23 ‘Goet aent Beuge’ De historie van Zwanenburg gaat terug tot rond 1300 toen er voor het eerst in schriftelijke documenten sprake was van een ‘Goet aent Beuge’. Ongeveer rond 1500-1520 werd een stenen kamer of ‘slotje’ gebouwd. Tussen 1620-1670 volgde zowel de zuidwestelijke als de noordwestelijke bouwmassa. Eind zeventiende eeuw werd de noordwestelijke kant ingrijpend verbouwd. In 1733 bleek het huis aanzienlijk vervallen, maar werd later hersteld. De oudere bouwdelen bleven hierbij gespaard, getuige de nog aanwezige 16e en 17e eeuwse kapconstructie. Het deel met het lage puntdak, de noordoostelijke kant, werd gebouwd in 1850 en in 1860 de naastgelegen boerderij. Daarna werden er begin twintigste eeuw diverse kleinere herstelwerkzaamheden verricht, gevolgd door een ingrijpende restauratie tussen 1946 en 1953. Vóór de veertiende eeuw waren de dorpen Heeswijk en Dinther bezit van de Heer van Heeswijk en de Heer van Dinther. In de loop van de veertiende eeuw werden beide dorpen echter ‘leen’ van het hertogdom Brabant. We kenden toen nog het verschijnsel van leenheer en leenman tussen wie een persoonlijke band bestond. De leenman kreeg van de leenheer landerijen en rechten in leen en mocht de opbrengsten daarvan gebruiken voor levensonderhoud en bewapening. De leenman daartegenover verplichtte zich tot trouw aan zijn heer en tot militaire dienst. Beknopte geschiedenis Omdat een uiteenzetting van de gehele geschiedenis van het landgoed hier te complex is, graag een verwijzing naar het in december 2005 uitgekomen boek ‘Heemkundige Parels’ van Jan van der Leest. Niettemin een beknopte historie. Uit onderzoek blijkt dat er in een uitgiftebrief van 1378 vijf goederen in Dinther werden vernoemd die behoorden tot de in Asten woonachtige Jan van Berlaer, Heer van Helmond en Dinther. Onder meer het Goed op Beugt. (‘Beugt’ betekent ‘bocht’, in dit verband ‘bocht in de Aa’). Het geslacht Spierinc de Dynther was hiervan leenman. Zoon Dirck van Spierinc de Dynther erfde het Goed in 1407, daarna verviel het aan diens dochter Jenneke. Zij was getrouwd met Jan van Kessel, waardoor het huis op zijn naam kwam. Vervolgens kwam het in 1455 in bezit van hun zoon die wederom Jan heette. Deze kreeg het recht om te vissen en twee paar zwanen te houden op de Aa. We slaan enkele eeuwen over en komen aan bij jonker Gijsbrecht van der Schout die in 1641 het Goed op Beugt in leen kreeg van de leenhof van Heeswijk. Deze jonker heeft waarschijnlijk zelf in het midden van de zeventiende eeuw de naam ‘Swaenenbergen’ aan het huis gegegeven. Mogelijk ingegeven door het feit dat er zwanen gehouden mochten worden. In de volgende aflevering het vervolg van deze geschiedenis. RM Annie Heesakkers (55) Mijn favoriete Bernhezer is Mevrouw Vissers, van de Donkere Dijk. Zij doet veel vrijwilligerswerk bij Berne Zorg terwijl ze toch al in de 80 is. Zij staat drie maal per week in het winkeltje, in het huis. Ze doet dit al vele jaren en vindt het heel erg leuk om te doen. Willy van de Steijn (59) Ad Donkers is mijn favoriete Bernhezer. Ik vind hem een goede vertegenwoordiger van de bewoners van Hadee. Hij is breed georiënteerd, sociaal betrokken en verenigingsgezind. Ik vind het vooral goed dat hij breder denkt dan Hadee, hij ziet het in een breder verband én wat hij zegt dat maakt hij ook waar. Miriam van Grunsven-Haerkens (34) Mijn favoriete Hadeejer is Jan de Haas, de stukadoor. Hij voelt zich erg trots op HaDee. Dat zie je aan de manier waarop hij door HaDee loopt en rijdt. Iedereen kent hem en hij kent ook iedereen. Hij groet en zwaait naar iedereen. Hij heeft ook veel voor de gemeente gedaan. AJ U de beste Bernhezer van dit jaar worden?’ Huize Zwanenburg na de restauratie van rond 1920.
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=