d'n Hadeejer april 2018

Vroeger was de maatschappij praktisch en efficiënt. de duurzaamheid waar we nu weer naar op zoek gaan, was toen normaal. er was geen supermarkt om eten te kopen, dus ze hadden hun eigen eieren, vlees en groenten. Het aantal koeien - met hun hoeveelheid mest - bepaalde de hoeveelheid grond, want er was geen kunstmest. “We hadden hooguit vier of vijf koei- en op stal,” geeft albert aan, “en enkele varkens.” Het vlees werd gerookt, er was immers geen vriezer, en werd bewaard in de spekkast boven de bedstee van het boeren echtpaar. “er viel dus niet stiekem iets te halen.” de aardappels, gerooid in de herfst, werden droog en vorstvrij bewaard onder de bakoven. ouDerwetse Groentetuin naast welbekende groenten werd er in de groente- tuin van de museumboerderij al eigen pruimtabak geteeld. “dit product teelde de boer vroeger ook zelf en heeft ons geïnspireerd om meerdere oude gewas- sen te gaan telen,” aldus plantenfanaat Jan. “Je moet dan denken aan pastinaken, schorseneren, wortelpe- terselie, maar ook Italiaanse bietjes. deze laatste zie je tegenwoordig in luxe restaurants, maar werden oorspronkelijk hier geteeld. Ik geniet ervan om deze soorten weer te laten groeien, want bij de productie- rassen van tegenwoordig is de smaak eruit geteeld. als liefhebber van het product proef je het verschil.” jonG en ouD sAmen albert is een van de vaste tuinmannen, maar de groep is inmiddels uitgebreid, waarvan de jongste halverwe- ge de 30 is. “Het werken met meerdere mensen geeft ook weer nieuwe inzichten en ideeën,” geeft Jan aan. Zo gaat binnenkort een nieuw project van start, waar- bij groep 8 leerlingen uitgenodigd worden om een kin- dertuintje bij te houden. met duurzaam douglashout en worteldoek worden er kleine tuintjes gemaakt. “de kinderen hebben dan een mooie plek, waar snel re- sultaat te behalen is. Wij gaan ze begeleiden en hopen ze de liefde voor het tuinieren mee te geven. via de scholen willen we de kinderen gaan benaderen.” om plek te maken voor de tuintjes zijn de kruidach- tigen verplaatst naar de zijkant van de boerderij, his- torisch gezien ook een beter plek. “Hier liep namelijk het afvalwater uit ‘de geut’, waardoor de grond altijd vochtiger was.” Toekomstgericht komt er waarschijn- lijk ook nog een aanbod van oude technieken om eten te bewaren, zoals het wecken van groenten en het ro- ken of pekelen van vlees. “In brabant staat ‘food’ in de picture, slowfood is populairder dan fastfood en dan kunnen wij als museumboerderij mooi op ambachte- lijke wijze laten zien hoe men in die tijd om ging met voedsel,” besluit Hans. Leerlingen van groep acht mogen een kindertuintje bijhouden d ’ n hadEEjEr 33