Tekst: Michel van de Wetering Foto’s: Jacques Worms Berry van de Wetering (37) heeft zijn hele jeugd in Dinther gewoond. Toen hij ging samenwonen, kwam hij in Oss en Uden terecht maar is daarna toch maar weer naar Heeswijk-Dinther verhuisd. Ruim 13 jaar stondhij inDinther als leerkracht voor de klas. Het was ook in die periode dat hij zijn eerste boek schreef. Inmiddels is hij directeur van een basisschool in Boekel en is zijn tweede boek ’In mei drink ik chocomel’ verschenen. Zijn eerste boek schreef Berry in 2007, het was een kinderboek met als titel ’Nooit meer gewoon’. ”Ik schrijf al jaren columns voor de website van Avesteijn en kreeg daar altijd leuke reacties op en omdat ik voor de klas stond en veel voorlas aan kinderen, dacht ik dat het leuk zou zijn om een kinderboek te schrijven. Toen ik het idee en de tijd er voor had, heb ik in zes weken tijd het boek geschreven. Ik kreeg daarna zoveel leuke en enthousiaste reacties dat ik dacht: dit smaakt naar meer.” Door de studie en een andere baan kwam het er een tijd lang niet van, maar afgelopen zomer was het zover en schreef Berry zijn tweede boek dat nu inmiddels in de winkel ligt. Verzonnen Dit nieuwe boek is een verzonnen oorlogsverhaal maar met gebeurtenissen die zich in werkelijkheid hebben afgespeeld in Heeswijk-Dinther en verweven zijn in het verhaal. ”Het is geschreven voor de jeugd vanaf plusminus 12 jaar, maar ik merk wel dat veel ouderen het leuk vinden, omdat zij herkennen wat er zich in die tijd afspeelde in deze buurt. Ondanks dat het geschreven is voor kinderen dacht ik wel: ik moet geen dingen verbergen. Als mensen dood gaan, dan gaan ze ook dood, zonder in bloederige details te treden, maar oorlog is nou eenmaal verschrikkelijk en dat moeten ze ook weten.” Toen de vader van de Dintherse schrijver vorig jaar overleed en het ouderlijk huis werd opgeruimd, kwam hij een boek tegen van de herdenking van 29 burgerslachtoffers uit Heeswijk-Dinther. ”Nadat ik het boek gelezen had kreeg ik een beeld van wat zich in werkelijkheid had afgespeeld in mijn geboortedorp in de oorlog. Het boek was eigenlijk geschreven, zodat de jeugd de gebeurtenissen nooit zou vergeten maar ik dacht: welk kind leest dit boek nu eigenlijk? Voor mij lag hier natuurlijk de uitdaging om een tijdlijn te maken van de feiten die zich hier afspeelden en vervolgens heb ik een fictief verhaal bedacht met een hoofdpersoon die in de oorlog opgroeit. Daar waar het paste, heb ik werkelijk gebeurde verhalen toegevoegd soms met naam en toenaam.” Mede daardoor is het boek natuurlijk erg leesbaar en herkenbaar voor ouderen. ”Ik herinner mij een reactie van een mevrouw die zei nadat ze aan het boek was begonnen: ‘Ik kom er niet doorheen, want bij elk stukje zie ik het zo weer voor me en begint mijn eigen verhaal zo te leven dat ik niet meer weet waar ik gebleven ben.’ Hoewel het verhaal dus vanuit een kind beleefd wordt, is het mooi om te zien dat het juist oudere mensen raakt en zoveel verhalen oproept die nog onder deze generatie zitten en die misschien over tien tot twintig jaar verloren zullen raken.” Inspiratie ”De titel is aan het eind ontstaan en mei heeft natuurlijk te maken met de bevrijding want daar is het aan gerelateerd en ‘drink ik chocomel’ wordt als je het verhaal gelezen hebt, wel duidelijk. Maar ik vond de titel wel uitdagend klinken en hij nodigt uit tot lezen van het boek.” De inspiratie haalde de schrijver bijvoorbeeld ook uit dingen die hij zelf heeft meegemaakt en een plek heeft gegeven in het verhaal. Doordat Berry het boek in eigen beheer heeft uitgegeven, is de prijs vrij laag. Het is te koop bij Paperpoint in Heeswijk-Dinther. Verzonnen oorlogsverhaal in tweede boek van Berry van de Wetering feiten en fictie verpakt in een kinderboek 21 | juni 2012
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=