Door de wintertijd is het ’s morgens een uur eerder licht en ‘s avonds eerder donker. Het weer stoort zich uiteraard niet aan de verandering van de tijd. In Nederland is het onderscheid tussen zomer- en wintertijd in 1977 opnieuw ingevoerd; ook van 1916 tot 1945 was de zomertijd van kracht. Tot begin de 20e eeuw had vrijwel elke plaats in ons land zijn eigen tijd, omdat voor de tijdbepaling werd uitgegaan van de hoogste stand van de zon. Omdat de zon in het oosten opkomt en in het westen ondergaat, werd de hoogste zonnestand in het oosten van ons land een kwartier eerder bereikt dan in het westen van het land. Vertaald naar Hadee: als het in Dinther twaalf uur is, staat de klok in Heeswijk nog op twee voor twaalf. Midden-Europese tijd Door de komst van de spoorwegen was een landelijke standaardtijd noodzakelijk.Voor de tijdrekening die we nu kennen is de aarde verdeeld in 24 zones, waarin een standaardtijd geldt. Als maatstaf wordt de tijd van Greenwich in Engeland genomen. Nederland en het grootste deel van Europa liggen in de zone ten oosten daarvan, waarin het een uur later is dan in Greenwich, de Midden-EuropeseTijd.Omdat Pasen in 2008 heel vroeg valt, duurt de wintertijd tot ná Pasen, namelijk 30 maart. Heel oud idee Het idee van zomer- en wintertijd is in 1784 al bedacht door ene Benjamin Franklin. Hij zag dat de Parijzenaars pas tegen de middag uit bed kwamen en laat gingen stappen. Pas in de Eerste Wereldoorlog werd het idee opgepikt en na WO II weer afgeschaft. Na de oliecrisis van 1973 zag men er de zin weer van in vanwege het economische voordeel. Voor het gaan stappen heeft het weinig geholpen, want die tijd is de laatste twintig jaar weer naar laat in de avond verschoven, en menig jongmens ligt weer de hele zondagmorgen ‘te meuren’. AvS Foto’s: De klokken van Heeswijk en Dinther: ze hebben elk zo hun eigen tijd. Wintertijd: van eind oktober tot na Pasen Van zaterdag op zondag 28/29 oktober is de klok een uur teruggezet, van 03.00 naar 02.00 uur en is de wintertijd begonnen. De “wintertijd” is eigenlijk de gewone tijd en duurt hier vijf maanden. Binnen de Europese Unie geldt een richtlijn die bepaalt dat de zomertijd ingaat in het laatste weekeinde van maart en eindigt in het laatste weekeinde van oktober. De Europese commissie gaat daar nog in 2007 over vergaderen. Dus of het zo blijft? Een ezelsbruggetje is: ‘in het vóórjaar moet de klok vóóruit’. Nu dus achteruit. Alle industriële landen doen hier aan mee, alleen Japan niet. In de tropen heeft het natuurlijk ook weinig zin. Tis wintertet De klok is verzet; tis den tet van wortels juin en snèrt. ‘t Wurt wer kauw vursmiddes op de wintermèrt. Wie krupter nie gère, in dizzen tet, lekker wèrrem in z’n winterbet? Smèrges ist loat licht en soaves vruger donker. Ok overdag aander zicht, snaachs veul stèrgeflonker. Wie litter nie gère, in dizzen tet, den hillen dág in z’n winterbet? In febrieke en kuttóre wurter wer gepeest, en onderweges dur de jong veul beter durgesjeest. De miste gaste zen allang vertrokke. Wie hier nou vekansie helt, lekt me kèj mesjokke: ‘t trekt te kauw op onder korte zómerrokke. Wie hetter nie gère, in dizzen tet, un wèrrem kruikske in z’n winterbet? Eén klok loat ik stôn op den auwen tet. Dè’s hendeg strakke, zo tege èint mèrt. 12
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=