d'n Hadeejer juli 2020

hebben altijd hard gewerkt. En het was ook niet altijd even gemakkelijk. Moeder heeft in de oorlog ook veel schrik gehad. Vader ging met paard en kar ‘s nachts zwarte rogge halen in Vinkel. Er was ook personeel: Ad van der Pas uit Middelro- de, Nard Gordijn, Pietje Broeren, Adriaan Blommers en Miet Ketelaars. Jo Cleerdin werkte ook mee in het huishouden. Onze broeder (broer Gerard, alias Broer) werkte als ‘jong mènneke’ al mee in de bakkerij. Op 1 april stuurde vader Adriaan Blommers op pad om bij collega Toon de Visser een ‘deegnaald’ op te halen. ‘Die heb ik uitge- leend, maar is nog steeds niet terugge- bracht.’ Toon had het meteen door en stuurde hem naar bakker Van Lamoen. Toen deze hem op zijn beurt weer ver- wees naar Ter Heerd, had Adriaan pas in de gaten dat het een aprilgrap was.” KRENTERIG Ondertussen is Mieke ook aangescho- ven. “Janus Gordijn en opa Grad van Driel kwamen ’s morgens in de bakkerij helpen. De mik moest gewassen worden. Dan ‘blonk ie mooi’. Maar niet te nat.” Annemie komt tussenbeide. ”Als ik de mik te nat maakte, sloeg onze broeder mè unne scheuter tege mun kont.” Met eenwat? “Unne scheuter, wor ze ut brood mè ut dun ove hoalen. Doar hengt ie.” En de dames wijzen op de muur, waar nog meer gebruiksvoorwerpen uit de bakke- rij hangen. Mieke gaat verder met haar verhaal over Janus en opa Grad. “Om elf uur gingen ze naar binnen, aan de bor- rel. Soms wel een paar meer. Dan gingen ze zich zitten te beklagen, dat ze beiden hun vrouwen waren verloren. Zaten ze te janken. Onze pap had dan plezier: ‘Zit- te ze doar te janke van zattighèt’. d’n HaDeejer - 27 Hein met zijn vrouw Lien. V.l.n.r.: Lien van Driel, Jans Gordijn en Miet Keetels: de kachel krijgt een goede beurt.