Op 20 oktober 1981 kwamen ze aan in Melbourne, Australië. Na jaren binnen gewerkt te hebben met champignons, wilde Jan graag terug naar buiten, de tuinbouw in. “Eenmaal daar had ik dan ook het idee een boerderij te kopen,” gaat Jan verder. “Ik wist in welke regio’s ik moest zijn. Daar kwamen we ook andere Nederlanders tegen die in de fruitteelt zaten en zij vertelden ons dat het slecht ging met de fruitteelt in Australië, doordat de export naar Engeland stopte.” Maar Jan was niet van plan om zijn droom zomaar op te geven en reed met zijn gezin dieper landinwaarts. “Dat deed ik, totdat we bij gebieden kwamen waarvan mijn vrouw en kinderen zeiden: ‘Maar pap, hier willen wij niet wonen!’ Toen liep mijn droom een flinke deuk op, maar goed, ik had geen keuze behalve terug te gaan naar Melbourne.” Via een arbeidsbureau vond Jan werk in de tuinbouw, totdat hij na 6 weken gevraagd werd door iemand van een champignonkwekerij vanwege zijn ervaring. En hoewel Jan juist naar Australië was gekomen, omdat hij klaar was met champignons, heeft hij de baan toch aangenomen. “Ikdacht: jemoet ergensbeginnen, dus heb ik dat toch gedaan. Uiteindelijk heb ik daar 6 jaar gewerkt, voordat we onze eigen aardbeienplantage opzetten, 50 km ten zuiden van Melbourne.” “Als je emigreert moet je heel veel leren,” volgens Petra. Ze vertelt dat het in het begin heel erg wennen is: “Alles is anders. Je moet helemaal opnieuw beginnen. Dingen als een kapper, huisarts, tandarts moet je allemaal opnieuw zoeken. En daarnaast moet je nog wennen aan de taal. Ik weet nog dat ik bij de kapper zat en die vrouw vroeg in het Engels waar mijn scheiding moest komen. Ik wist niet goed wat ik terug moest zeggen, dus ik vroeg aan mijn dochter wat scheiding was in het Engels. Vervolgens vertelde ik de kapper dat mijn ‘divorce’ aan de rechterkant moest komen.” Ook moesten ze leren omgaan met andere afmetingen (inches en feet) en op de linkerkant van de weg gaan rijden. Allemaal dingen waar je in het begin op moet letten, maar die later heel normaal worden. Dat komt volgens Petra ook, doordat ze ‘niet zijn blijven hangen in de Nederlandse gewoontes’. “Wij zijn bijvoorbeeld meteen overgegaan van het vieren van Sinterklaas naar het vieren van Kerst met cadeautjes.” En nu zijn ze voor een aantal weken terug op de koude Nederlandse grond. “Volgend jaar zijn we 50 jaar getrouwd, dat vonden we een mooie gelegenheid om met het hele gezin hierheen te komen,” vertelt Jan trots. Heeswijk-Dinther is niet veel veranderd gedurende hun afwezigheid. “Het enige verschil is dat we nu niet meer iedereen kennen, dat was vroeger wel zo.” Op de vraag of ze het opnieuw zouden doen als ze hun leven over mochten doen, antwoorden ze beiden volmondig ja. “Ik zou het zeker nog een keer doen. We hebben het toen echt samen gedaan. Maar we zullen nooit Nederland zwartmaken of tegen mensen zeggen dat ze naar Australië moeten gaan. Maar voor ons klopte het gewoon. Wij zijn daar heel gelukkig.” “Als je emigreert moet je heel veel leren” INTERVIEW Fotografie rené Kuijs d ’ n hadee J er 25
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=