18 | april 2009 Boxtel, 5 oktober 2008. Het was de dag van de eerste competitiewedstrijd van een nieuw volleybalseizoen. ’s Ochtends ging Ben zoals gewoonlijk wandelen met de hond, daarna verzamelen om gezamenlijk af te reizen naar Boxtel. De eerste set was er niets aan de hand, aan het einde van de tweede kreeg Ben ‘gezeur aan zijn rechterkant’: “Ik heb gezegd ‘haal me er maar uit, dan ga ik even op de bank zitten’. Even later val ik van de bank en wordt het me zwart voor de ogen.” Geluk Ben kreeg een hartinfarct en vervolgens een hartstilstand. Wat er daarna gebeurde, weet hij alleen van de verhalen. Een arts in opleiding die bij de tegenpartij speelde nam de regie in handen, een oud-verpleegkundige paste reanimatie toe en de AED deed de rest. “ Ik werd naar het Catherinaziekenhuis in Eindhoven vervoerd waar ik gedotterd werd en twee stents kreeg ingebracht, daarna naar Veghel waar ik aan het einde van de middag bij kwam. Of beter gezegd, mijn ogen open deed, want ik was me er niet van bewust. Voor mijn gevoel zat ik het ene moment in de sporthal en werd vervolgens wakker op de IC van het ziekenhuis. Van alles wat daartussen in gebeurde, weet ik niets.” Ben van Asperen (57 jaar) weet wel dat hij ongelofelijk veel geluk heeft gehad. De adequate hulpverlening die toevallig ter plaatse was, evenals de AED die zijn werk deed. “De meeste mensen krijgen een hartstilstand als er geen AED of kundige personen in de buurt zijn en overleven het dus niet. Toen ik een paar dagen later de overlijdensadvertenties ik de krant zag, dacht ik ‘Daar had ik ook tussen kunnen staan’. Ik besefte toen eigenlijk pas hoe ernstig het was wat me was overkomen”, zegt Ben, die sindsdien hartpatiënt is. Medicijnen, angst en vermoeidheid zijn zijn leven ingeslopen. “Toen ik in het ziekenhuis lag, voelde ik me na een paar dagen goed. Mijn idee was naar huis te fietsen en na een week weer aan de slag te gaan. De arts zei toen ‘Je kunt beter in maanden denken’. Dan word je met de neus op de feiten gedrukt. Mijn doel was mijn actieve leven van voor de hartaanval weer op te pakken. ‘Dat kan niet, dat kan nooit’, werd gezegd.” Loopgravenoorlog Maar Ben ging ernaar streven in elk geval zoveel mogelijk in de richting van dat oude leventje te komen. Het leefpatroon moest worden aangepast, een chocolaatje was al zondigen, en de acceptatie dat lichamelijk alles opnieuw moest worden opgebouwd was er vrij snel. De pompfunctie van zijn hart lag na de hartstilstand op 25 procent, inmiddels staat de ‘teller’ op 42 procent. Even ter verduidelijking: bij een gezond iemand ligt dat percentage tussen de 70 en 80 procent. Ben kan leven met het besef dat hij voor altijd hartpatiënt is. Erger is de angst. “Na een tijdje ging ik de hond weer uitlaten, altijd samen met mijn vrouw Wil. Stapje voor stapje ging ik steeds een stukje verder alleen. Onvoorbereid iets doen kan niet meer. Ik heb het gevoel in een loopgravenoorlog te zitten, nooit heb ik rust. Dat kost enorm veel kruim. Als ik in het begin in de tuin ging werken, moest ik me daar mentaal op voorbereiden en er zeker Nooit had hij werkelijk iets gemankeerd. De eerste vijftig jaar van zijn leven was hij zo gezond als een vis. Af en toe een griepje misschien, maar dat was het wel. Ben van Asperen was fit, gezond, gelukkig en genoot van het leven. Tot 5 oktober 2008, de dag die zijn leven in een klap veranderde door een hartinfarct en –stilstand. “Het ergste vond ik nog wel dat ik geen waarschuwing kreeg, mijn lijf heeft me in een keer in de steek gelaten.” Tekst: Annemieke van der Aa Foto’s: René Kuijs Ben van Asperen kreeg een jaar geleden een zwaar hartinfarct De strijd in de loopgraven duurt voort ‘Ik hecht veel waarde aan het leven, want het is niet iets vanzelfsprekends’ november 2008 HaDeeinterview oktober 2009
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=