d'n Hadeejer november 2018

8 d ’ n hadeejer ‘dialecten’ in de Nederlandse Gebarentaal ontstaan; deze moesten worden samengevoegd tot de Nederlandse Gebarentaal. De taal blijft in ontwikkeling, ook omdat deze nog redelijk nieuw is. Elk land heeft zijn eigen gebarentaal. Wanneer doven met elkaar communiceren in het buitenland, worden overeenkomstige gebaren gebruikt uit de ge- barentalen. Dit wordt ‘International Sign’ genoemd. Taalgevoel “Veel dove kinderen hebben een minder ontwikkeld taalgevoel en dat is ook niet zo gek. Een horende baby hoort al geluiden in de buik, als baby horen ze al geluiden en stemmen om zich heen. Je leert de taal dan vanzelfsprekend ook veel sneller. Als je als baby niets hoort, heb je wat taal betreft een achterstand. Je hebt niet al zinnen om je heen gehoord. Veel kinderen in mijn klas hebben daarom moeite met het begrijpen van de context van een zin. Zo is het lastig te begrijpen dat sommige woorden twee of meer betekenissen hebben zoals het woord ‘bank’. Je kunt op een bank zitten, maar je kunt ook geld brengen naar de bank. Maar ook humor of sarcasme kosten net wat meer tijd voor een doof persoon dan een horend persoon om te begrijpen.” Ook zit- ten er vluchtelingenkinderen in de klas van Anneleen. Die moeten de gehele Nederlandse taal nog leren, soms hebben zij zelfs nooit een (gebaren) taal geleerd. Daar komen ook nog de schoolse vaardighe- den bij kijken, die geleerd moeten worden. Door zulke uitdagingen is geen dag hetzelfde en dat vindt de docente juist zo leuk aan haar werk. Stap voor stap Het leuke is dat de groei van de kinderen heel duidelijk te zien is. “Wan- neer ze een stap vooruit gaan, is dat heel leuk. Je hebt veel intensiever contact met de kinderen en de ouders door de kleine klassen. We vie- ren het echt, als na veel oefenen iets lukt. Ik probeer alles zo positief mogelijk te benaderen. Het is in mijn beroep belangrijk te denken in mogelijkheden en niet in beperkingen,” vertelt juffrouw Pors. Complexe leervragen Er komen veel complexe leervragen aan bod bij een docent van een school voor doven en slechthorenden. “Je doet je best en probeert het niveau zo hoog als mogelijk te houden. Toen mijn dochter de leeftijd had van de kinderen in mijn klas, zag ik heel duidelijk hoe anders din- gen bij mijn dochter op school gingen en werden de verschillen in ni- veau beter zichtbaar.” Die vergelijking gaf Anneleen nog meer inzicht in het verschil van ontwikkeling tussen dove en slechthorende kinde- ren en horende kinderen. Verantwoordelijkheidsgevoel “Veel mensen zien dove kinderen als zielig of beperkt. Net als bij ho- rende kinderen wil ik dat deze kinderen leren om verantwoordelijk- heid te nemen en niet altijd te leunen op de zorg van zijn of haar ou- ders. Als een kind in mijn klas zijn of haar huiswerk niet heeft gemaakt, ga ik met ze in gesprek. Ze moeten zelf hun spullen meenemen. Als ze volwassen zijn, moeten ze het ook zelf doen en is het belangrijk dat ze een goed ontwikkeld verantwoordelijkheidsgevoel hebben en ’We vieren het echt als na veel oefenen iets lukt. Ik probeer alles zo positief mogelijk te benaderen’ ’Het schijnt dat alles klinkt alsof het uit een oude speaker komt’

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=