‘Je moet tegenwoordig blij zijn als je een paar euro overhoudt’ een redelijke boterham, hoewel dat wisselt. Maar je moet echt niet gaan zitten klagen, want dan moet je maar iets anders gaan doen. Je moet altijd verder kijken dan vandaag.” De ontwikkeling gaat verder. Begin 2010 startte Wouter een samenwerkingsverband op een nieuwe locatie met 1500 varkens. Daar komt nog voor 1800 plaatsen nieuwbouw bij. “Dit wordt op den duur mijn eigendom,” zegt hij. “Door de nieuwe regelgeving zullen enkele locaties over een paar jaar moeten stoppen. Dan kom ik waarschijnlijk op twee locaties met ruim 4000 vleesvarkens, één huurplaats en de rest eigendom. Dat is arbeidstechnisch veel efficiënter dan nu. En in een eigen moderne stal kunnen werken, geeft een prettig gevoel.” 300 per week Normaal gesproken woont en werkt een boer op zijn bedrijf. Maar voor vleesvarkens is dat volgens Wouter niet absoluut nodig. Het is een kwestie van een goed alarmsysteem. Hij moet er wel regelmatig naar toe en doet kleine storingen zelf. De biggen koopt hij van drie verschillende fokkers in de regio, zo’n 300 per week. Die houdt hij vier maanden en dus gaan er ook 300 varkens per week weg. Veel wordt levend geëxporteerd, vooral naar Duitsland, want het Ruhrgebied is vlak bij de deur, maar ook wat naar Tsjechië en Hongarije. “Je moet het Europees zien.” Voerwinst Voor een varkenshouder is de voerwinst gelijk aan de opbrengst van het vleesvarken min de kosten van de big en het voer. “Je moet tegenwoordig blij zijn als je een paar euro overhoudt,” zegt Wouter van Overbeek. “De detailhandel bepaalt namelijk de prijs. De boer verdient bijna niks, de slachterijen gaan redelijk en de handel en de supermarkten verdienen flink. Hoe en wat die verdienen, krijgt men maar niet transparant. De ZLTO is daar druk mee bezig en streeft naar een eerlijkere prijsverdeling. Vijftig cent meer voor een kilo vlees zou al prima zijn, maar dat moet dan wel naar de boer gaan.” Wouter is ook lid van de ZLTO, afdeling Loosbroek. Hij verwacht dat er in HaDee nog wel wat uitbreiding komt in de varkenssector, maar grote stallen verwacht hij niet. “Gewone bedrijven binnen Bernheze zijn vrijwel op slot gelegd. Een gewone uitbreiding is niet mega. Een megastal is een nieuwvestiging met 30 tot 40.000 varkens inclusief fokken enz. met vier of meer werknemers. Zo’n bedrijf is door niemand meer over te nemen. Ik ben tegen zulke megastallen, maar tegelijk moet je wel kunnen moderniseren en enigszins uitbreiden.” Breivoer De Dintherse varkenshouder hoopt met zijn nieuwe bedrijf in Erp een goede boterham te verdienen op een duurzame locatie. “Ik ga hokken bouwen van 13 m2 voor 13 varkens, half rooster, half dichte vloer,” zegt hij. “Het dak krijgt zonnepanelen en ik ga werken met breivoer en heb daardoor minder soja en tarwe nodig. Breivoer bestaat uit allerlei afvalstromen van de levensmiddelenindustrie zoals aardappelstoomschillen, wei van de kaas, broodmeel enz. Daar maken we een papje van, de brei. Ook ben ik hard bezig om de antibiotica te reduceren. Eerlijkheid en openheid tussen de fokker en de mester is daarbij zeer belangrijk. Er wordt steeds meer gewerkt naar gezondheid. Mest is nu nog een probleem. Hier is teveel fosfaat, maar wereldwijd is het een belangrijke meststof. Mestverwerking is noodzaak. Volgens mij worden we beter gecontroleerd dan de gemiddelde chemische industrie.” Veel gaat automatisch in de vleesvarkenshouderij. Voor onze jonge varkenshouder is het heerlijk om met dieren te werken vanuit het centrum van Dinther. “Het is veel werken, maar je kunt zelf plannen en indelen. Je hebt je eigen vrijheid.” Aldus Wouter. Het blijft een vak apart. Wouter van Overbeek tussen de biggen De vleesvarkens na vier maanden 19 | maart 2011
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=