d’n HaDeejer | 13 alleen open voor slachtoffers maar ook voor plegers. Met ‘boeven vangen’ heeft haar werk niets te maken. “Wij komen niet om te oordelen, maar om het geweld te stoppen, samen naar een oplossing te zoeken en te zorgen voor veiligheid. Het is aan de politie om uit te zoeken of er op strafrechtelijk gebied nog iets moet worden afgehandeld. Door goed samen te werken met andere zorginstanties en politie en reclassering, proberen we de cliënt zo snel mogelijk een oplossing te bieden. De veiligheid staat daarbij altijd voorop,” zegt ze. WerKWijze Cliënten kunnen op verschillende manieren worden aangemeld bij het SHG. “Soms nemen slachtoffers of plegers zelf contact op en soms zijn het omstanders die melding maken van huiselijk geweld. Maar er komen ook clienten via de politie bij ons binnen,” zegt Monique. Dagelijks vindt overleg plaats tussen SHG en Advies Meldpunt Kindermishandeling om de zaken die bij de politie binnenkomen, te bespreken. Vastgesteld wordt welke organisatie al bij de casus betrokken is of welke hulpverlener de juiste hulp kan gaan bieden. Binnen twee werkdagen wordt er contact opgenomen met de cliënt. “Het aanvaarden van hulp is op vrijwillige basis en het is dan ook belangrijk om snel te handelen,“ vertelt Monique. “Hoe meer tijd er tussen de melding en de geboden hulp zit, hoe groter de kans dat de cliënt niet meer gemotiveerd is om het probleem op te lossen.” Als een traject eenmaal is opgestart, bewaakt het SHG het proces. Er vindt regelmatig intensief contact plaats tussen alle betrokkenen en hulpverleners. GEDWONGEN HUISVERBOD Sinds 2009 geldt de Wet Tijdelijk Huisverbod. Als de veiligheid voor een cliënt in het geding is, kan er soms overgegaan worden tot een huisverbod voor één van de betrokkenen. Zo’n verbod wordt uitgevaardigd door de burgemeester en duurt 10 dagen. Gedurende die periode mag er geen enkel contact plaatsvinden tussen de pleger en de achterblijvers. “Dit zijn voor beide partijen hele moeilijke dagen; vaak zijn er immers ook kinderen bij betrokken,” zegt Monique. Op de 8e dag brengt het steunpunt een advies uit over het beëindigen dan wel verlengen van het huisverbod. Dat advies is gebaseerd op de informatie van alle betrokken partijen dus zowel van de zorginstanties, van mensen in de directe omgeving, als van de cliënt. Om een goede inschatting te kunnen maken van de veiligheid, wordt er tevens een huisbezoek afgelegd door een medewerker van het SHG. ALLE RANGEN EN STANDEN “Huiselijk geweld komt in alle lagen van de bevolking voor; de ene cliënt woont drie hoog op een flat, de andere bereiken we via een oprijlaan,” vertelt Monique. Bij die laatste categorie is de kans dat het geweld door anderen wordt opgemerkt natuurlijk veel kleiner. “Uit onderzoek is gebleken dat er gemiddeld al 30 keer geweld heeft plaatsgevonden, voordat er melding van gemaakt wordt,” zegt ze. Toch merkt ze dat mensen het SHG steeds beter weten te vinden. Ze denkt dat de goede onderlinge samenwerking tussen de verschillende instanties hier zeker een rol in gespeeld heeft. Verder hebben ook de landelijke campagnes en de scholing en voorlichting door het SHG positief bijgedragen. Bovendien is sinds juli 2013 de Wet Meldcode van kracht. Deze wet verplicht beroepskrachten een meldcode te gebruiken bij vermoedens van geweld in huiselijke kring en kindermishandeling. EMOTIES Monique heeft zich nog nooit onveilig of angstig gevoeld. Ze heeft regelmatig te maken met hele boze mensen, maar ze weet dat de woede niet tegen haar gericht is. “We zijn erop getraind om de situatie niet te laten escaleren; het is belangrijk om in contact te blijven. Ik ben niet angstig, wel alert.” Naast boze clienten heeft ze ook te maken met verdrietige en wanhopige cliënten. “De ene casus komt iets harder binnen dan de andere,” vertelt ze. Recentelijk had ze nog een gesprek met een ouder echtpaar waarvan de man al jaren mishandeld werd door zijn vrouw. “Toen zijn vrouw de kamer verliet, brak de man en zat hij huilend tegenover me. Dat raakt je dan wel, hoor. Ik vind het hartstikke knap van zo’n man dat hij de moed gevonden heeft om naar ons toe te komen.” Ouderenmishandeling komt veelvuldig voor in ons land. Hoewel het onderwerp tegenwoordig meer aandacht krijgt, rust er nog altijd een taboe op. “Terwijl dit probleem in de toekomst, als de zorg voor ouderen nog meer neerkomt op familieleden, alleen maar zal gaan toenemen,” vreest Monique. HUMOR Ondanks de vaak heftige casussen, hebben de medewerkers van het Steunpunt veel lol. “Met elkaar, maar ook met de cliënten,” vertelt Monique. Er is dan ook regelmatig sprake van een hilarische situatie. “Als je tijdens carnaval je cliënt in zijn Zorro-pak aantreft in de cel, dan is het toch moeilijk om daar geen geintje over te maken. Humor is belangrijk; je moet wel kunnen relativeren.” Ook is het belangrijk dat je als collega’s op elkaar kunt vertrouwen. Je moet elkaar een spiegel kunnen voorhouden en elkaar erop durven wijzen als je te betrokken raakt bij een casus. “Ik ben heel blij dat ik zo’n collega’s heb. Normaal word ik na 4 à 5 jaar onrustig en wil ik iets anders gaan doen, maar dat heb ik nu helemaal niet. Ik heb het gevoel dat ik hier nog veel verder kan groeien en hoop dan ook dat ik nog lang kan blijven. Ik voel me hier als een vis in het water, vooral omdat het dankbaar werk is. Je kunt niet alles oplossen maar wel handvatten aanbieden om te helpen voorkomen dat het weer escaleert,” sluit Monique af. HADEE INTERVIEW “Toen zijn vrouw de kamer verliet, brak de man en zat hij huilend tegenover me. Dat raakt je dan wel, hoor.” Telefoonnummer van het SHG: 0900 -1 26 26 26. E-mailadres: info@ashgbrabantnoord.nl
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=