d'n Hadeejer juli 2005

19 stantse Gemeente van Dinther Peter en Marga Hoogstraten – v.d. Heijden (38 en 41) Ik denk het van wel. Er is hier veel mooie natuur, met name geschikt om te fietsen of wandelen, het buitenleven. Verder heb je het theater De Kersouwe, het kasteel, de beeldentuin. Alleen als je wat wilt eten moet je naar Veghel, hier zijn bijna alleen cafetaria’s. Maar als je iets echt culinairs wilt is er wel de Petrushoeve. Thea v.d.Wijgert-Ploegmakers (69) Jazekerwel!Deomgevingishiergeweldig. Mooiefietspaden,veelbossen,openlucht- theater,ennatuurlijkvakantieboerderijen. Wehebben zelf ook almeer danvijftig jaar een vakantieboerderij, Hoeve Weltevre- den op Rukven. Onze zoonWilhelm heeft dieovergenomen toenwij ermee stopten. Er is dus genoeg te doen. Paula v.d Kaay (51) Hetiseenleukeplaats,vooralomtefietsen of te wandelen. Het is hier heel bosrijk, er is volop natuur. En natuurlijk het kasteel. Je hoeft je hier echt niet te vervelen. Op verschillendeplaatsen kun jewat drinken, zoals bijvoorbeeld bij De Proatstal en De Leijgraaf. Alleen in het dorp zelf zouden meer terrasjes mogen zijn. MK genoemd. De pastoor had de zorg voor zijn kerk in 1643 overgedragen aan de pastoor van Heeswijk, hoewel de kerk tot 1648 in het bezit van de katholieken bleef. Toen echter ook de grote kerk in Hees- wijk moest worden overgedragen, gingen de Dintherse katholieken net als die van Heeswijk voor hun zondagse mis naar de ‘grenskapel’ in Bedaf. De bijbel Voor de katholieken was de bijbel, en dan met name het Oude Testament, verboden literatuur. Voor de protestanten was de bijbeljuisthethartvanhetchristelijkgeloof waarvoor een steeds grotere belangstel- ling kwam. Na de eerste Liesveldtbijbel van 1526 verscheen in 1637 de echte bijbel voor de protestanten. Deze Statenbijbel was uit het Grieks en Hebreeuws vertaald en gefinancierd door de Staten-Gene- raal. Volgens uit die tijd daterende notu- len van kerkenraadsvergaderingen van de Dintherse kerk blijkt dat ook ouderlingen (mannendiededominee terzijde stonden) tijdens huisbezoeken aan hun leden deze ‘Statenvertaling’ propageerden. Naast de bijbel werden ook de stichtelijke werken van de Nederlandse staatsman Jacob Cats, oftewel ‘Vadertje Cats’, als geschikte lec- tuur beschouwd. Indringers Het kleine aantal protestanten dat van 1648 tot 1806 ter kerke ging, bezocht de kerk in Dinther. Dit was een gotische kerk die omstreeks 1450 gebouwd was. Domi- nee Coenen woonde met zijn gezin in een bouwvalligepastoriegelegenaandeandere kant van de kerk. De protestanten waren weinig geliefd bij de Dintherse katholie- ken die hun luiken sloten als ze hen naar de kerk zagen gaan. Ze beschouwden de predikanten als vreemde indringers die hun kerk hadden afgepakt en die volgens hen maar zo snel mogelijk weer moesten vertrekken. Om de protestanten de hak te zetten, werd er dagelijks van katholieke zijde vandalisme gepleegd. Dominee Coenen werd in 1651 opgevolgd door dominee Georgius Zohnius die uit- eindelijk veertig jaren in Dinther predikant zou blijven. Om de ‘zuivere’ leer van de reformatie uit te kunnen dragen, moest de kerkenraad ervoor zorgen dat alle onder- wijzers op de dorpsschool van christe- lijk-gereformeerde signatuur waren. Het onderwijs met de bijbel als leidraad was immers bij uitstek het instrument om de nieuwe leer te verspreiden. Het ultieme doel ervan was de schoolkinderen voor te bereiden op het lidmaatschap van de kerk. Als extra kregen de leerlingen van de schoolmeester enkele vrije middagen per week uitleg van de‘Heidelbergse catechis- mus’. Ook werd hen geleerd hoe ze psal- men moesten zingen die ze dan zondags tijdens de dienst in de volkstaal konden meezingen. De nieuwe gereformeerde dorpsonderwijzers waren evenmin weinig populair bij de katholieken en het was dan ook maar een handjevol leerlingen dat de ‘school met de bijbel’ bezocht. Katholieke kinderengingennietnaardezevoormalige parochieschool,maar kregenonderwijs op clandestien gestichte paapse ‘bijscholen’, zoals ze genoemd werden. RM 21 d om een vakantie in door te brengen? DemiddeleeuwseSintWillibrorduskerkinHeeswijk. Beide plaatjes zijn afkomstig uit het boek van dr. Hans Janssen.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=