11 ‘Molenaar blijft een prachtige hobby’ Boven windkracht zes gaat de vang er op Wat bracht je er toe om molenaar te worden? “Ik heb altijd al een voorliefde gehad voor ambachten. Toen ik een jaar of zestien, zeventien was, zag ik iemand manden vlechten van wilgentenen. Dat wekte mijn interesse. Jaren later was ik aan het fietsen langs de molen in Nistelrode. Toch alweer een dertig jaar geleden. Uit interesse wandelde ik binnen en kwam in contact met de molenaar die aanbood om mij het vak te leren. Maar vanwege de opgroeiende kinderen en een baan als biologieleraar, ontbrak het mij aan de tijd om op de molen te gaan werken. De interesse bleef en toen de kinderen door de puberteit waren, kwam er weer tijd. Daarop stapte ik weer naar de molen in Nistelrode en ‘de mulder’ Bert Somers leerde mij de kneepjes van het molenaarsambacht.” En toen was je opeens molenaar? “Nou, strikt genomen ben je pas molenaar als je de opleiding hebt afgerond en het examen met goed gevolg hebt afgelegd. Gedurende een periode van twee jaar moet je dan op verschillende molens meedraaien en dan mag je examen doen. Ik had de pech dat mijn leermeester-molenaar niet was aangesloten bij het molenaarsgilde waardoor hij niet erkend was. Daardoor mocht ik geen examen doen. Dat was voor de windmolen.Later heb ik wel het examen gehaald voor de watermolen.” Een opleiding tot molenaar.Wat houdt dat in? “Als je de opleiding volgt, dan leer je alles wat met de molen te maken heeft. Het is veel praktijk, maar ook krijg je lesmateriaal over bijvoorbeeld hoe een molen in elkaar zit. Er zijn verschillende typen molens en je krijgt op diverse molens les. Niet alleen dus over je ‘eigen’ molen leer je. Als je de opleiding afgerond hebt, dan ben je in principe in staat om op elke molen in Nederland te draaien. Molenaar worden is niet iets wat je zomaar even doet.” Wat doet een molenaar precies? “Elke zondagmorgen ga ik naar de molen in Nistelrode. Een molen is een monument, dus als eerste bekijken we de buitenkant en binnenkant of alles zit zoals het hoort te zitten. Dan gaan we de molen klaarmaken voor het draaien. Indien nodig kruien (draaien) we de molen naar de wind. Als er te weinig wind is, dan moeten er zeilen op de wieken aangebracht worden. En we beoordelen het weer, de wind. Vroegere molenaars wisten precies wat er ging gebeuren met het weer, maar ikzelf kijk ook veel op buienradar. We smeren de onderdelen in met reuzel of paardenvet en soms voeren we kleine reparaties uit. We leiden bezoekers rond en malen graan of maïs. Daarbij moet je steeds het weer in de gaten houden, of de molen nog goed in de wind staat. Je kunt het ook horen aan de aangebrachte gaten in de molen waar de wind doorheen fluit: de fluitgaten.” Krijg je veel bezoekers op de molen? “Tijdens de afgelopen Open Monumentendag hadden we tussen de zeventig en tachtig bezoekers, maar dat is wel een uitzondering. Vanwege de bezoekers zijn we meestal met twee of drie molenaars tegelijk bezig. Dan kan de molen blijven draaien, terwijl we de bezoekers rondleiden en eveneens de veiligheid in de gaten houden. Mensen die zelf granen of maïs meebrengen, die malen we dan. Als we niets te malen hebben, dan draait de molen ‘voor de prins’(draaien zonder malen).” Wat is er mooi aan molenaar zijn? “Dat is het uitoefenen van een ambacht, maar ook het bezig zijn met een monument. Ook het doorgeven en behouden van het erfgoed van de molenaar. En de gezelligheid. Als er bezoekers zijn bijvoorbeeld en hun dan anekdotes vertellen: de verhalen van de mulder. Maar het blijft een hobby, al zijn er in Nederland nog wel beroepsmolenaars. Zelf ga ik nog elke dag naar mijn baan in het onderwijs.” TK “Het zit in de genen, denk ik.” Dat is het antwoord dat wij kregen op de vraag: “Waarom wordt iemand molenaar?” De werkzaamheden aan de Kilsdonkse molen zijn gestart, maar bij een molen hoort een molenaar. Maar zijn de echte ‘mulders’ niet allang uitgestorven? Molenaar Jo van den Heuvel uit HaDee over het molenaarschap anno 2007. Molenaar Jo van den Heuvel
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=