13 Zijn vader Henny en broers Arno en Henry bedreven jarenlang niet onverdienstelijk dewielersport.Eigenlijkwas het dus wel logisch dat Mart van Zandbeek ook op de fiets stapte. Want hoewel hij begon met voetballen bij Avesteyn kroop het bloed toch waar het niet gaan kon en begon hij op zijn 15de met wielrennen. Inmiddels werkt hij hard aan een serieuze wielercarrière als semi-prof bij de Belgische wielerploeg Flanders. Naast het wielrennen volgt de 23jarige Mart een opleiding als leraar aan de Pabo. Je komt uit een echte wielerfamilie en toch ging je voetballen? “Vroeger ging ik als klein manneke met mijn broers mee die toen al fietsten. Vooral “onze Arno” stond regelmatig op het podium en dan mocht ik soms naast hem komen staan. Dat vond ik helemaal te gek! Toch begon ik te voetballen. Dat heb ik tot m`n 12de zo ongeveer gedaan bij Avesteyn, maar al snel bleek dat een teamsport niks voor mij was. Ik liep de benen onder m`n kont uit en de rest liep een beetje rond en die vonden het wel goed. Op 15-jarige leeftijd begon ik alsnog serieus met fietsen.” Hoe ben je begonnen en wat wil je uiteindelijk bereiken? “In het begin ging het heel moeilijk. Toen kon ik nog niet bij houden, maar nu na bijna tien seizoenen gaat het me goed af en het gaat steeds beter. Ik ben begonnen bij een club in Schijndel waar ik tot twee jaar terug bij ben gebleven. Toen het met de club bergafwaarts ging en ik toch klassiekers wilde blijven rijden, ben ik op zoek gegaan naar een andere club. Ik kwam toen terecht bij Villapark Lingemeer, een klein Nederlands team dat al snel uit elkaar viel door gerommel met sponsorgelden. Ik reed in die tijd al goede wedstrijden en viel toen op bij een andere ploeg. Ik ben toen samen met drie andere jongens gevraagd door de ploegleider van Flanders om daar te komen rijden. Dat was natuurlijk een goede kans en ik heb dat met beide handen aangepakt. Ook de sponsor is mee gegaan en de ploeg heet nu Flanders – Villapark Lingemeer. We rijden over het algemeen mooie, maar de wat kleinere klassiekers en mogen af en toe aan het grotere werk ruiken zoals KuurneBrussel-Kuurne en ‘De Omloop van het volk’. Daar staan toch renners aan de start zoals Tom Boone, Boogerd, Dekker en noem maar op. Dat is toch leuk als je daar tussen staat. Toen ik aan dit avontuur begon, had ik nog te weinig trainingskilometers in de benen, maar ik voel dat ik nu steeds beter word. Aan het eind van dit seizoen moet ik de balans opmaken en kijken waar ik sta. Kijk het is natuurlijk altijd mijn droom geweest maar ik moet ook reëel zijn en als het niet lukt, dan moet ik misschien wel kiezen voor mijn opleiding als leraar.” Hoe kijken je broers en je ouders nu tegen je aan? “De ene is misschien een tikkeltje jaloers en de andere is super enthousiast, maar ze gunnen het me zeker allebei en mijn ouders zijn natuurlijk kei trots.” Hoe vaak moet je trainen om bij de top van de wereld te komen? “Bij ons is het zo dat het seizoen begint, zeg maar eind februari begin maart. Dan is het de bedoeling dat we december, januari en februari heel veel kilometers gaan draaien, zeg maar zo’n 25 uur in de week. Als dan de wedstrijden beginnen die ongeveer 180 kilometer zijn, kun je iets gaan minderen qua afstand, maar ga je jezelf meer richten op de intensiviteit. Het is trainen, trainen en nog eens trainen, maar ja, je moet er iets voor doen om later mischien als prof uit de wielerbus te komen. Het liefst zou ik `t hele land enthousiast maken.” Mart van Zandbeek doet op 9 april mee aan de Ronde van Heeswijk. Voor meer informatie over hem en zijn team: www.flandersteam.be. JdM/MvdW “Het liefst zou ik ’t hele land enthousiast maken” Wielrenner Mart van Zandbeek heeft profambities
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=