HEROPENING In april 2008 is de ‘oudbouw’ volledig gerestaureerd en op 5 juni 2008 volgt de officiële heropening van het gebouw uit 1938. Een opvallend verschil met voorheen is dat de school het gebouw deelt met enkele welzijnsinstanties en het gebouw dus een multifunctioneel karakter krijgt. Gebruikers zijn onder meer de muziekschool, de fanfare, enkele sportclubs en de Katholieke Bond van Ouderen . Het nieuwe gebouw heeft een positief effect op het leerlingenaantal, want het aantal aanmeldingen is groter dan ooit. Toch zullen er van deze leerlingen weinig priester worden of intreden in een klooster, terwijl het daar 125 jaar geleden toch allemaal om begonnen was bij de oprichting van het gymnasium. De nieuwe tijd, leerlingen ‘omsingelen ‘ een laptop in 2011 ‘STEEDS MEER WORDT BESEFT DAT EEN KIND HET BEST KAN WORDEN OPGEVOED IN DE EIGEN HUISELIJKE SFEER’ Klaslokaal 2011 Vervolg van pagina 27. “Zes bedremmelde kinderen in die voor hen grote wereld van nagenoeg allemaal mannen.” Maar het aantal meisjes groeit snel. In 1967 zijn het er al twintig, het jaar daarop 42 en in 1973 al 97. AFNAME INTERNEN In het studiejaar 1964-1965 telt de school 162 leerlingen. Het gebouw is hiermee overvol zodat een noodslaapzaal in gebruik moet worden genomen. Er moeten zelfs aanmeldingen worden afgewezen. Maar in het jaar daarna zet de teruggang in. In het schooljaar 1968-1969 zakt het aantal internen terug naar 126. Volgens Louis van de Meerendonk, zelf docent in die tijd op de school, is de achteruitgang niet verwonderlijk. “Overal neemt de belangstelling voor de internaten af en dit past in het beeld dat men van een internaat heeft. Steeds meer wordt beseft dat een kind het best kan worden opgevoed in de eigen huiselijke sfeer, door de eigen ouders”. In februari 1971 stuurt de staf van het internaat een brief aan de ouders met de mededeling dat het internaat in 1972 gesloten zal worden. De paters en broeders gaan weg uit de school in de jaren zeventig en leken komen er voor in de plaats. Tegelijkertijd grijpt de deconfessionalisering om zich heen. Maar alles went en nieuwe leerlingen zoals Anton Schuttelaars (19801986) weten al snel niet beter meer. “Toen ik in 1980 als brugklasser het schoolterrein opfietste had ik er geen idee van dat slechts veertien jaar eerder de eerste meisjes mij waren voorgegaan en dat het internaat pas een luttele acht jaar tot het verleden behoorde.” Op 25 februari 1982 vermeldt het dagboek van Bernrode dat onder de kerstvakantie twee medewerkers van de Rijksgebouwendienst naar de school zijn komen kijken. Uit het verslag blijkt dat de staat van onderhoud van het leegstaande gedeelte van de school slecht is. Met name geldt dit voor het dak boven de eetzaal. Verder roesten de stalen ramen en is het schilderwerk ‘ver te zoeken’. Het gebouw maakt een rommelige indruk met veel ‘hokken’ en weinig ruimten voor lokalen. Omdat verbouwing duur is, ligt nieuwbouw voor de hand. En zo kan in 1985 de school wederom verhuizen naar een nieuw gebouw. Voor de derde keer. Maar lang zullen de leerlingen niet gebruik maken van deze school want als Martien Korsten in 1998 benoemd wordt als rector van Bernrode, vertelt hij in een opwelling aan een journalist wat zijn grootste wens is voor de komende jaren. Korsten: “Aan het einde van dat interview moest er natuurlijk een foto gemaakt worden. Waar? In de oudbouw natuurlijk, want dat was het gebouw waar ik als oud-leerling in 1973 mijn eindexamen had gedaan. Op de vraag van de journaliste welke mijn plannen voor de school waren, noemde ik de vanzelfsprekende dingen die een rector zijn school toewenst en voegde daar zonder er bij na te denken aan toe “en dat de school mag terugkeren naar deze plek, naar de Abdijstraat, waar onze wortels liggen.” 27 | september 2011
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=