19 | december 2008 catechese en catechetiek op de pabo en leraar ethiek in het Radboud ziekenhuis. Ook al loopt het tegenwoordige kerkbezoek terug, Van Meijgaarden heeft vertrouwen in de toekomst van de kerk.“Alle kloosterorden zijn ontstaan vanuit persoonlijke inspiraties, als antwoord op bepaalde noden in die tijd. Mensen zullen altijd weer geïnspireerd worden. Je moet ze het geloof wel laten beleven. Beleving is essentieel.” In 1979 werd Van Meijgaarden in Nijmegen tot priester gewijd, waarna hij het pastoraat Brakkestein onder zijn hoede kreeg. “Wij hadden een kerk met 1200 plaatsen. Toen al veel te groot voor zo´n wijk en nu zeker, omdat nog maar 4 procent van de katholieken elke zondag naar de kerk gaat. Dat er overal kerken sluiten, is onontkoombaar; er zijn er simpelweg te veel gebouwd.” In 1995 vroeg bisschop Ter Schure hem vicaris te worden bij het bisdom in Den Bosch. “Onder de indruk dat ik directeur was van een spiritueel centrum dat ik had opgezet in Nijmegen, wilde hij me graag inlijven. Als je gevraagd wordt, doe je dat, maar ik zei wel dat ik er nooit tussen zou passen. De bisschoppelijke staf heeft een heel andere smoel dan ik, gaf ik aan. Ter Schure keek me verbaasd aan omdat hij het woord ‘smoel’ niet kende.” Geestdriftig Toen pastoor As in 1999 uit Dinther vertrok, vroeg bisschop Hurkmans Van Meijgaarden de pastorie in Dinther te betrekken, een mooie plek dichtbij Den Bosch. Hij knapte het interieur van het achttiende-eeuwse pand geestdriftig op, waarbij de monumentale tegelvloeren in keuken en hal weer onder de tapijttegels werden ‘teruggehaald’. “Ik ben toen ook pastoor geworden in Dinther, met de norbertijn Joost Jansen als kapelaan. Later zijn de rollen omgekeerd, omdat pastoor en vicaris van de bisschop moeilijk te combineren zijn. Nu ondersteun ik juist pastoor Jansen, die op de abdij van Berne woont.” Van Meijgaarden mag beschouwd worden als een tactvolle bruggenbouwer tussen abdij en bisdom, twee instituten die geregeld een andere koers varen op geloofsgebied. “Inderdaad, ik werkte enerzijds voor het bisdom, anderzijds werkte ik samen met de abdij en pastoor Jansen die ook deken was geworden. Voor mij heeft dit nooit tot problemen geleid”, aldus Van Meijgaarden die over een grote dosis inlevingsvermogen beschikt. In 2004 werd hij vicaris-generaal en daarmee eerste plaatsvervanger van de bisschop. In juli van dit jaar werd hij echter plotseling, samen met vicaris Schröder de laan uitgestuurd omdat Hurkmans verjonging in zijn staf wilde. “De bisschop wilde niet immer met dezelfde mensen blijven samenwerken. Al heeft hij het recht, het was wel een klap in mijn gezicht. Schröder, Hurkmans en ik vulden elkaar precies aan. We konden goed samenwerken.” Verschilt Van Meijgaarden qua koers veel van Hurkmans? “Ik sta misschien anders tegenover de beleving van mensen. Bij mij zijn ook nooit conflicten ontstaan over bijvoorbeeld het houden van uitvaarten. Je kunt rekening houden met de beleving van iemand zonder afbreuk te doen aan waar de kerk voor staat.” Van Meijgaarden praat het liefst met mensen als hij ze heeft uitgenodigd voor een etentje dat hij zelf bereidt. Hij is een begenadigd kok en geniet als zijn gasten smullen en zijn zelf gemaakte likeurtjes, waarbij de frambozendrankjes uit eigen tuin favoriet zijn, appreciëren. “Er zijn wel eens zaken waarvan je denkt: daar motte we doorheen. Als je samen eet, is de sfeer ongedwongen en kun je veel bereiken.”, is zijn motto. Autodidact Van Meijgaarden mag ook graag een liedje spelen op zijn gitaar. Vaak gebruikt de pater, een autodidact, het instrument om het ijs te breken of cachet te geven aan een sacrament. Alsof het niet genoeg is, is Van Meijgaarden ook hoofdredacteur van het religieuze tijdschrift Opbouw, kerkelijk assistent van Kerken in Nood en zit hij in het bestuur van de katholieke omroep RKK en de bisschoppelijk mediacommissie. Jaarlijks organiseert hij daarnaast spiritualiteitsreizen voor kleine groepen naar Frankrijk en hij reist een paar keer per jaar als bestuursvoorzitter van de Nederlandse Bedevaart voor Zieken naar Lourdes. Vormde zijn ontslag in juli een deceptie, zijn benoeming in september tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau was een gedenkwaardige opsteker. Het mooiste vond hij de woorden vanuit de Dintherse gemeenschap dat men hem bij het dorp vond horen en hem niet kwijt wilde. “Ik voel mij zelf ook thuis in Dinther, maar Heeswijk vind ik ook leuk. Het maakt geen verschil waar ik de mis verzorg. Als ik wel eens in Heeswijk ben, plaag ik ze dat ze vanuit Dinther worden bediend. Maar in Dinther worden ze door Jansen juist vanuit Heeswijk bediend”, lacht hij. Of hij in de Dintherse pastorie blijft wonen, is ongewis. Hij zou wel willen, maar het hangt af van zijn nieuwe functie. “Waarschijnlijk wordt dat een bestuurlijke functie maar er is nog geen besluit genomen.” ‘Ik sta misschien anders tegenover de beleving van mensen’
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=