DE WOJSTAP KRONIEK IS HET TIJDSCHRIFT VOOR HISTORISCHE PUBLICATIES OVER DINTHER, HEESWIJK EN LOOSBROEK VAN DE HEEMKUNDEKRING DE WOJSTAP. Een ander artikel over dit onderwerp verscheen eerder in dat tijdschrift als De familie Somers en hun activiteiten in de krankzinnigenzorg in Dinther, Jan van der Leest, Wojstap Kroniek, 13e jaargang, 1993, nummer 2, pag. 20. openbare aanbesteDing Toen de kooi klaar was, werd het onderhoud van Johannes openbaar aanbesteed. De kooi met de patiënt erin werd dan bij iemand thuis geplaatst. De aannemer moest zorgen voor: • kost, drank, kleren en linnen; • reinigen en zuiver houden van de patiënt, oppassen naar behoren en het linnengoed wassen; • zodanig opgesloten houden, dat hij niet uit de kooi kon komen. De uitbesteding werd gegund voor een bedrag van fl. 50,-, een voor die tijd groot bedrag. Zo’n openbare aanbesteding en plaatsing was niet uitzonderlijk. Zo werd in 1779 in Heeswijk Andries van Grinsven opgesloten “wegens een kwaadaardigheid die dagelijks toenam en vanwege zijn dreigementen om huizen in brand te steken.” Ook gebeurde het wel dat er iemand werd opgesloten wegens het gevaar dat hij of zij “sig selve om hals wil brengen.” openbare orDe In die tijd was verzorging van geesteszieken meer een kwestie van handhaving van de openbare orde, dan van openbare gezondheid. Krankzinnigen werden geweerd en opgesloten, ter bescherming van de bevolking. Vanaf 1400 komen ‘kasten’ voor. Dat waren gesloten kisten waarin krankzinnigen werden opgeborgen. In Duitsland stonden die zelfs langs de weg en werden ze op gezette tijden geopend om voorbijgangers om een aalmoes te vragen. De kist uit DintHer In Dinther is aan Hendrik van den Bergh in 1721 een bedrag van fl. 48,-- betaald voor het maken van een ‘geckskooi of kast’. Hendrik moest zich houden aan een vast bestek: “Conditie van bestedinge van een vierkante kasse voor de regenten van de heerlijckheit Dinther in dato 9e october 1721.” Volgens dit bestek kon de reconstructietekening worden gemaakt door M. Rovers. Krankzinnigenzorg in de 18e eeuw. Een bestek uit 1721 voor een dolhuisje te Dinther, door W.H. Cornelissen, Brabants Heem, 1988, no.2, pagina 76 e.v. Zoals zo vaak was ik op zoek naar genealogische gegevens over van Schijndels uit Heeswijk of Dinther. Bij dat onderzoek stuitte ik op een zekere Johannes van Schijndel uit Dinther. In 1773 werd er in Dinther een kooi aanbesteed “om daarin op te sluiten den sinnelozen Johannes van Schijndel.” De timmerman moest volgens een bestek uit 1721 te werk gaan, hoewel hij een iets menswaardiger kooi mocht timmeren, want de deur mocht één voet (28,7cm) hoger worden en er mocht een bedstee worden ingebouwd en een secreet. tekst Bart van Schijndel De “geckskooij of kast” (dolhuisje) te Dinther, naar een bestek uit 1721 (reconstructie door M.Rovers.) Iedereen die geïnteresseerd is in dit onderwerp kan meer informatie vinden in de Heemkamer van HKK De Wojstap Krankzinnigenzorg in de18e eeuw d’n HaDeejer | 21
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=