Tekst Aniek Oomens Fotografie Annerieke van den Broek In de slaapkamer van Gerard Horsten (22) wonen vijf slangen. “Ik lig er niet wakker van,” zegt de dierenliefhebber. In de woonkamer ligt een opgerolde balpython lekker lui in het warmste hoekje van zijn terrarium. De buren hoeven niet bang te zijn. “Ze zijn niet giftig. En ik ben nog nooit gebeten. Eigenlijk heb je er weinig omkijken naar. Veel minder dan met een hond.” Eén keer in de twee weken wordt voor elke slang één muis of rat ontdooid. Die liggen gewoon in het vriesvakje van de knaagdierenkoelkast. In tien minuutjes heeft een slang zijn hele maal naar binnen gewerkt. “Een keer ontsnapte een slang. Hij kroop in een hoekje onder mijn bed en blies als een kat. Met een slangenhaak wist ik hem gelukkig weer snel te pakken.” Als kleine jongen kreeg Gerard in een circus een slang om zijn nek gelegd. Waarschijnlijk is daar zijn fascinatie voor deze dieren ontstaan. “Het zijn interessante beesten. Eén bonk spieren. Ik kan er uren naar kijken.” Op zijn zestiende kocht hij zijn eerste slang, met toestemming van thuis. Nu probeert hij zelf een ‘super mojave’ te kweken. Dat is een hele speciale witte slang. Door de temperatuur eerst langzaam te verlagen en daarna te verhogen, worden slangen actiever. En dan is het afwachten, totdat ze gaan paren en er uiteindelijk witte eieren te zien zijn. Het is een kans van 1 op 4 dat het witte dier eruit kruipt. En als het zover is, springt de slangenman een gat in de lucht! Rustig slapen met slangen op je kamer 46 d ’ n hadee j er
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=