31 | januari 2009 De doden begroeten Wanneer mijn vriend Apao op de bouw zijn behoefte moet doen, neemt hij een schop mee. Hij begraaft wat hij achtergelaten heeft en gaat bidden om vergeving. Uit respect voor moeder aarde. Voordat hij een begraafplaats betreedt, begroet hij de doden.” Je gaat toch ook niet bij je vrienden zonder te groeten.” Bij de Creolen (zwarten) wordt de overledene dansend en zingend weggedragen. Er zijn twee versies van de reden hiervan. Een versie is om de kwade geesten op een dwaalspoor te brengen. De andere is als teken van een vrolijk en plezierig leven van de overledene. Pasgeborenen bij de Javanen gaan de eerste zes weken niet van het erf. Alleen in bijzondere gevallen. Ze zijn nog te kwetsbaar voor invloeden van buiten. De “duivelsvogel” (een soort uil) moet je niet op bezoek krijgen. Hij brengt onheil. En baden (douchen) is erg belangrijk. ’s Morgens vroeg. En in ieder geval bij thuiskomst, van waar je ook komt. Je weet nooit wat voor verkeerde energieën je meegekregen hebt. Afspoelen die handel! Een paar voorbeelden van de talrijke gewoontes en tradities in een land vol van spoken, geesten en religie. Ogenschijnlijke harmonie Moslims, Christenen, Hindoestanen, en een kleine minderheid Joden, Indianen (de oorspronkelijke bewoners) en Boslandcreolen (afstammelingen van de slaven) leven met hun eigen traditie en religie in ogenschijnlijke vrede en harmonie met elkaar. Ogenschijnlijk, want ik proef ook een onderliggende, sluimerende wrijving tussen deze bevolkingsgroepen. Geloof speelt een erg grote rol in Suriname. Clevia, het dorp waar ik verblijf, is vergelijkbaar met Loosbroek (alleen heten ze hier niet allemaal van Driel, van Krieken, Lunenburg of Bos). Er zijn vijf moskeeën, twee RK- kerken, en een hindoetempel. Ik heb een hindoestaanse en een moslimdienst bijgewoond en een “gewone” kerkdienst. Een ervaring rijker. “Ogri ai” Ik ben flink ziek geweest. Ik stond op het punt terug te keren naar Nederland. Ziek zijn hier kent een totaal andere benadering dan in het Westen. Alles draait om energieën. Ik ben uiteraard eerst bij de dokter geweest. Na twee weken zonder enige vooruitgang ben ik op bezoek geweest bij een zieneres. Een Hindoestaanse vrouw. Ik bleek “ogri ai” (boze oog) te hebben. Ik was in contact geweest met iemand die het niet goed met me voor had. Met pauwenveren langs me heen zwaaiend en allerlei gebeden prevelend, heeft ze me behandeld. Na twee behandelingen was ik beter........... Mensen die met een stuitligging geboren zijn, hebben de gave om je van rugpijn af te helpen. En dan zijn er nog duizend-eneen middelen uit de natuur tegen evenzovele kwalen. Fietsverhuur “t Brabants Kwartiereke” lijkt te gaan lopen (??). Het is nog geen vetpot, maar sinds ik met brengen haalservice adverteer komen de klanten. Ik heb een gepensioneerde Hindoestaanse man ontmoet. Hij heeft een bestelauto en rijdt voor me tegen brandstofkosten. Kasi (zo heet hij) vindt het leuk om wat te doen te hebben. Een erg aimabele man. Alweer een vriend erbij en als ik weer in Nederland ben, gaat hij door met verhuren. Van Hezikse postboj tot Surinaamse fietsverhuurder. Wie ha dè nou oit gedaagd? Ikke in elk geval nie! Verder maar drie keer op televisie geweest, door een hond gebeten, Nieuwjaar was geweldig, tientallen aanzoeken gehad, wortelbetozzie mè worst ge-ete, partijbijeenkomst Bouterse bezocht en voetbaltenues van Avesteyn overgedragen aan de plaatselijke voetbalclub (waarvoor dank). En vriendschap. Met mijn boezemvrienden Apao en Kasi. En met de familie Tirtosentono. Maar bovenal ontmoetingen. Met de buurt, taxichauffeur Perry, Roy, Maikel, Hendrik, Dillip, Mane, Ramon, Lillian, Shirley, Agnes, Eveline, Roos en Djennie. En ontmoetingen met vele Surinamers van allerlei pluimage. SURINAME : HET LAND VAN DE ONTMOETINGEN Boven: vlnr Maikel van beroep visser (Rene van der Pas) en boezemvriend Apao. Onder: vriend en chauffeur voor de fietsen Kasi. HaDeejers over de grens Suriname Groeten van onze missionaris. Rene overzee, no spang, tamara. Suriname: spoken, geesten, traditie, religie en ‘ogri ai’ Rene van der Pas woont een half jaar in Suriname, in Clevia, een dorpje onder de rook van Paramaribo.
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=