Zo houden. Het oude systeem is prima. De eigen inwoners eerst. Zij hebben veel meer binding met het dorp dan mensen die van buiten het dorp komen. De eigen inwoners zijn al meer betrokken bij het dorp, ze doen vaak vrijwilligerswerk of zijn bij verenigingen. De eigen inwoners hebben ook al altijd meebetaald aan alle voorzieningen in de gemeenschap. Jan-Pieter Habraken (34) Ik vind het soms wel terecht dat mensen uit het eigen dorp voorrang hebben, maar soms ook niet. Als mensen uit het dorp weg zijn gegaan, omdat het hier te duur is en ze willen graag terugkomen, dan moeten ze ook de kans krijgen om terug te kunnen komen. Voor hen zou er een aparte regeling moeten komen. Mensen die nog geen enkele binding met HaDee hebben moeten zich eerst inschrijven. Mariëlle Manders (32) Ze schijnen het wettelijk verplicht te zijn. Maar als de Europese Gemeenschap straks zegt dat alle inwoners van Europa dezelfde kansen moeten krijgen en iemand uit Hongarije dan dus net zoveel kans maakt op een woning hier als eigen inwoners, wat doe je dan? Mijn standpunt is dat mensen uit Bernheze de eerste keus moeten hebben, maar je weet nooit wat ze in Den Haag of Brussel bekokstoven. Ton Pouwels (76) Dorpspraat : “Wat vind je van het woning Ditmaal aandacht voor de voormalige jongensschool aan de Hoofdstraat 100. Meer dan een halve eeuw heeft deze school begin twintigste eeuw bestaan. De gemeente plaatste dit gebouw op de gemeentemonumentenlijst. Het onderwijs in Heeswijk kent een lange geschiedenis. Met gebruikmaking van waardevolle bronnen als Wojstapkroniek en gemeentearchief wordt inzicht gekregen in het vroegere onderwijs aan jongens. Zo blijkt dat in 1749 Nicolaas Posthumus schoolmeester in Heeswijk was. Deze Nicolaas was de opvolger van Hendrik van Ham, beiden van protestantse huize. In die tijd schreef de overheid voor dat alle openbaar onderwijs op protestantse grondslag gebaseerd moest zijn. Vader Nicolaas werd opgevolgd door zoon Wilhelmus en bijna zestig jaar blijft deze als schoolmeester in de annalen vermeld. Het was vroeger gebruikelijk dat een school vlakbij een kerk gelegen was. In Heeswijk stond in de tegenwoordige Mgr. Van Oorschotstraat tot aan het einde van de negentiende eeuw een oude gotische kerk waarnaast de school stond. In 1815 bleek deze school allerlei mankementen te vertonen. Niettemin duurde het nog tot 1899 toen de eerste steen werd gelegd voor een nieuwe jongensschool aan de Hoofdstraat. Aannemer L. van Aspert schreef in voor de bouw voor het bedrag van fl. 6.490, - . Openbaar onderwijs Aanvankelijk werd er in de nieuwe school openbaar onderwijs gegeven. Dit veranderde met de Pacificatiewet in 1917 waardoor alle onderwijs gelijkgesteld werd en ook katholieke scholen gefinancierd werden. Daarnaast bleef de gemeente niet langer toezichthouder, maar het kerkbestuur. In Heeswijk gebeurde dat in 1927 toen het kerkbestuur van de nieuwe St. Willibrorduskerk aan de Hoofdstraat de school overnam. Voor de meisjes was er in 1904 aan de Abdijstraat al een katholieke meisjesschool opgericht door de zusters van J.M.J., die in de beginperiode de school zelf financierden. De bovenmeester van deze inmiddels katholieke drieklassige school die in 1927 Norbertusschool ging heten, werd meester P. van Em22 De jongensschool in Heeswijk als gemeentemonument Het verhaal van jongensschool Sint Norbertus
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=