Wim van Hemmen en Ilona Lunenburg lopen een half jaar stage in Amerika. Het koppel vertelt niet alleen over hun werk, maar nog meer over het land waar zij te gast zijn. In deze aflevering gaat het vooral over hun ervaringen in de stad. “Warning – you are entering mountain lion habitat!” Niet een waarschuwing die je snel in Nederland tegen zou komen. Hier wel. Waar we dat zagen? Op een bordje in de heuvels vlak buiten Berkeley, nog geen 3 kilometer van ons huisje. Als je hier de stad uit en de heuvels in loopt, sta je bijna meteen in de wildernis. En de wildernis in Californië is verbluffend prachtig. De tegenstelling met de stad is helaas erg groot. Voor stedenbouwers bestaat hier schijnbaar maar één geldig argument voor hun doen en laten: functionaliteit. Die instelling heeft geleid tot steden die bestaan uit een raster van geasfalteerde straten, waartussen huizen, winkels en kantoren in ogenschijnlijke willekeur worden opgetrokken. Die rasters zijn erg handig om je weg te vinden, maar het heeft een sfeer van nul komma nul. Geen leuke pleintjes met een fontein, terrasjes of een kerk. Wel hier en daar een parkje, maar die zitten vol met zwervers. Niet echt plekken waar je voor de lol naar toe gaat. En omdat de stad toch al zo lelijk is, lijken mensen zich ook niet te bekommeren over hoe tuin en oprit erbij liggen. De eerste dagen dat we hier waren viel de stad ons vies tegen. We besloten de campus maar eens te gaan bekijken. Wat een verschil! De gebouwen daar zijn allemaal in Romeinse stijl.Groots en mooi, maar pretentieus. De vele grasveldjes, boomperken en parkjes liggen er stuk voor stuk strak bij. En de vele brutale eekhoorns deden ons in CenterParcs wanen. De wandeling deed ons gemoed veel goed. Kennelijk kunnen ze het wel, die Amerikanen. Stamppot De stad ligt vol met eettentjes en je kunt geen plek ter wereld bedenken die niet vertegenwoordigd is op de menukaarten. Thai, Japans, Pakistaans, Frans, Argentijns, bijna alles. (We hebben nog geen Nederlands restaurant kunnen vinden, maar daarin hebben ze gelijk. Je gaat toch geen stamppot eten in een restaurant?) Al die eettentjes worden niet alleen bezocht voor het diner, maar ook voor de lunch en zelfs ontbijt. Amerikanen schijnen aan zelf eten maken maar een broertje dood te hebben. We hebben hier vrienden gemaakt die nauwelijks toe durfden te geven dat ze maar één keer in de week koken. De collega’s op het lab rijden elke dag de heuvel af om in de stad te gaan eten. Dat maakt wel dat uit eten gaan erg goedkoop is. Voor 10 dollar kun je een goed maal eten met drankjes erbij. De keerzijde is dat er niet zoveel supermarkten zijn en dat de producten er relatief duur zijn. Leuk is dat we hier wel wat Nederlands spul hebben gevonden: Stropies stroopwafels, de Ruijter hagelslag, Droste cacao, Knorr nasimix en Conimex ketjap. Dat zijn toch dingen die we anders hadden moeten missen. Criminaliteit Hoe langer we hier zijn, hoe meer we Nederland -en vooral HaDee- kunnen waarderen. De rust van het dorp, de bekende gezichten, op je fiets in een kwartier tijd het dorp kunnen doorkruisen. En simpelweg het feit dat je ’s avonds veilig over straat kunt, want er is hier behoorlijk veel criminaliteit. Al wonen we allebei elders op kamers, Heeswijk-Dinther is onze thuis gebleven. En zo voelt het nu meer dan ooit. Je leert veel op zo’n buitenlandse stage.Niet alleen over de plek waar je naar toe gaat, maar ook over waar je vandaan komt. Wil je nog meer over ons lezen? Kijk eens op: www.wimenilona.waarbenjij.nu 13 HaDeejers over de grens: in Amerika ‘De stad heeft een sfeer van nul komma nul’ Wim van Hemmen en Ilona Lunenburg uit HaDee lopen stage in Amerika
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=