d'n Hadeejer april 2009

Anita van Doorn beoefent een bijzonder ambacht: sinds medio jaren negentig heeft ze als verloskundige al zo´n duizend bevallingen persoonlijk voorbij zien komen. “Die gelukkig in de meeste gevallen goed gaan.” Het zijn wel roerige tijden die haar beroepsgroep doormaakt. De kwaliteit van de verloskundige zorg is in gevaar als de gemiddelde werkweek van 53 uur niet omlaag gaat naar 40 uur, stelt de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV). Veertig uur per week betekent dat je 100 zwangerschappen per jaar verantwoord kunt begeleiden, aldus de beroepsorganisatie. De Nederlandse Zorgautoriteit heeft de norm eerder bijgesteld naar 120 naar 110, maar dat gaat de KNOV dus niet ver genoeg. Anita, een van de vier verloskundigen van de maatschap Calamaris in Veghel, steunt de actie: “Door de toenemende beschikbaarheid van informatie, medische onderzoeken en mondigheid van de cliënt hebben wij gewoon meer tijd nodig om een zwangere vrouw en haar partner goed te begeleiden: prenataal, nataal en postnataal. Naast tijd is er ook geld nodig om nieuwe collega’s aan te nemen.” Wat houdt het ambacht zoal in? De taken worden steeds groter in getal, vertelt de HeeswijkDintherse. “Zoals prenatale screening en geven van voorlichting over zaken als borstvoeding, pijnbestrijding bij de bevalling en kraamzorg, zowel in groeps- als individueel verband. Het werk begint voor ons soms ook al voor de conceptie, want we hebben ook een kinderwensspreekuur. Hoewel het heel erg leuk is, houdt niemand het vol tot 65 omdat het zwaar en onregelmatig werk is. Eigenlijk kun je dit werk alleen kiezen als het ook je hobby is. Het mag ook zeker beter betaald worden. De overheid investeert echt te weinig in zorg”, aldus de verloskundige van Calamaris. Wat betekent dat eigenlijk, Calamaris? “Inktvis. Een toepasselijke naam voor een verloskundigcentrum. De kop van een inktvis lijkt wel wat op een baarmoeder. En de vele poten van de inktvis illustreren dat we als praktijk tegenwoordig zeer veel bieden, veel meer bijvoorbeeld dan in 1995 toen ik bij een voorloper van Calamaris in Veghel begon.” Waarom ben je pas op je 32ste verloskunde gaan studeren? “Ik heb eerst andere dingen gedaan, zoals anderhalf jaar lang sociale academie. Maar dat beviel niet goed, waarna ik cursussen financiële administratie heb gevolgd. Maar verloskunde, dat bleef knagen. Een paar jaar nadat wij ons derde kind hadden gekregen, ben ik aan de hbo-opleiding verloskunde begonnen. Dat was een weloverwogen keuze, want we moesten er heel wat voor opzij zetten. De opleiding kun je maar op enkele plaatsen in Nederland volgen. Ik moest er voor naar Heerlen. Eens per week bleef ik daar slapen, omdat het toch twee uur rijden was. Thuis hadden we destijds een goede oppas. Het waren echt drie zware jaren, zeker omdat we ook de zorg voor onze kinderen hadden. Maar ik ben wel blij dat ik het gedaan heb.” Was het een roeping dus, verloskundige worden? “Ja. Je zult er misschien om moeten lachen, maar ik denk dat de roeping ontstond op een Limburgse geitenhouderij waar ik na Anita van Doorn (49) uit Heeswijk-Dinther is verloskundige. Hoewel ze haar beroep als een roeping beschouwt, begon ze pas op haar 32ste met de hboopleiding. Ze gaat helemaal op in haar werk, maar denkt niet dat ze het tot haar pensionering volhoudt. “Dat geldt voor vrijwel iedere verloskundige omdat de werkdruk hoog ligt.” Zij steunt de landelijke actie voor meer tijd en geld voor haar beroepsgroep. Tekst: Tom Vos Foto’s: Kirsten van der Heijden Anita van Doorn heeft al duizend bevallingen gedaan ‘Tijdens de lammertijd wist ik het: verloskundige!’ ‘Een paar tellen later riep hij: ‘t kupke is er al” HaDeeinterview 18 | april 2009

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=