d’n HaDeejer | 29 man en moeder een ‘gewone gezellige oude stijl moeder.’ ‘Vader was in die beginjaren al snel in het bezit van een auto, een Renault. In die tijd bestonden er nog geen rijexamens en rijbewijs. Jaren later heeft hij zich vrijwillig aan een test onderworpen om eventuele foutjes te corrigeren. In een winter met veel sneeuw bonden wij onze sleetjes achter de auto voor een tochtje door Kralingen. Gevaarlijk was dat nauwelijks gezien het weinige verkeer in die tijd.’ Muziek en zang, en vooral dat laatste loopt als een rode draad door haar leven. In haar woonkamer staat een piano, die ze al een tijd niet meer bespeelt, de handen werken niet meer mee. ’Kerstmis was een hoogtepunt in ons gezin. De open haard ging dan aan, wat zelden gebeurde, de kerstboom stond met echte kaarsjes te stralen in de serre. Oom Henk, met tante To onze vaste gasten op kerstavond, las een kerstverhaal voor; moeder, Anneke en ik zongen driestemmige kerstliederen. Het was altijd een sfeervolle avond. Moeder was knap in het spelen van de pianobegeleiding en tegelijkertijd haar tweede stem te zingen. Ik heb erg goede herinneringen aan het zingen met moeder en An. Zodra ik oud genoeg was en aangenomen werd, ben ik lid geworden van het Toonkunstkoor waar moeder al langer lid van was. Ik vond het heerlijk om met zo’n groot koor mooie koorwerken in te studeren en uit te voeren. Zo heb ik vele malen de Mattheus Passion meegezongen.’ HuWelijKsreis Ze gaat studeren. Eerst naar de HBS (Hogere Burger School). ’In 1938 haalde ik mijn eindexamen. In die tijd gingen nog niet veel meisjes studeren. Maar vader moedigde mij aan ondanks zijn conservatieve aard. Voor mij zelf viel de keuze op de Economische Hogeschool (nu Erasmus Universiteit, red.).’ De oorlogsjaren in Rotterdam waren niet gemakkelijk. Joodse vriendinnen werden opgepakt en zag ze nooit weer. Door de oorlog gingen ook de scholen dicht en stokte haar studie. Ger Bos studeerde ook in Rotterdam, ook economie. ‘En zo hebben Ger en ik elkaar leren kennen. Vooral de Centrale Hervormde Jeugdraad met zijn kampen was de ideale gelegenheid om dergelijke verliefdheden te bevorderen!’ Ze trouwden op 30 november 1950. Ger was inmiddels werkzaam bij Handels Vereniging Amsterdam. Een koloniale onderneming. De wittebroodsweken duurden maar kort. Op 5 december vertrok haar man voor het bedrijf naar Indonesië. ‘Na een huwelijksreis van enkele dagen naar Parijs brak er niet zo’n aangename tijd aan: een kersverse echtgenoot die begin december naar Surubaja vertrok en een bruid achterliet, die haar doctoraal nog moest doen en in drie maanden daarmee klaar moest zijn. Dank zij de speciale hulp van prof C.W. de Vries is dat op tijd gelukt. En zo vertrok ik begin maart per Willem Ruys naar Surubaja. Het geluksgevoel waarmee ik Rotterdam in de verte zag verdwijnen en bovendien met mijn pas verworven bul in mijn zak is niet te beschrijven. Na een week of vier kwam ik via Djakarta aan in Surubaja, waar Ger mij op de kade stond op te wachten, mager en bleek in zijn witte tropenkleren, maar hij was het tot mijn grote blijdschap!’ Het jonge paar wordt al gauw actief in de protestante kerk en krijgt twee dochters, Trudy en Marianne komen allebei in Surubaja ter wereld. spionage Na de onafhankelijkheid van Indonesië was het niet altijd gemakkelijk voor de Nederlanders daar.: ’Er was zelfs een periode dat de Nederlanders niet in de winkels mochten komen en onze bedienden geen inkopen mochten doen op de pasar. Niet lang daarna kwam dan toch de oproep uit Amsterdam dat alle HVA-ers terug moesten naar Nederland. Tot woede van Indonesië. Ger kreeg al gauw bericht dat hij in Singapore te werk gesteld werd, waar zijn taak een soort economische spionage zou zijn. De producten indertijd in beslag genomen door Indonesië weer proberen in handen te krijgen met behulp van een Chinees. Het was een spannend avontuur om te doen; hij mocht bij een dergelijk geheim bezoek niet ons opvallende lichtblauwe open volkswagentje gebruiken. Na een jaar Singapore volgden vijf jaar Rio de Janeiro in Brazilië. Toen we Brasil moesten verlaten, zagen we met pijn in ons hart Rio de Janeiro onder ons verdwijnen, toen we op weg waren naar weer een nieuw land ditmaal Ethiopië, waar we begin 1966 arriveerden en bijna tien jaar woonden, weer tot ons genoegen.’ In 1976 keert de familie Bos terug naar Nederland. Ze vestigen zich in Brabant, in de Koffiestraat in Dinther, waar Nel nu nog woont. Muziek is nog steeds haar ding. “Iedere avond luister ik een uur voor het slapengaan naar Radio 4, de klassieke zender. Ik heb een prachtig leven gehad met mijn man. Ik had geen betere kunnen treffen. Ik heb twee geweldige dochters die me overal mee helpen en twee geweldige schoonzonen. Ik heb weer een nieuw doel, mijn levensverhaal is nog niet af.”
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=