d'n Hadeejer april 2018

d ’ n hadeejer 7 Albana uit Albanië Als haar man, beeldhouwer Hans, de voordeur opent van hun woning aan de Hoofdstraat, vallen meteen de vrouwelijke beelden op. Zijn prachtige kunst is van een hele andere stijl dan de kunst die in het voormalig communisti- sche land werd vertoond. “Vrouwen werden toen afgebeeld met een geweer in de hand of als harde werkers”. H oe was je leven in communistisch Albanië? “De emancipatie was er heel goed. Je had als vrouw dezelfde rechten als mannen. Veel vrouwen zijn hoog opgeleid. Wel heerst er een macho cultuur. Ik kom uit een middenklasse gezin. Mijn moeder was lerares op een basisschool en mijn vader was directeur van een school. Op mijn veertiende ging ik naar een kostschool. Het leven was er erg beschermd en ik sliep met zes meiden op een kamer. Je moest overal toestemming voor vragen en als je over een grens ging, dan werden met- een je ouders gebeld. Het was in de tijd dat dictator Enver Hoxha aan de macht was. We waren heel naïef en alles werd gesloten gehouden door de regering. Met nostalgie kijk ik terug op mijn jeugd, want we deden ook leuke dingen, zoals dansen en naar de bioscoop.” H et bekendste communistische land van nu is Noord-Korea. Was je land daarmee te vergelijk en? “Ja, tot 1991 was Albanië ook een erg geïsoleerd land. Na de Tweede Wereldoor- log hadden we geen goede infrastructuur en veel mensen waren analfabeet. Als arm land hadden we geen kans om ons te ontwikkelen. Het communisme bracht daar verandering in. Alles werd opgebouwd en in elk dorp kwam een school en een arts. Er waren veel fabrieken waar iedereen werkte en mensen woonden in appartementenblokken met een Russische uitstraling. De salarissen waren laag, maar je kon ervan leven. We hadden alleen geen vrijheid van meningsuiting. Som- mige mensen werkten stiekem bij de geheime dienst en je kon zelfs je eigen buur- man niet vertrouwen. Als je bijvoorbeeld klaagde dat je te weinig te eten had, dan kon dat al een reden zijn dat je opgepakt werd. We werden naïef gehouden en we mochten niet naar buitenlandse tv-zenders kijken. We konden wel op vakantie, maar alleen in eigen land en dan in een vakantiewoning van het bedrijf waar je werkte. Ook dat werd door de regering geregeld. Studenten die wel naar het bui- tenland gingen, zagen de verschillen met andere landen. Eenmaal terug in eigen land, mochten ze daar niets over zeggen, want anders belandden ze in de gevan- genis. Mensen die via de zee of de bergen naar elders probeerden te vluchten, kwamen nooit meer terug, want ze werden op hun vlucht gedood. Het hele volk werd militair getraind. De regering dacht dat we elk moment kon- den worden aangevallen en daarom moest iedereen klaar zijn om te kunnen vechten, zowel mannen als vrouwen. Vanaf mijn zes- tiende trainde ik tijdens mijn studie twee weken per jaar en ik woonde een maand in een kazerne. In mijn militaire uniform leerde ik marcheren en schieten. Langs de kust werden ongeveer 173.000 betonnen bunkers geplaatst.” Ze loopt even weg en komt terug met een schaalmodel van een ronde bunker in haar handen. “Zie je deze opening in het dak van de bunker? Van daaruit schoot ik.” Gelukkig bleef het bij trainen en hebben de Albane- zen na WO II niet meer hoeven te vechten. Leef je met zo weinig vrijheden niet altijd in angst? “Het was gewoon zo en we wisten niet be- ter. Als je kalm leefde, dan was er niks aan de hand. Het leven was er ook leuk. Fa- milie woonde dicht bij elkaar en ik kende iedereen in de stad. Ik woonde 8 km van het strand en we gingen vaak naar de bou- levard om elkaar te ontmoeten. We waren relaxed en een ‘burn-out’ kenden we niet,” lacht ze met haar stralende bruine ogen. “Je ware gevoelens deelde je niet met anderen, maar hield je voor jezelf. Psychologen had- den we er ook niet. Je moest wel presteren en als je zo hard gemaakt wordt, dan ben je vanzelf sterk. Het was verboden om je ge- loof uit te oefenen en Albanië is nooit een radicaal land geweest. Daardoor waren hu- welijken tussen verschillende geloven ook mogelijk. Als je iemand ontmoette die je leuk vond, dan verliep het contact snel via de ouders en moest je je vrij snel verloven.” Tekst Aniek Oomens Fotografie Eefje Voets Albana Koenen (49) verliet zestien jaar geleden haar moederland Albanië voor de liefde. Nu leeft ze in twee werelden. De ontwikkelingen in het - vroeger zo geïsoleerde - Balkanland volgt ze op de voet. Als docente Engels weet Albana als geen ander ‘dat je via taal de verschillen tussen mensen en landen meekrijgt’.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=