herinner is dat wij nog zelf de Bossche variant op de CITO-toets maakten, de Bossche Schoolvorderings Toets (BST).” Hopstaken had zelf ook onmiskenbaar de ambitie om schooldirecteur te worden. “Vanuit een bepaald idealisme. Idealisme dat ik nog steeds heb”, zegt hij. Onderwijskoppel Het werk is hem nooit gaan vervelen. Dat komt omdat Hopstaken geen type is dat op routine werkt of elke keer hetzelfde lesje afdraait. “Ik probeer lessen altijd weer opnieuw in te vullen. Meegaan met de tijd ook. Recent hebben we op het Mozaïek digitale schoolborden gekregen. Misschien niet meer nodig maar ik heb me er wel in verdiept. Genieten!” Hoe hij zijn conditie op peil hield al die jaren? “Ik sta altijd vroeg op. Jaren heb ik voordat ik ´s ochtends aan het werk ging, vier dagen per week, hardgelopen. Samen met vier vrienden onder wie drie toenmalige schooldirecteuren! Daar krijg je energie van.” Dé steun en toeverlaat in zijn leven is zijn vrouw Ria. Samen met haar vormt hij een heus onderwijskoppel, want zijn vrouw heeft dezelfde achtergrond als hij. “Wij kennen elkaar ook vanuit het onderwijs.” Het eerste wapenfeit van Hopstaken in Heeswijk vormde in 1978 het eerste schoolkamp, georganiseerd samen met de toenmalige Cuneraschool. “De eerste drie jaar gingen we met de hoogste klas naar het Drentse Wateren. Daarna zijn we een keer naar IJsselstein en Boekel geweest, maar dat was het allemaal niet. Sinds 1983 gaan we naar Arcen. Een prachtige, ideale plek, met bungalowtjes zodat we met kleine groepen kunnen werken. Mijn collega van de Cuneraschool Cor Verberk was meer een kampeerman, maar zelf had ik in miltaire dienst tenten genoeg gezien. Dat wilde ik niet.” Het succes van de schoolkampen? “We bieden elke keer een mooi en uitgebreid programma aan dat de hele dag overlapt. Kinderen vervelen zich geen moment. En er is grote betrokkenheid van de ouders.” Dooddoener Tijdens zijn directeurschap, dat duurde tot 1998 toen de Norbertusschool fuseerde met de Cuneraschool tot Mozaïek, heeft Hopstaken van de vijf nog altijd vier dagen per week les gegeven aan de zesde klas, later groep acht. Hoe omschrijft hij zijn pedagogische stijl? “Het is een dooddoener, maar het is belangrijk dat je het kind centraal stelt. Er moet orde, rust en discipline zijn maar ook ontspannenheid”, aldus de als degelijk te boek staande docent. Hij was graag verder gegaan als directeur maar door de fusie van de twee Heeswijkse basisscholen kon er maar één van de twee gegadigden op die stoel blijven. Sindsdien is Hopstaken full time leerkracht. Een jaar of zes bleef hij nog groep acht lesgeven. De laatste vier jaar staat hij voor groep zeven, om zo ruimte te maken voor de nieuwe generatie leraren op de school. “We hebben op dit moment een fantastisch jong team. Ik weet nog wel dat ik mijn eerste leraar mocht aanstellen. Dat was Annelies de Vries, die ook nu nog op de school werkt. Het is geweldig als je als directeur je eigen team kunt gaan samenstellen.” Het kan niet anders: geregeld ziet hij nog oudleerlingen terug. “Ouders van kinderen die nu naar school gaan, heb ik zelf vaak nog in de klas gehad. Veel mensen in het dorp kennen mij daarom wel. Maar ook daarbuiten loop ik natuurlijk oud-leerlingen tegen het lijf. Wat ze dan zeggen? ´Dag meneer Hopstaken´, en dat ik niks veranderd ben…” Hopstaken heeft een zwak voor alles wat met cultuur te maken heeft. Met lede ogen zag hij eind jaren zeventig, begin jaren tachtig dat Heeswijk-Dinther geen fatsoenlijke bibliotheekvoorziening binnen zijn grenzen had, slechts een bibliobus. Door samenwerking van Hopstaken met politicus Gerard Barten kwam er een permanente bibliotheek naast de kerk van Dinther, in de rechtervleugel van het huidige cultureel centrum Servaes. Later kwam deze voorziening centraal op Plein 1969 te staan, bij het gemeentehuis. “We vonden het te gek dat Heeswijk-Dinther geen vaste bibliotheek had. We hebben er echt voor moeten vechten bij de gemeente, maar gelukkig was het niet voor niets.” Heemkunde Ook op school is de belezen en reislustige Hopstaken één van de aanjagers van het cultuuronderwijs. “Ik sla graag nieuwe wegen in. Zo fietsen we nu elk jaar een keer naar instellingen als het Noordbrabants Museum in Den Bosch. Ik vind het belangrijk musea onder de aandacht van kinderen te brengen.” Heemkunde is een andere passie van Hopstaken. Tussen 1987 en 2002 was hij voorzitter van de Wojstap, waarvan hij nog altijd een ijverig lid is. Hij is trots op de volwaardige ruimte die de heemkundekring gekregen heeft achter de kerk van Dinther. “Toen ik ooit voor het eerst binnenliep bij de vereniging, zat men nog achter een cv-ketel in de vroegere Stokzaal. Daar kon je helemaal niets organiseren.” Hopstaken heeft nooit overwogen zijn heil op een andere school te gaan beproeven. “Wat wil je nog meer dan hier op het Mozaïek? We wonen er naast en het is een geweldige school die ook heel goed scoort.” Hopstaken, inmiddels ook grootvader van een kleinkind, weet nog niet wat hij precies gaat doen zodra hij straks niet meer ´naar de buren´ hoeft. “Maak je geen zorgen: ik ga me zeker niet vervelen.” Het afscheid van Niek Hopstaken op basisschool het Mozaïek is op 16 juli aanstaande. 19 | juni 2009 ‘Ik heb altijd met ontzettend veel plezier in het onderwijs gewerkt ’ ‘De laatste loodjes wegen zeker niet het zwaarst’
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=