16 | januari 2009 40 jaar HaDee Voorgeschiedenis, een zwarte bladzijde Rijk gedocumenteerde mappen van voormalig Heeswijkse hoofdonderwijzer Rien van Hooren van de vroegere Norbertusschool geven een uitgebreid beeld van dit samengaan in 1969. Het is een zwarte bladzijde uit de geschiedenis van deze twee dorpen. Het eerste verzoek om fusie dateert van 9 april 1920. Gedeputeerde Staten (G.S.) van Noord-Brabant confronteren Dinther dan met de vraag over een vereniging met Heeswijk. Deze wordt echter, net als de daarop volgende verzoeken van 1929 en 1941 afgewezen. Maar in 1965 blijkt er geen ontkomen aan. Er is echter wel een verschil. Ditmaal komt de vraag van de burgemeester en wethouders van de gemeente Dinther. Deze burgemeester, Herman Breukel, die brood ziet in de samenvoeging, is zowel burgervader van Heeswijk als Dinther. Beide gemeenteraden vergaderen over het voorstel van de fusie op 23 november 1965. ‘Waardige behandeling van een netelige kwestie’ Onder deze kop wordt in het weekblad ‘De Brug’ in november 1965 verslag gedaan van de twee vergaderingen. Voor de behandeling van deze uiterst netelige kwestie over een fusie hebben burgemeester en wethouders aan de gemeenteraadsleden van beide gemeenten een brief gestuurd. Hierin wordt verzocht de discussie met hoffelijkheid en openheid te voeren en sentimenten achterwege te laten. De Dintherse raad gaat akkoord met het fusievoorstel. Onder de strikte voorwaarde echter dat in de toekomstige nieuwe naam beide namen gewaarborgd blijven. In Heeswijk ligt de zaak anders. Daar pleiten raadsleden Theo Verkaar en Jan van Lith voor uitstel van het voorstel. Zonder succes echter, zodat het voorstel wordt aangenomen. De formele procedure kan zodoende beginnen. Maar niet iedereen in Heeswijk is daar blij mee, getuige de leuze op het spanbord buiten de vergadering: Nooit geen vereniging. De gemeentelijke samenvoeging raakt het wezen van Dinther en Heeswijk zodanig diep dat de raadsleden dit onderwerp afzonderlijk behandeld willen zien. De eerste tegenstand vanuit Heeswijk Snel daarna wordt aan alle Heeswijkenaren een pamflet gestuurd ondertekend door het comite ‘Het Heeswijks Belang’. Met handtekeningen van onder meer baron Van den Bogaerde van Terbrugge. Hierin wordt op hoge toon opgeroepen niet met Dinther samen te gaan, maar zelfstandig te blijven. In de aanhef wijst het comité erop dat haar een rad voor ogen is gedraaid. Alles duidt erop, dat alhier slechts EEN persoon, welke groot overwicht op zijn wethouders kan hebben, alle macht aan zijne zijde meent te hebben, zijn zinnen – om niet nader te vermelden redenen – wil doordrijven. Na een twaalftal argumenten volgt: Om dan toch nog even sentimenteel te worden; heeft de historie voor ons dan geen waarde meer? Dinther kan niet bogen op een roemrijke achtergrond zoals Heeswijk. En: Wij zijn allen verplicht ons met alle kracht te verzetten tegen de plannen van diegenen, welke onze historische verbondenheid en recht op zelfstandigheid niet kennen en respecteren. Zij pogen blijkbaar, kost wat kost, eigen zakelijke en persoonlijke belangen te dienen’. Actie gebaseerd op gevoelsargumenten De stroom reacties hierop is enorm. De eerste is van baron van Bogaerde van Terbrugge die ondertekent met ‘Heer van Heeswijk’. Olie op het vuur van vele Dinthernaren die hierop weer in de pen klimmen. Tegenreacties van Heeswijkenaren, en zo gaat het maar door. Weinig vleiende argumenten worden aangedragen. De meeste artikelen verschijnen in De Brug, maar ook De eenwording van Heeswijk en Dinther in 1969, een tragikomedie Heeswijk-Dinther, het luistert zo vertrouwd en vredig. Alsof ze als tweeling liefelijk uit één moederschoot ontsproten zijn. Voor de huidige inwoners een vanzelfsprekende combinatie. Maar insiders weten dat aan dit samengaan in 1969 een verbeten strijd is voorafgegaan. Een strijd waarvoor we ons nu zouden schamen. Achterzijde pamflet comité Heeswijk Belang. Tekst: Riet Mariën Foto’s: Archief de samenvoeging deel 1
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=