JAN MARIJNISSEN (58 jaar) kijkt met weinig plezier terug op de twee jaar die hij halfweg jaren zestig op Bernrode doorbracht. De herinneringen zijn diep weggestopt. Slechts enkele van de docenten of medeleerlingen kan hij zich nog voor de geest halen. “Mijn vader was overleden, mijn moeder zat niet lekker in haar vel; het was beter dat ik naar kostschool ging”, vertelt Jan. “Maar een succes was het niet. Ik had veel bezorgdheid over thuis en was bang wees te worden. En dan kom je in zo’n liefdeloze instelling als een kostschool terecht waar een strak regime heerst en je een dag per maand naar huis mocht.” Buiten de lessen om werd er in die tijd vier uur per dag verplicht gestudeerd. Ontspanning was er in de vorm van biljart, televisie, lezingen en tafeltennis. Om 21.00 uur lagen de jongste leerlingen op bed, om 21.30 uur de ouderen. Gaandeweg het gesprek komen er toch wat herinneringen boven. De snoep die Jan verstopte en die geruild werd voor broodjes die de jongens uit Sint Oedenrode in een groene houten kist meenamen. Want ‘de macaroni die we kregen was niet te eten’. Hoe hij, als rasechte Stonesfan, ruzie kreeg met een medeleerling die ‘Strawberry fields’ van The Beatles prees. “Ik heb er goed leren tafeltennissen, speelde ook wedstrijden. En ik weet nog dat we soms naar die cafetaria op de hoek (Asperia, red.) gingen. Dat was een uitje, verder speelde alles zich binnen de muren van het internaat af.” “Of ik verder veel geleerd heb? Nee. Grieks en Latijn bijvoorbeeld, ik had er niets mee. Dat was een crime voor me. Op Bernrode zijn ook mijn eerste twijfels over het bestaan van god gekomen. Ik was een vroom manneke, had vroeger een Mariabeeldje thuis op mijn kinderkamer, maar ik begon veel vraagtekens bij het geloof te plaatsen. Ging erover met de paters in discussie. Ze konden mij niet overtuigen. Wat dat betreft is daar wel een kiem gezaaid.” Jan Marijnissen beseft dat het een weinig vrolijk verhaal wordt. “Ik kan het niet mooier maken dan het is”, zegt hij. “Ik had ook het idee dat iedereen ontevreden was. We doodden de tijd. Dat hele kostschoolprincipe klopt natuurlijk niet. Je wordt afgestompt. Het was een dagelijkse struggle for life. En zo ontzettend liefdeloos. Het was een gevangenis.” “Na het tweede jaar vonden alle partijen het beter als ik Bernrode zou verlaten. Ik ging naar de HBS in Oss en daar ging ik pas leven. Zette ik de bloemetjes flink buiten. Ik leerde mijn huidige vrouw kennen en was met alles bezig behalve school. Ook daar moest ik weg, wegens opstandig gedrag. Nee, diploma’s heb ik niet, maar wel enorm veel van het ‘gewone’ leven geleerd.” JAN MARIJNISSEN ‘Het was een liefdeloos bestaan’ Ik ging naar de Pius X Mavo in Veghel. Het regime begin jaren zeventig was nog behoorlijk streng. De broers Stappers hadden het er voor het zeggen. Alleen maar jongens op school, ook alleen maar leraren. Ik zat met Theo en Frans Jacobs in de klas. Leren was mijn hobby niet en ik ben ook een keer blijven zitten. Toen kwam ik bij Mari Dobbelsteen in de klas. Aan boekhouden, handelskennis en Frans had ik een bloedhekel. Wiskunde vond ik leuk. Achteraf gezien hadden ze me beter naar de LTS kunnen sturen. Bij het St. Oelbert Gymnasium in Oosterhout (seminarie Capucijnen) kwam discipline op de eerste plaats. Het was nog in de jaren vijftig. Zes dagen in de week naar school. Na ‘schooltijd’(we waren daar intern) nog zeven uur studie per dag. Met elkaar praten tijdens deze studie-uren was er niet bij. Een leraar herinner ik me nog die fanatiek tegen het koningshuis was. Ik hield van toneel en had het beheer over de toneelzolder. Ik had een hekel aan zwemmen. Maar of het nu warm was of koud, of je ziek was of niet, zwemmen moest je. Doordat ik al vroeg moest gaan werken, heb ik maar twee jaar op de middelbare school gezeten. In de beginjaren zeventig op de Maarten Christie Huishoudschool in Oss. Iedere dag vanuit Heesch met de fiets naar Oss. En onderweg stiekem met de meiden sigaretten roken. Het was een streng Katholieke school. Er was nog een pater die godsdienstles gaf, en een non voor maatschappijleer. Tekenen vond ik leuk. Spijbelen was er niet bij, ik was veel te bang dat ik het ’s avonds thuis op mijn bord kreeg. DORPSPRAAT GYMNASIUM BERNRODE BESTAAT 125 JAAR. HO HENRIËTTE HERCKENRATH (53) ANTON LINTERMANS (69) MARI VAN DEN HEUVEL (56) Tekst: Annemieke van der Aa Foto: SP archief Goofie. Waarom weet hij ook niet meer maar dat was de bijnaam van Jan Marijnissen tijdens zijn tijd op Bernrode. Waarschijnlijk omdat iedereen destijds nou eenmaal een bijnaam had. Het is een van de weinige feiten die de voormalige SP-voorman zich nog weet te heugen. Verder zijn het vooral minder leuke herinneringen die overheersen. “Het was een liefdeloos bestaan.” Tekst: Rene van der Pas Foto’s: Piet van Zutphen 22 | september 2011
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=