d’n HaDeejer | 19 afdeling fysiotherapie en op zaterdag op de expeditie van de Gelderlander. Dat waren zeer intensieve tijden, maar je wist niet beter.” Aart vervolgt: “Via via kwam ik op 1 januari 1968 in dienst bij het Radboud Ziekenhuis waar ik tot 1 februari 1974 vrijwel alle afdelingen heb doorlopen. Ik heb een unieke leerschool genoten en kreeg alle ruimte om overal ervaring op te doen!” HaDee Terugblikkend zegt Aart van Eupen: “In februari 1974 belandde ik in Heeswijk-Dinther. Verpleeghuis Cunera zocht een fysiotherapeut, die een nieuwe afdeling op poten kon zetten. Met mijn ziekenhuiservaring was die functie mij op het lijf geschreven. Ik begon daarnaast een particuliere praktijk. De patiënten uit het dorp kwamen naar Cunera voor hun behandeling.” In 1981 verliet hij Cunera en verplaatste zijn particuliere praktijk naar de Hoofdstraat, waar hij tot enkele jaren geleden zijn eigen praktijk had. Toen de Baron nog leefde, kwam Van Eupen wel eens op het Kasteel. Als de Baron en Barones dan iets wilden bespreken dat niet voor de oren van de fysiotherapeut bestemd was, spraken ze in het Frans. ““Ze dachten dat zo’n boerenknul als ik dat niet begreep!”” Ook vertelt hij over twee vrijgezelle dames uit de Hoofdstraat: “De één belde me een keer op en vroeg; ‘Kun je niet even langskomen. Als mijn zus maar even de zoom van je jas aan mag raken, knapt ze vast snel weer op’.” Opvallend aan HaDee? “De mensen zeuren niet. Als ze langskomen in de praktijk, mankeren ze ook echt wat. Het zijn harde werkers. Dat heb ik in de stad wel anders meegemaakt.” FysioMaatwerk Er zijn volgens Aart de laatste jaren veel specialisaties in het vak bijgekomen. Zo zijn ze bij FysioMaatwerk bijvoorbeeld gespecialiseerd in behandeling van diabetes-, parkinson- en oncologiepatiënten. Ook hebben ze twee echografisten in dienst. Zij diagnosticeren op basis van ultra geluidsgolven. Een uitstekende aanvulling voor het stellen van een diagnose. FysioMaatwerk Heeswijk-Dinther heeft negen fysiotherapeuten en twee administratieve medewerksters in dienst. ”FysioMaatwerk moet je zien als een formule voor fysiotherapeuten, waar in deze regio nog een aantal andere fysiotherapiepraktijken onder vallen. Vier jaar geleden heb ik mijn praktijk overgedragen aan mijn drie collega’s: Marcel Heijmans, Paul Hoevenaars en Marit Borsje. Zij vroegen me in de overgangsfase van de vestiging aan de Hoofdstraat naar de nieuwe praktijk aan de Heilarensestraat nog even te blijven. Dus sindsdien ben ik ZZp-er. Heerlijk! Geen administratieve rompslomp voor de praktijk en zorgen over de bedrijfsvoering… gewoon lekker werken!” Wetenschap “Al een kleine veertig jaar is mijn inzet ‘als je het goed wilt doen als praktijk voor fysiotherapie en in de top mee wilt draaien, moet je ‘verwetenschappelijken’. Vier collega’s in de praktijk hebben naast hun opleiding voor fysiotherapie een universitaire kopstudie gevolgd, gerelateerd aan het vak. Ik sta hier nog steeds achter, want je merkt echt het verschil in manier van denken en behandelen.” Trots vertelt Aart: “Hoogleraar Fysiotherapie, Rob Oostendorp, werkte bij mij in de praktijk. Toen hij werd aangesteld aan de Vrije Universiteit van Brussel, wilde hij voeling blijven houden met de praktijk en belde mij of er plaats was. Ik twijfelde geen moment en zei ‘de doos sigaren staat klaar, de bloemen zijn gekocht en de rode loper ligt uit’. Dit was de perfecte winwin-situatie. Wij hebben veel aan hem te danken. Waar een ander voor op cursus moest, hoorden wij van hem in de koffiepauze.” Vogelvlucht Patiënten kunnen al sinds een aantal jaren rechtstreeks naar de fysiotherapeut, zonder tussenkomst van hun huisarts. “Maar,” legt Aart uit, “de huisarts blijft de spin in het web en wordt altijd over de behandelingen geïnformeerd. Bij ‘complexe casussen’ hebben we onderling overleg met de huisarts en zo nodig met de thuiszorg. Onze relatie met de plaatselijke huisartsen is prima. Het resultaat van veertig jaar samenwerken op basis van wederzijds respect voor elkaars kennen en kunnen.” Van Eupen: “Het is jammer dat het patiëntencontact minder gemoedelijk is dan voorheen. Mensen zijn gehaaster en veeleisender. Ook aan internet kleven voor- en nadelen. Het is niet altijd handig als patiënten zelf al de verkeerde diagnose hebben gesteld.“ Aart geeft aan dat de beroepsgroep in zwaar weer verkeert, wegens de aanhoudende bezuinigingen in de zorg: “Onder andere door de crisis zijn mensen niet of onvoldoende verzekerd, stellen behandeling uit of stoppen voortijdig met hun behandeling. De kans op herhaling van de klachten is daardoor groter. Veel bedrijven en instellingen doen de laatste tijd dan ook rechtstreeks een beroep op ons om het verzuimpercentage door ziekte omlaag te brengen.” “De toenemende vergrijzing zorgt ook voor een groter vraag naar fysiotherapie,” vervolgt Aart. “De grootste verandering die nog plaats moet vinden is een gedragsverandering. Ik bedoel daarmee dat mensen een eigen verantwoordelijkheid hebben met betrekking tot hun gezondheid. Een gezonde voeding en voldoende beweging. Ik heb patiënten van ruim tachtig jaar die zeggen ‘Da kon ik vrûger hendig’. Ze vergeten daarbij hun leeftijd en dat ze tot op de draad versleten zijn. Mensen schatten hun lichaam vaak te hoog in en respecteren het niet altijd.” Overpeinzing Van Eupen: “De macht van de zorgverzekeraars is te groot geworden. 97% van de fysiotherapeuten vindt de administratieve druk te hoog, 35% denkt hun pensioen op deze manier niet te halen en maar liefst 61% geeft aan te weinig tijd te hebben voor de feitelijke behandeling door extreem hoge eisen op administratief gebied (bron: Alarmfase rood, fysiotherapie in nood). De intake van een ‘simpele’ tenniselleboog kost al één uur. Onderzoek heeft uitgewezen dat deze administratieve druk niet leidt tot kwalitatief beter behandelen. Dat zijn duidelijke signalen naar de overheid. Hopelijk komt hier spoedig verandering in!” Ondanks deze overpeinzing, stelt Aart: “Ik geniet nog elke dag met volle teugen en hoop zo nog ruim een jaar door te mogen gaan!”
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=