d'n Hadeejer februari 2008

Bjorn v. Steenbergen (29) Als mensen hier in de Abdijstraat willen parkeren dan moeten ze hun auto maar bij de Tol of de oude Rabobank neerzetten, daar is genoeg parkeergelegenheid. Soms parkeren mensen hun auto voor de oprit van mijn ouders die hier wonen. Overdag hoeft er hier geen parkeerverbod te komen maar bijvoorbeeld wel tussen 5 en 7 uur ´s avonds. Dat is denk ik wel haalbaar. Nico ter Heerd (68) Een eenrichtingsweg zal wel niet kunnen maar er mag gerust een parkeerverbod komen aan een kant van de weg. Maar dan gaan ze misschien nog wel harder rijden, nu moeten ze soms nog afremmen voor geparkeerde auto´s. Ze rijden hier veel te hard. Wij hebben zelf geen last meer van het parkeren, wel van de herrie. Het parkeren is vaak maar een paar uurtjes. Marietje v.d. Ven (66) Als er een parkeerverbod komt, waar moeten de auto´s dan blijven. Ze moeten toch ergens parkeren. Mensen met een winkel vinden het erg als er hier niet meer geparkeerd mag worden. Ik denk ook dat ze nog veel harder gaan rijden hier als er een parkeerverbod komt. Het is hier wel vaak heel druk, tijdens het spitsuur kan ik zelf soms de weg niet opkomen. Dorpspraat vanuit de Abdijstraat en de Torenstraat: Geen wonder dat het pand aan Den Dolvert 5 in Dinther door de gemeente op de Rijksmonumentenlijst is geplaatst. Een statig en voornaam pand met een prachtige dubbele voordeur aan weerszijden geflankeerd door twee fraaie hanglampen en een viertal grote ramen met in de bovenluiken glas in lood. Het huis, één van de oudste in Dinther, kent een lange bewoningsgeschiedenis. Al vóór het jaar 1550 blijkt dat dit huis eigendom was van de schepen (raadslid) van Dinther, Wijnand Jan Suijskens. Zijn erfgenaam Jan, eveneens schepen, was gehuwd met Anna Spierings. In 1641 kwam het ‘huis met brouwhuis’, in handen van dochter Jenneke Suijskens die getrouwd was met Peter Claessen. En zo gaat de geschiedenis verder, ondoenlijk om alle bewoners te noemen. Wellicht aardig om te weten dat in het verpondingsboek (verponding is de vroegere naam voor belasting op vaste goederen) van 1718 het huis in bezit kwam van Willem Geerling Sjongers die er bier brouwde en er tevens een herberg op nahield, geen ongewone combinatie. In 1756, toen de brouwerij al behoorlijk vervallen was, werd een gedeelte van het huis verhuurd aan de weduwe Peincier die er een Franse school voor jongedames begon.Maar slechts kort, want in 1761 kocht Gijsbert Pulles de ‘herenhuizinge met zes royale vertrekken…’. Tot 1790 was er nog sprake van een brouwerij, maar in 1819 blijkt deze tot het verleden te behoren. In 1832 stond het pand te boek als een ‘huis van de derde klasse’. Dat betekent dat er twee huizen in Dinther waren die hoger waren geklasseerd. Aan dit ‘grote huis’ was links een klein huisje gebouwd dat in latere jaren toebehoorde aan de weduwe Van Zandvoort. Oudere Dinthernaren herinneren zich ongetwijfeld dat Pietje de kapper hier in de periode 1944-1963 zijn klanten knipte. In de jaren dertig van de negentiende eeuw werd notaris Pieter Gelpke eigenaar. Deze was vanaf 1835 tot 1852 ook nog burgemeester van Dinther. Nadien hebben er nog enkele notarissen 22 Van brouwerij tot notarishuis De geschiedenis van het pand aan Den Dolvert 5 Deze foto van rond 1910 van de jeugd van Den Dolvert. Links het huis (met veldwachter) waar nu de fam. Van der Heijden woont (Fotocollectie Heemkundekring De Wojstap)

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=