d ’ n hadee j er 29 Joep van Lankveld Joep combineert zijn baan op Papendal met de trainingen. Tot 14:00 uur werken en dan 100 meter verder naar de schietbaan. Er zijn vele stappen die genomen moeten worden voor een goed schot. Aandacht voor de schiettechniek; dat kan de ademhaling zijn, trekkertechniek of de houding. Die zijn allemaal afzonderlijk te trainen. Daarnaast zijn er veel faciliteiten waar hij gebruik van kan maken. Hij vertelt hierover: “Gemiddeld train ik anderhalf tot twee uur. De trainer kijkt gedurende de trainingen mee en coacht waar nodig. Na afloop bespreken we hoe het verlopen is en leggen we de focus op de volgende training. Op dinsdag en donderdag hebben we na onze training anderhalf uur kracht- en conditietraining. Dit onder begeleiding van een fysiek trainer die iedere zes weken een persoonlijk programma schrijft en ons daarin begeleidt. Daarnaast heb ik iedere week massage en kan ik gebruik maken van andere faciliteiten zoals een sportdiëtiste. Na de training eet ik meestal een sportmaaltijd (avondmaal) en daarna ga ik naar huis.’’ Joep vindt dat hij zichzelf altijd kan verbeteren. Het is belangrijk dat de techniek altijd goed is en de routine ook. Daarnaast moet natuurlijk het materiaal in hele goede conditie zijn. Het is helaas niet gelukt om zich te plaatsen voor Rio. Wel is hij zich al, in samenwerking met de bond, aan het richten op de Paralympische Spelen van 2020 in Tokyo. Met nog meer wedstrijdervaring hoopt hij hier te kunnen schitteren. Sanne van Dijke Sanne traint ontzettend veel. Ze vertelt: “Ik heb 4 verschillende soorten trainingen in de week: krachttraining, techniektraining en conditietrainingen. Deze trainingen lopen uiteen van hardlooptrainingen, spinninglessen, sprinttraining en voetenwerktrainingen. Daarnaast heb ik nog randori-trainingen; dit betekent oefenpartijtje, in deze trainingen maken we eerst een warming up en gaan daarna vrij snel door richting de partijtjes. Alle randoritrainingen zijn in een groep, logisch aangezien je partijtjes met anderen moet maken. Mijn krachttrainingen en conditietrainingen heb ik voornamelijk individueel met Deborah Gravenstijn. De techniektrainingen maak ik afwisselend in een groep of met Lizzy (mijn trainingsmaatje) en de trainer (Mark Earle) alleen.” Ze heeft nog verschillende punten om aan te werken. Vooral met het grondwerk is nog veel progressie te boeken. Maar ook qua fysiek is zij nooit uitgetraind. “Je moet altijd sterker, sneller en explosiever willen worden.” Haar concurrente Kim Polling doet het nog steeds erg goed en daarom is Rio nog steeds een lastig verhaal, maar we blijven haar zeker volgen.
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=