10.50 uur – 11.05 uur Na drie lesuren van 45 minuten is de eerste pauze. Bart benoemt het verschil tussen onderbouw- en bovenbouwklassen. “In de klassen 4, 5 en 6 kan ik inhoudelijk het meeste kwijt. Wel kan ik minder variëren met de stof, het curriculum moet af, ter voorbereiding op het eindexamen. In de onderbouw zit meer speelruimte in het lesaanbod.” Na deze korte pauze volgen twee lesuren achtereen. 12.40 uur – 13.10 uur De lunchpauze schiet er wel eens bij in. “Als we bijvoorbeeld onze voorbereiding op de Romereis hebben, gebruik je deze tijd om de leerlingen te spreken, zodat dit voor hen niet allemaal na schooltijd hoeft.” Hij schetst dat er ‘een periode vóór en een periode na de Romereis is’. “De leerlingen leven er echt naar toe. Met alle vijfdeklassers samen maken we deze busreis en genieten we van een heel divers programma, wat de leerlingen ook deels zelf mee mogen invullen. Maar er wordt niet gewinkeld! De jeugdherberg in overnachtingsstad Florence ziet er nog exact hetzelfde uit, als in mijn tijd op Bernrode als leerling,” glimlacht Bart. 13.55 uur Als mentor van een derde klas en enkele 6e jaars leerlingen, heeft hij op dit uur overleg met andere mentoren en de conrector. “We bespreken de algemene gang van zaken in de klas en daarnaast ook individuele leerlingen. We hebben een goed Leerling Ondersteuningsteam, met verstand van zaken. Daarmee komen we vaak tot goede oplossingen.” 14.55 uur Dit is het mentoruur met zijn groep. In klassenverband wordt er dan bijvoorbeeld gewerkt aan het verbeteren van de studievaardigheden. Concreet in klas 3 wordt stilgestaan bij de verschillende profielen waaruit aan het eind van het jaar gekozen moet worden. “Ik gebruik dit moment ook voor individuele gesprekken. Elke leerling komt één tot twee keer per jaar aan bod. Je krijgt een sterke band met de leerling door deze gesprekken. Zeker wanneer het bijvoorbeeld spannend is en er plots een doubluresituatie ontstaat. Prachtig wanneer het dan lukt om dit om te buigen!” Ook voor gesprekken met ouders maakt hij graag ruimte vrij. “Ik heb dit als mentor liever aansluitend aan de schooldag, dan op de 10-minutengesprekken. Dan heb je ook echt samen de tijd voor het gesprek.” 16.00 uur Als Bart naar huis wandelt, is het werk nog niet gedaan. Thuis werkt hij aan zijn lesvoorbereiding van de volgende dag, of het nakijken van een SO of proefwerk. “Ik maak er een sport van om de punten voor de leerlingen de volgende dag al in Magister te hebben staan.” Vaak heeft Bart het begin van de avond nog wel nodig voor zijn werk. “Ik ben heel trots op Bernrode en de slimme en leuke leerlingen waarmee ik dagelijks mag werken. Ik ben sfeergevoelig, merk het direct als er iets is met een leerling. Maar om er dan ruim 300 face to face te spreken lukt me simpelweg niet.” De leerlingen hebben allemaal zijn telefoonnummer enmogen Bart altijd appen als ze een vraag hebben. “Met Social Media kun je veel doen en ook de band met een leerling versterken.” Achteraf blijkt dat ik op de verkeerde dag met Bart meegelopen ben. Op vrijdag sluit hij namelijk samen met enkele collega’s traditioneel af met een drankje in De Zwaan. “Gewoon even om de week door te nemen en over de leerlingen te roddelen,” besluit hij met een knipoog.
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=