d'n Hadeejer januari 2009

21 | januari 2009 Boe Verkaar In die tijd was de fusie een bloedserieuze zaak, benadrukt ook oud-onderwijscollega Barten die net als Van Hooren de bisschoppelijke kweekschool in Den Bosch volgde. Rasechte Dinthernaar Barten spreekt uit eigen ervaring. Net als de meeste Dinthernaren was ook hij geen tegenstander van de fusie. Hij schetst veelzeggend gebeuren uit die tumultueuze tijd: “Op een dag ging ik met de zesde klas zwemmen in Schijndel en kwamen we met zijn allen voorbij het huis van Verkaar in de Baron van den Bogaerdelaan in Heeswijk gefietst. Een paar leerlingen riep meteen ´boe Verkaar, boe Verkaar´. Nou, dat heb ik geweten. De vrouw van Verkaar was thuis en had dat gehoord en heeft toen de onderwijsinspecteur gebeld. Die kwam later naar mij toe om opheldering te vragen. Of ik die leerlingen daartoe had aangezet, wilde hij weten. Hoe verzin je het!”, zegt de nu 77-jarige Barten, tussen 1986 en 1994 wethouder van Heeswijk-Dinther en jarenlang directeur van de Dintherse SintServatiusschool. Barten herinnert zich dat er geen verzet was in Dinther tegen het beoogde samengaan met Heeswijk. “Dinthernaren waren nuchtere mensen. Ze namen een relativerende houding aan. We deelden al dezelfde burgemeester met Heeswijk. Nee, Dinther maakte zich echt niet druk over de samenvoeging.” Achter de baron aan Hoe anders was het in Heeswijk. Van Hooren: “Ja, wat waren die Verkaar en Van Lith van het actiecomité fanatiek. Ze hadden zelfs een vlugschrift tegen de fusie gemaakt en ze beweerden dat van alle Heeswijkse inwoners negentig procent haar adhesie had betuigd. Van alle ondertekenaars stond de baron natuurlijk bovenaan.” De reden dat sommige Heeswijkenaren niets van de fusie moesten hebben, was dat zij zich verheven voelden boven de gemiddelde inwoner van Dinther, meent Barten. Volgens hem ging Heeswijk prat op zijn culturele karakter. Het dorp was als de dood dat het een nietszeggend aanhangsel van grote broer Dinther zou worden, hoewel die vrees volgens Barten feitelijk nergens op gestoeld was. “Heeswijkenaren ontleenden die verheven status aan de aanwezigheid van het kasteel en de abdij: culturele voorzieningen die Dinther niet had. Dinthernaren waren in hun ogen maar boertjes.” Van Hooren vond het allemaal maar onzin, ook in die tijd al. “Ik zag geen verschil tussen mensen uit Heeswijk of Dinther.” De vraag is hoe het kan dat destijds kennelijk toch veel Heeswijkse inwoners achter het actiecomité van Verkaar en Van Lith aanhobbelden. “Heeswijkenaren zijn schijnbaar gezagsgetrouw, wat slaafs bijna. Ze liepen achter de baron aan. Ze waren behoorlijk beïnvloedbaar door hogergeplaatsten. Men keek op tegen de mensen van het kasteel en de abdij. Dinthernaren hadden daar minder mee te maken en waren minder gezagsgetrouw. Dit heeft heel lang doorgewerkt”, denkt Barten. Volgens hem en Van Hooren liet ook de vrouw van Verkaar, mevrouw Verkaar-Van Uden zich duidelijk gelden als vurig tegenstander van de fusie. “Dat vond ik eigenlijk wel vreemd want van oudsher komt haar familie uit Dinther”, zegt Barten. Twee kampen Het actiecomité in Heeswijk bleef zich uiteindelijk ook echt tot op het laatst tegen het samengaan verzetten. Barten: “Ik kan me nog een heftige bijeenkomst herinneren in het provinciehuis waarbij de twee kampen lijnrecht tegenover elkaar stonden. De honden lustten er geen brood van.” Hoewel menigeen in Heeswijk nog dacht met de invloedrijke baron wel een stokje te kunnen steken voor de fusie, werd in juli 1968 in de Tweede Kamer de knoop doorgehakt: Heeswijk en Dinther zouden per 1 januari 1969 worden samengevoegd. Aanvankelijk was het de bedoeling dat de nieuwe gemeente de naam Heeswijk zou krijgen. “Het landelijke beleid was dat er geen dubbele naam meer zou worden gehanteerd voor gemeenten”, weet Van Hooren. “Eerst koos de commissie dus de naam Heeswijk. Maar Dinther kwam toen in actie en voerde aan dat de naam Heeswijk al bestond: in de provincie Utrecht en bij Cuijk. Toen koos de commissie voor Dinther en was Heeswijk weer in alle staten”, vult Barten aan. “Daarna kwam de naam Dinther-Heeswijk in beeld. Een logische naam want het postkantoor in de Hoofdstraat heette ook Dinther-Heeswijk, net als het Wit-Gele Kruisgebouw en de brandweer. Uiteindelijk kwam toch de naam Heeswijk-Dinther als compromis uit de bus. Heel diplomatiek.We maken er in Dinther nog steeds wel eens een grapje over. Dan zeggen we dat Dinther toch maar mooi dat streepje voor heeft gekregen.” Tegenstelling verdwenen Barten merkt nauwelijks iets meer van de vermeende vijandigheid tussen Heeswijk en Dinther. “Na de fusie was het gauw over, hoorde je van het actiecomité niks meer. Verkaar werd later zelfs wethouder in de fusiegemeente. Nu heeft de oude tegenstelling eigenlijk helemaal geen betekenis meer. Natuurlijk, er wordt nog wel eens mee gespeeld of mensen uit Heeswijk of uit Dinther komen. Zelf doe ik dat ook. Ik zeg wel eens: ik heb vier kinderen van wie er drie in Dinther wonen. De vierde is geëmigreerd. Naar Heeswijk! ” Van Hooren bladert nog wel eens terug in de mappen vol oude artikelen, die bol staan van venijn en vuurspuwerij en die hij in de roerige periode van de fusie verzamelde. “Als je die stukken leest, zou je er gemakkelijk een lachwekkende novelle over kunnen schrijven.” ‘Ik zag geen verschil tussen mensen uit Heeswijk of Dinther’ Rien van Hooren Gerard Barten

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=