d'n Hadeejer juni 2018
een kLein Vakgebied Met een heeL breed WerkVeLd “Op CBRN-gebied spreekt men van “Low probability – high impact”: de kans dat er iets gebeurt is zeer klein, maar de gevolgen kunnen enorm zijn. Toch is er wel degelijk reden om er mee bezig te zijn,” vertelt Gertjan. “We lezen allemaal de krant; niet zo lang geleden was er een incident in Salisbury, een aanslag. En in de IS-tijd is gesproken over de inzet van chemische wapens. Het staat in de defensienota dat de dreiging toeneemt, dat is geen geheim. Gelukkig zijn we in Nederland nog ge- vrijwaard van dit soort incidenten. Iedere krijgsmacht heeft zijn eigen experts op dit gebied en in ieder land is dit qua regelgeving weer anders geregeld. In Neder- land hebben we bepaalde diensten aan defensie gege- ven en is een telefoontje genoeg om een en ander in werking te zetten. In Duitsland gaat dat bijvoorbeeld een stuk lastiger. Als wij in Nederland iets doen, gaat dat altijd onder leiding van de civiele autoriteiten, zij zijn verantwoordelijk. We werken dus nationaal samen, maar ook interna- tionaal in een aantal militaire verbanden zoals de NATO, het European Defence Agency, de EU, maar ook bilateraal met de Duitsers en de Belgen. Zo wordt er veel kennis gedeeld. We volgen wat er gaande is in de wereld, ook in andere sectoren zoals de synthetische drugswereld. Hier worden stoffen geproduceerd die ook op een andere manier gebruikt kunnen worden. Zo kijken we heel breed naar mogelijke inzetbaarheid van gevaarlijke stoffen en onderzoeken of we daarmee om kunnen gaan en wat we daarvoor nodig hebben. Ook de biomedische sector is een aandachtsgebied wat enorm in opkomst is en waar veel ontwikkelingen in gaande zijn. Dit volgen wij nauwgezet.” SaMenbrengen Van eXPertiSeS “Het werk wat wij doen heeft twee kanten, een militaire kant en een civiele kant. Wij moeten de voorbereiding doen voor militairen die ingezet en uitgezonden worden, zodat zij hun werk veilig kunnen doen. We bedienen hen met kennis, schrijven voorschriften, geven adviezen over wat je wel en niet moet doen. Omgekeerd doen we dat ook voor de civiele kant van Nederland. Hierin werken we nauw samen met de hulpdiensten maar ook met andere instituten zoals het RIVM (rijksinstituut voor volksgezond- heid en milieuhygiëne) en het Nederlands Forensisch In- stituut. Daarnaast geven we presentaties in ziekenhuizen en op Hogescholen waar integrale veiligheid wordt gege- ven, dat zijn de managers van de toekomst en die willen we graag wat over dit onderwerp meegeven. We praten met iedereen en dan kom je erachter dat al die diensten verschillende culturen hebben. Vanuit de medische kant of de brandweer of de politie wordt heel anders gekeken dan vanuit defensie. Iedere discipline heeft zijn eigen verantwoordelijkheid maar is daardoor gewend om mo- nodisciplinair op te treden. Als een incident echt groot wordt, komt er meer bij kijken. Dat moet veel geoefend worden en procedures moeten op elkaar afgestemd worden. Het is een proces wat tijd nodig heeft maar het gaat in Nederland eigenlijk al heel goed.” het thuiSFront “Eigenlijk heb ik een kantoorbaan en werk ik van 9 tot 5. Ik ga zelf niet op uitzending of naar incidenten. Wij zijn met onze discipline op de achtergrond betrokken en zorgen ervoor dat er voldoende informatie is en dat procedures waar nodig aangepast worden. Dus de im- pact voor het thuisfront valt wel mee. Over de inhoud van mijn werkzaamheden heb ik het niet vaak, want het is een behoorlijk technisch verhaal waar je echt in thuis moet zijn om het te kunnen begrijpen.” VeiLigheid VooroP… Wel voel ik een bepaalde verantwoording en kijk ik mis- schien anders naar de wereld dan een ander; ik schat ‘Het is zo’n klein vakgebied, maar om er vat op te krijgen, moet je zo breed kijken’
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=