d'n Hadeejer juni 2011

Van achteren naar voren heeft het in ieder geval de volgende exploitanten gekend: 2011 - ??? Donny Abbenes en Maarten Hermans 1993 - 2010 Riny en Annet van Esch 1964 - 1991 Jan en Annie van Erp 1924 - 1964 Drieka van Aspert 1900 - 1924 Helena van Aspert - van der Pas Aan het eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw woonde op de hoek van de Lariestraat en de Abdijstraat Marinus Dobbelsteen (1791-1873). Hij was getrouwd met Wilhelmina van der Zanden (1787-1852). Hij was (hoef )smid van beroep. Het echtpaar bezat, behalve de smederij, ook nog een stuk grond, groot 42 roeden en 30 ellen, naast de smederij. Hun dochter, Joanna Maria Dobbelsteen (1819-1890), trouwde met Antonie van de Meerendonk (1820- ?), die eveneens hoefsmid was. Op 19 januari 1874 vindt er een verdeling van de goederen van Marinus en Wilhelmina plaats. De smederij en grond is voor dochter Joanna Maria. Een dochter van Antonie en Joanna Maria was Clasina van de Meerendonk (1858-1883). Zij trouwde met de timmerman Lambertus van Aspert (1853-1924), maar overleed op 25-jarige leeftijd, 21/ 2 jaar na haar huwelijk. Lambertus hertrouwde met Helena van der Pas (1862-1948). Uit dit huwelijk werd in 1896 Hendrika Cunera geboren, die bekend werd als Drieka van Aspert, eigenaresse van een café in de Abdijstraat. Het begin In 1885 werd er op de grond naast de smederij een huis gebouwd. De steen in de voorgevel getuigt daar nog steeds van: “De 1e steen gelegd door (een broer van Lambertus) M. v. Aspert 19-3-1885”. In 1887 wordt dat huis eigendom van Lambertus van Aspert via de ouders van zijn toen reeds overleden vrouw. Er zijn twee verbouwingen bekend: 1896 en 1900. De vrouw van Lambertus, Helena, begon er na die laatste verbouwing in 1900 een café. Zij werd opgevolgd door haar dochter Drieka van Aspert. Dit café is dus gesticht door een echte Heeswijkse familie. De van Aspert’s, oorspronkelijk afkomstig uit Gemert, die zich via Dinther in het begin van de 19e eeuw in Heeswijk vestigden en de Van der Pas’sen, die oorspronkelijk uit Berlicum komen, maar zich eind 18e eeuw in de Fokkershoek vestigden. Drieka was een zus van de bekende Heeswijkenaar Jan van Aspert, de oprichter van De Kersouwe, en dus ook een tante van Alberto van Aspert, gedurende 40 jaar bestuurslid van dit theater. Drieka van Aspert Drieka bleef haar hele leven vrijgezel. Ze runde alleen haar café. Dat was maar klein. Als je de huidige voordeur doorkomt, was het alleen de voorste ruimte, tot aan de muur. Links stond een toog en er stond zelfs een biljart in. Het was een wonder dat de Heeswijkse fanfare er kon repeteren, maar de overlevering wil dat dat wel gebeurde. Verder was het typisch een, wat we tegenwoordig zouden noemen, bruine kroeg, waar een kaartje werd gelegd, vooral ‘s zondags na de hoogmis, en een borreltje gedronken. Toen Drieka 65 was geworden verkocht ze het café op 19-9-1963 aan de brouwer J.M.C. Godschalx uit Berlicum. De brouwer betaalde 25.000 gulden voor het café en 2.500 gulden voor de inventaris en het biljart. Drieka zelf ging in het kleine huisje wonen, dat aan het café grenst. Als een soort ‘interimkastelein’ hield Marinus Voets de zaak draaiend tot de nieuwe huurders zouden komen. En dat waren Jan en Annie van Erp. In de volgende HaDeejer het vervolg deel 2 van deze serie. Tekst: Bart van Schijndel De geschiedenis van een dorpscafé, deel 1 In juli 2011 zal in het markante gebouw naast de Cuneraschool in de Abdijstraat in Heeswijk weer een horecabedrijf worden gevestigd. Het gebouw dateert uit 1885 en sinds 1900 heeft het een horecafunctie. Hoe zit het eigenlijk met de geschiedenis van dit pand? Zullewe unpilske gôn vatte... ? 9 | juni 2011

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=