d’n HaDeejer | 11 Jan en John de Mol runnen samen al dertig jaar Bikers ‘De fietsenmaker zal altijd blijven bestaan’ Jan de Mol (65) ging bijna vijftig jaar geleden al mee als reparateur/ verzorger met fietser Harry Lunenburg uit Loosbroek. Tien jaar later raakte Jan door een zware rugoperatie zonder werk. “Toen ben ik in de fietsen gegaan en in mijn eigen schuur een werkplaats begonnen.” Eind jaren ’80 rolde ook zoon John (42) de fietsenbranche in. tekst Noortje van Schijndel fotografie Eefje Voets Jan begon zijn fietsenzaak in ‘de hei’, bij zijn huis aan de Heibloemsedijk. Daarvoor werkte hij onder andere als bankwerker en loodgieter. Toen hij na het vastzetten van drie rugwervels iets anders moest kiezen, was het vak van fietsenmaker een logische keuze. Jan: “In de jaren ’80 had iedereen al wel een fiets en ik was al heel handig in de reparatie ervan. Ik moest daarvoor echter nog wel diploma’s halen voor middenstand en vakbekwaamheid. Daarvoor heb ik zes maanden in Voorschoten een opleiding gevolgd.” Hoofdstraat Vroeger zat Pauke Thijssen met een fietsenzaak aan de Hoofdstraat en daarna Lommers. Jan: “Dat leek me een mooie locatie en ik had al eens bij Lommers gepolst. Eind jaren ’80 kwam het pand van Lommers vrij en was het zo geregeld. Ik kende hem al langer, omdat ik via hem spullen bij de groothandel inkocht.” Jan verplaatste zijn werkplaats en showroom en vrouw Toos verkocht in de zaak fournituren en wol. Een van de personeelsleden, die voorbij loopt tijdens dit interview, merkt op ‘Ow, warde gij dè wolwèfke?’. Waar Lommers ook naaimachines verkocht, deed De Mol dat niet. Toos gaf echter wel naailessen. Interesse gewekt Zoon John koos na de lagere school voor de Lagere Agrarische School (LAS) en had interesse in kleine huisdieren en bloemen en planten. John zegt lachend: ”Ik had eigenlijk helemaal niets met fietsen. Zeker niet als sport trouwens. Ik heb een blauwe maandag gevoetbald, maar dat was het niet voor mij. “ “Toen ik rond m’n zestiende eens aan ons vader vroeg of ik de racefiets mee mocht nemen, was m’n interesse gewekt. Ik heb een diploma gehaald van de LAS en ben daarna de beroepsopleiding ‘rijwielhersteller/fietsmonteur’ gaan volgen. Ook ik moest toen nog diploma’s halen voor middenstand en vakbekwaamheid. Helaas hoef dat tegenwoordig niet meer.” John werkte na het behalen van de nodige papieren drie jaar in een fietsenzaak in Rosmalen. Het was een bewuste keuze om elders ervaring op te doen. Versnelling Begin jaren ’90 kwam John bij Jan werken in de fietsenzaak in de Hoofdstraat. Eigenlijk zou Jan tot zijn 57e blijven werken en John het dan langzaamaan overnemen. Toen Jan een hersenbloeding (een tia) kreeg, kwam een en ander in de versnelling. Jan was ruim een half jaar uit de running en John stond er alleen voor. John: “We hadden wel personeel, maar ik moest toch ineens alleen de zaak draaien. Dat was best een moeilijke tijd. Ik was nog geen dertig, woonde net samen en kreeg ineens veel voor m’n kiezen. Ik liep er toen tegenaan dat ons pap altijd was van ‘je moet het zelf ondervinden’. Veel dingen waren helemaal nieuw voor me.” Comeback Jan: “Toen ik weer op de zaak kwam, waren er wel een aantal zaken veranderd. John had veel opgepakt. Ik moest na die tia sommige dingen weer echt opnieuw leren. Ik kon mijn werk niet meer ‘dromend’ doen. Dat was moeilijk te accepteren, maar ik moest wel. Stress zou niet goed voor m’n gezondheid zijn.” Met de zaak ging het gelukkig goed. Jan: “Ik heb John zelf ‘z’n neus laten stoten’. Dat is volgens mij de beste leerweg.” John is het daar niet mee eens: “Ik zou dat anders doen. Daarin verschillen we wel.” Jan is nu minder in de zaak, maar komt er nog elke dag: “Ik heb twee maanden geleden een nieuwe heup gekregen en was weer even uit de running. Ik kom graag ‘beneden’. Hier zie ik nog wat mensen en kan ik hand- en spandiensten verrichten, zoals uitpakken en prijzen.” Als de weg schoon was, gingen we de fiets op IN DE FAMILIE de mol
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=