23 van kracht werden. Ook de van oorsprong uit Heusden afkomstige abdij van Berne kreeg in Heeswijk in 1857 op aandringen van de toenmalige aartsbisschop Johannes van Zwijsen een tweede nieuw leven. De eerste abt werd Gerardus W. Neefs die met een vijftal conventsleden het kloosterleven startte. Om echter nieuwe aanwas te winnen, was het noodzakelijk een priesteropleiding in gang te zetten. In verschillende plaatsen in Nederland ontstonden van diverse orden al hun eigen opleidingen. Initiatiefnemer voor een priesteropleiding in Heeswijk was de norbertijn Gerlacus G. van den Elsen. Hoewel niet al zijn confraters gecharmeerd waren van dit idee, werd ten slotte toch het groene licht hiervoor gegeven. Op 1 september 1886 noteerde Van den Elsen hierover in zijn dagboek de zegewens Benedicat Deus huic specioso proposito. (Moge God deze kostelijke onderneming zegenen). Begin oktober werd in de zogenaamde Zonnekamer van het ‘Slotje’ (bij de abdij) een begin gemaakt met onderwijs aan vier jongens uit Heeswijk, Dinther en Berlicum. Financiering Een opleiding kan echter niet zonder financiële ondersteuning. Via brieven en bedelpreken werd een inzameling gehouden wat voldoende opbracht om nieuwbouw te kunnen financieren. Ook kwamen er schenkingen als kachels, boekenkast en lessenaar. Om verder in aanmerking te komen voor beurzen, was het verstandig de school een formele status te geven en deze officieel aan te melden. Dit gebeurde en op 11 juli 1888 ontvingen zowel de minister van Binnenlandse Zaken als het gemeentebestuur van Heeswijk het bericht van het bestaan van een instituut voor ‘bijzonder hooger onderwijs’, geheten Gymnasium Bernense Sancti Norberti. In het schoolverslag van deze aanvraag van 1888 bediende Van den Elsen zich van een leugentje om bestwil. Hij gaf hierbij zogenaamd officieel aan dat het gymnasium in 1888 onder eigen naam was begonnen met dertien leerlingen.Tegen dit verslag werd geprotesteerd omdat het ondeugdelijk was.Maar de officiële erkenning van de school kwam er, hoewel deze lang op zich liet wachten. Pas in 1892 zette de toenmalige koningin haar handtekening onder het Koninklijk Besluit (KB). Een zucht van verlichting werd tenslotte geslaakt met het verschijnen van het KB in het Staatsblad op 26 september 1898. Hiermee bleek dat het gymnasium officieel was ingeschreven. Op 4 april 1889 werd onder psalmgezang en op tekst van Van den Elsen de eerste steen voor het schoolgebouw, de linkerhelft van het huidige Abdijhuis, door vier leerlingen aangevoerd. De school die 6.500 gulden kostte, was geschikt voor vijftig leerlingen waar bij de zolder diende om enige interne leerlingen te huisvesten. De keus van de enkele rijen gele steentjes, die op advies van prior Van den Berg in de gevel waren aangebracht, bleken echter een gruwel in de ogen van Van den Elsen: een ornament waarin ‘de geest van de wereld het uitschreeuwt’. Dienstplicht Een bijkomend lastig probleem bleek de vervulling van de dienstplicht.Ook student J. van Roy, (de latere leraar en conrector) bleek geselecteerd voor de dienstplicht. Om deze echter te omzeilen en toch een beurs voor hem te krijgen, werd dispensatie aangevraagd in Den Haag. Volgens de wet was het mogelijk voor de dienstplicht vrijstelling te krijgen. Deze door Van den Elsen bepleite zaak werd tenslotte door de vorstin gefiatteerd. Het gebouw bleek echter al spoedig aan de kleine kant, temeer omdat de abdijleiding besloot ook een internaat te openen. In 1906 waren er 53 leerlingen en onder het beleid van de tweede rector Ludovicus Wirtz kwam er een flinke uitbreiding van de school. Het tweede gebouw werd gerealiseerd in 1938. In de volgende HaDeejer zal dit aan de orde komen. RM Bron: Jean van Stratum: Berna ut Lucerna en Omkijken en doorgaan, foto’s Huub van Bavel, o.praem Gerry van Zutphen (46) “Dat geeft alleen maar meer opstoppingen. Vooral op de kruising met plein 69, die is erg druk. Stoplichten op deze plek was beter geweest, of een rotonde. Die fietsstroken zijn een goed idee, en er zou ook nog een fatsoenlijk trottoir moeten komen.” Bernhard Hermsen (75) “Dat is een goed idee.De voorrangsregeling van rechts wordt meer en meer opgeheven. En dat vind ik niet goed. Vrachtverkeer dat van de zijwegen komt geef ik nu al vaak voorrang. Mensen moeten zelf ook een beetje nadenken.” Ben van de Rijdt (59) “DeHoofdstraat is een doorgaandeweg,dat moet een voorrangsweg zijn. De Zijlstraat is een goed voorbeeld hoe men binnen een beperkte ruimte, toch een redelijke oplossing gevonden heeft. Met aan beide zijde een trottoir.” RvdP goed plan of niet?
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=