen’ Naast Heeswijk kwam er in hetzelfde jaar in Dinther ook een boterfabriekje: ‘De Dageraad’. Loosbroek bleef niet achter en kwam vervolgens met ‘De Vooruitgang’. Maar drie zuivelinstellingen in zo’n kleine omgeving werd teveel en daarom werd in 1916 besloten één gemeenschappelijke stoomzuivelfabriek te bouwen. Alleen de naamsvraag verhitte de gemoederen. En zoals in die tijd vaste prik was het wederom de pastoor die de uitslag bepaalde en er de naam ‘Onder Gods Zegen’ aan gaf. Van Jan Verhagen uit Heeswijk werd voor fl. 860,- een stuk grond aan de St. Servatiusstraat gekocht. De akte werd op 12 juli 1916 gepasseerd door notaris S.J. van Dieten met als comparanten burgemeester J.G. Jansen, G.P. van Sleeuwen, M. Kilsdonk, A. Donkers en M.H. van Zutphen. Na de fusie werd Marinus van Zutphen de eerste voorzitter van 22 ‘Onder Gods Zegen’, de boterfabriek die ook uit het straatbeeld verdween Werden in de twee vorige afleveringen al enkele bedrijven voor het voetlicht gebracht, deze keer valt de eer te beurt aan de boterfabriek, oftewel melkfabriek ‘Onder Gods Zegen’. Deze coöperatieve zuivelfabriek was gelokaliseerd op de plaats van de huidige supermarkt Jumbo. Degenen die hier hun leven doorgebracht hebben, kunnen zich dat ongetwijfeld herinneren, maar voor de ‘nieuwkomers’ na 1976 is een historische terugblik wellicht een verrassende eye-opener. Deze foto van het echtpaar Dirkx-Van de Mortel werd gemaakt naar aanleiding van de koninklijke onderscheiding in 1959
Nienke Bekkers (22) en Vanessa van de Burgt (26) Wij gaan de wedstrijden van Nederland bekijken in het café. Wij hopen daarom ook dat Nederland heel ver gaat komen, zodat wij vaker een reden hebben om naar de kroeg te gaan. Een oranje tuinbroek doen we aan en wij juichen steevast bij ieder doelpunt. Maakt ons niet eens uit voor wie het is. Pep Swelheim (42) Ik zal er nog niet één minuut bij stilstaan. De laatste voetbalwedstrijd die ik gezien heb was Nederland – Duitsland in 1988. Ik kijk sowieso geen sport op televisie. Nee hoor, het wk zal geheel aan mij voorbijgaan. Lijkt me wel erg leuk om tijdens een wedstrijd motor te gaan rijden. Dan is het lekker rustig op straat. Gerard Oskam (34) Tijdens de eerste wedstrijd van het Nederlands elftal ga ik feesten. Dan ben ik namelijk jarig. Voor de rest heb ik totaal niets met voetbal, dus ik ga het wk ook niet volgen. Als er bij ons iemand toevallig naar een wedstrijd zit te kijken, dan kijk ik wel mee. Maar dat is dan ook echt alles. TK het wk beleven? 23 de melkfabriek. Deze Marinus, die ‘doorgeleerd’ had op het seminarie, maar gaandeweg bemerkte dat een roeping niet aan hem besteed was, was tevens voorzitter van de Boerenleenbank. Toentertijd geen ongewone zaak en ‘belangenverstrengeling’ was nog geen algemene term. De eerste directeur van de boterfabriek was Bart (Lambertus) Dirkx, die deze functie maar liefst veertig jaar bek leedde. In augustus 1959 kreeg hij hiervoor een gouden medaille. Zijn zoon Antoon nam zijn directeursstoel in latere jaren over. Volgens Johan van Zutphen, in de jaren zestig van de twintigste eeuw voorzitter van de boterfabriek, was Bart Dirkx zeer gewiekst in het handelen in boterzuurbacteriën met andere melkfabrieken. Deze bacteriën waren essentieel voor het bereiden van ‘goei’ boter. De eerste medewerkers in de fabriek waren onder meer Hannes Kuijpers, Jan Mikkers en Marinus Sanders. Om te onderzoeken of de melk aan de kwaliteitseisen voldeed, bezocht een controleur van de fok- en controlevereniging om de drie weken de boeren om vervolgens hun melkmonsters in het laboratorium op vetgehalte te toetsen. Johan en Cor De nog immer kwieke 88-jarige Johan van Zutphen kent nog menig verhaal. Zo weet hij te vertellen dat de armlastige Megense Franciscanerbroeders regelmatig de boeren in het dorp afgingen om van hen een schriftelijke toezegging voor boter te verkrijgen die daarna bij de boterfabriek ingewisseld werden tegen boter of geld. De eveneens nog zeer actieve 85-jarige Cor van der Cammen werkte van 1964 tot 1973 als assistent-directeur op de melkfabriek, naderhand werd hij ingezet als melkwinningsadviseur in de buitendienst. Hij gaf hierbij boeren voorlichting op menig terrein, zo ook op hygiënisch gebied. En terecht, want het gebeurde nogal eens dat de aangeleverde melkbussen aan de binnenkant een vieze aanslag vertoonden. Door het centrifugeren in de fabriek kon de melk wel gezuiverd worden, maar de welig tierende bacillen erin bleven rustig rondzwemmen. Vanzelfsprekend werden de boeren hierop aangesproken en soms werd er zelfs gekort op de melkprijs. In de oorlog werd er naast boter ook yoghurt geproduceerd, in later jaren kwam daar nog slagroom en chocolade- en vanillevla bij. De naam ‘Onder Gods Zegen’ verviel toen er in 1973 gefuseerd werd met de Roermondse ‘Maasvallei’.Tot die tijd was de figuur van de dagelijks huis-aan-huis ventende melkboer een vertrouwd verschijnsel. Met zijn kar en litermaat verkocht hij karnemelk en volle melk, hoewel bij de volle melk wel werd aangeraden deze voor het gebruik te laten doorkoken. In 1976 nam het megabedrijf Campina naast andere zuivelfabriekjes ook het Heeswijkse zuivelbedrijf over waarmee tevens de afbraak van de melkfabriek in gang werd gezet.Wat rest is slechts de herinnering en een paar oude foto’s… RM In het midden van deze foto boterfabriek ‘Onder Gods Zegen’. Rechts ervan het huis van directeur Bart Dirkx, links het huis van Hannes Kuijpers. De overkant van de straat is zelfs nog onbebouwd...
www.hadeejer.nlRkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=