Rekenopgaven Opdracht 1 Iemand wil een stuk land kopen dat precies horizontaal is en dat vier schuttingen heeft. Twee schuttingen lopen precies van noord naar zuid, de andere twee van oost naar west. Elke schutting is precies 100 meter lang. Vraag: Waar kan hij een dergelijk stuk land in Nederland kopen? Zo niet: waar dan wel? Opdracht 2 Tussen de papieren van grootvader werd de volgende rekening gevonden: 72 kalkoenen f _67,9_ Het eerste en laatste cijfer van het getal dat kennelijk de totale prijs van het gevogelte voorstelde zijn hier vervangen door streepjes want zij waren verbleekt en nu onleesbaar. Vraag: Wat zijn die verbleekte cijfers en wat kostte één kalkoen? Opdracht 3 Een automobilist rijdt van A naar B. De eerste helft van het traject rijdt hij met een constante snelheid van 60 km per uur. De tweede helft van de afstand rijdt hij met een constante snelheid van 100 km per uur. Vraag: Wat is de gemiddelde snelheid van de automobilist over het hele traject? Opdracht 4 Op een roltrap die van begane grond naar eerste verdieping vervoert, ben ik in 60 seconden op de eerste verdieping als ik zelf stil sta. Als deze roltrap stil staat, loop ik in 40 seconden over de roltrap naar de eerste verdieping. Vraag: Als ik even snel loop als in het laatste geval, in hoeveel seconden ben ik dan boven als de roltrap werkt? Opdracht 5 Een waterton kan gevuld worden met 3 verschillende kranen. Met de kleinste kraan kan de waterton in 30 minuten gevuld worden. Met de middelste kraan kan de waterton in 15 minuten gevuld worden. Met de grootste kraan kan de waterton in 10 minuten gevuld worden. Vraag: Hoe lang duurt het om de waterton te vullen met de drie kranen samen? d ’ n hadee j er 25
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=