Ruffians De vlag van Wales (bijgenaamd Y Ddraig Goch, de Rode Draak) heeft hij nog in huis, al is het wel even zoeken. “Ik heb dan wel twee nationaliteiten, maar voel me inmiddels meer Nederlands dan Brits.” Zijn maatschappelijke betrokkenheid ontkiemt vanzelf in het mijnwerkersdorp Tredegar. “Het mijnwerkersbestaan was hard en gevaarlijk. Er was een sterke sociale cohesie. Burenhulp was en is nog steeds vanzelfsprekend. Een socialistisch bolwerk en de kerk was belangrijk. Het recht op gratis gezondheidszorg in de UK is in deze streek ontstaan. Er is een tijd geweest dat Zuid-Wales de nummer één was op de wereldmarkt van kolen en staal. Vader was als dierenarts in dienst van de mijnbouwbedrijven. Hij had de zorg over de paarden die er werkten. Op school speelden we geen voetbal, maar het was een grote eer om voor het school rugbyteam te spelen. Een harde sport, en in tegenstelling tot het voetbal met een enorm respect voor de scheidsrechter. Een bekend Engels gezegde over voetbal en rugby zegt dan ook: ‘Rugby is a sport for ruffians (schoften, redactie) played by gentlemen, football is a sport for gentlemen played by ruffians.’ Het is de nummer één sport in Wales. Engeland tegen Wales is als hier Nederland tegen Duitsland. Saamhorigheid is een groot goed voor de Welshman, ze houden van poëzie, romantiek, van koorzang maar zeker ook zingen in de kroeg.” Bierviltjes Op zijn achttiende gaat hij informatica studeren in Londen, hij werkt er na zijn studie ook, maar wil zijn horizon gaan verbreden. Het buitenland trekt en uiteindelijk wordt het Rotterdam. “Het was een Engels bedrijf met een Nederlandse dochteronderneming. De voertaal op het werk was Engels. Toch wilde ik de taal leren, kon het niet uitstaan dat ik de Nederlanders niet kon verstaan. Ik ben dan ook een cursus gaan volgen, maar het meest heb ik nog gehad aan de kroeg. In een half jaar tijd had ik zeker wel een paar duizend bierviltjes volgeklad.” Het werk in Nederland zou voor een paar jaren zijn. Toen John door zijn werkgever in Den Bosch werd geplaatst, pikte hij zijn oude liefde weer op. Hij ging rugbyen bij The Dukes, en ontmoette zijn nieuwe liefde Mieke. Mensenrecht “No man is an island” is letterlijk een van zijn handgrepen. Zo staat John Davies in het leven. Dat is ook de reden waarom hij actief is bij VluchtelingenWerk Nederland. Strijdend vóór de ‘vreemdeling’, strijdend tégen onrecht. Hij trekt zich het lot aan van de medemens. “Er werden taalcoaches gevraagd, ik heb zelf Nederlands moeten leren, dan kan ik ook mensen helpen hetzelfde te doen. Daar bleef het niet bij. Ik help de mensen nu ook met hun administratie, begeleid ze bij gezinshereniging. Je krijgt soms ook een band met ze. De mooiste momenten zijn als een gezinshereniging echt tot stand komt. Een man die heeft moeten vluchten en zijn zwangere vrouw en dochtertje achter heeft moeten laten. Voor vijf jaar in onwetendheid gebleven waar ze zijn, en of ze nog wel in leven zijn. Met hulp van het Rode Kruis zijn ze opgespoord. Ik ben met deze man naar Schiphol gereden en daar zijn ze herenigd. Dat is dan geweldig, daar doe je het allemaal voor. Gezinshereniging is een mensenrecht. Het is enorm jammer dat Nederland op dit gebied zoveel strenger is geworden. De IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst, redactie) staat onder druk van de politiek. Dit alles als gevolg van de invloed van Wilders. Te weinig betaalbare huurwoningen zorgen ervoor dat mensen met een verblijfsvergunning veel te lang in een asielzoekerscentrum moeten verblijven. En de ongewenste concurrentie met Nederlanders die heel lang op een huurwoning moeten wachten, is ook erg slecht voor het draagvlak. Betaalbare sociale woningbouw lijkt gewoon niet sexy genoeg voor de heren en dames politici. De versnippering in de Nederlandse politiek is daar ook debet aan. De PvdA, Groen Links en de SP zouden samen meer voor elkaar kunnen krijgen dan nu het geval is. Het draagvlak onder de gewone man is naar mijn idee ook laag. Ik vrees dat dit ook in Heeswijk-Dinther het geval is. Ik erger me aan mensen die niet nadenken hoe het is om hier als vluchteling te wonen. Het is kortzichtig en er worden te snel conclusies getrokken. “No man is an island”, geen mens is een eiland, alles is verbonden en het begint in je eigen huis. Alle beetjes helpen, kijk om je heen. We moeten opletten dat mensen niet vereenzamen, ook de ouderen onder ons. Je beperkt jezelf in je ontwikkeling als je alleen dingen voor jezelf doet. Dat het servicepunt van de gemeente in ons dorp verdwenen is, heeft ook direct gevolg voor de vluchteling, en voor de senioren, en is een slechte zaak. We merken ook in onze organisatie dat de communicatie vanuit Heesch naar de vrijwilligers in Heeswijk-Dinther nogal eens te wensen overlaat.” INTERVIEW ‘Het is een vreemdeling zeker, die verdwaald is zeker’ d ’ n hadee j er 7
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=