Hans Koenen is geboren in 1952 en adviseur geweest i.v.m. ontwikkelingswerk, voornamelijk in Afrika. Bijvoorbeeld als een overheid een waterproject op wilde zetten of voor een ziekenhuis waar men niet de juiste weg wist. Hij beeldhouwt al zijn leven lang en de laatste jaren fulltime aan de Hoofdstraat in Heeswijk. Zijn beelden zijn figuratief of abstract-figuratief, o.a. vogels, stieren en vooral veel vrouwen. In sommige vrouwen weerspiegelt zijn verleden in Afrika in diverse landen. “Met ‘The Phantom’ beeld ik een droom uit, een visioen,” zegt Hans Koenen. “Een mens wil iets bereiken, heeft niet altijd de kracht, maar als de droom werkelijkheid wordt, is men vrij in de stroom van het leven, in de wind. Het is een bijzonder beeld geworden en de tekst geeft het nog een extra dimensie. En nu dus naar Amsterdam.” Hans Koenen heeft een atelier aan huis in de Hoofdstraat. Bezoekers en cursisten zijn welkom. Informatie vindt men op www.hanskoenen.nl, tel. 0413-292750. Eind september staat Hans Koenen met zijn beeld ‘The Phantom’ op een expositie in Amsterdam tijdens de nationale kunstjaarbeurs in het World Fashion Centre. Dat is bij de Beursplaza aan het Koningin Wilhelminaplein. Ad van Schijndel schreef een gedicht bij het beeld ‘In het fantoom van de tijd’. Dat gedicht wordt tegelijk tentoongesteld. Tekst: Ad van Schijndel Foto’s: Astrid van den Broek/Foto Hans Koenen: Jacques Worms ‘The Phantom’ op nationale kunstjaarbeurs Beeld van HaDeejer Hans Koenen optoonaangevende beurs in Amsterdam In het fantoom van de tijd Waar voorheen het zomerkleed altijd weer mijn loop versterkte in een zijden winding van genot, heeft de tijd nu gaten geslagen in de waaier van mijn trotse gang; er lopen nu vale strepen over heel mijn lijf die mij de adem benemen en mij als roestige jaarringen vertellen dat ik niet meer meer ben dan een fantoom van wat ik vroeger was. En als ik met een arm van verzet of zwaaiend achter mij mezelf wil bevrijden uit dit keurs van ontijdig verval, dan klepperen de valse draden van herinnering langs mijn benen, hoofd en billen en slaan steeds weer nieuwe beurse plekken in mijn huid. Ik moet vooruit, ik moet wat mij nog rest van mijn vroeger vrouwzijn losrukken uit al wat mij verstikt en vraag aan ieder die mij hier ziet staan of gaan, vijl, zaag, knip, boor mij los en vernietig het karkas van mijn trieste verleden kom, ja kom, ik kom. Ad van Schijndel, 8 aug. ‘12 25 | september 2012
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=