d'n Hadeejer november 2020

d’n HaDeejer - 15 KENNIS EN OPLEIDING Elke maandagavond wordt er geoefend. Bijvoorbeeld de theorie over technische hulpverlening en risico’s van gevaarlijke stoffen. In praktijkvorm wordt er geoefend door het ensceneren van een brand of ongeluk, met oefenpoppen. Hiervoor komen ze graag bij de lokale ondernemers om zo hun bedrijf te leren kennen. Jorin geeft aan dat de vereiste opleiding tot brandweerman- schap behoorlijk wat inspanning kost. “Iedereen bin- nen onze post is minimaal opgeleid tot manschap, wat tweeëneenhalf jaar studie kost, één opleidingsavond in de week. Maar daar krijg je een hele gezellige groep col- lega’s én na iedere uitruk veel waardering voor terug. Als chauffeur moet je aanvullend opgeleid zijn om met prio 1 te mogen rijden en moet je veel kennis van de brand- weerwagen hebben.” Wout: “Een paar keer per jaar ruk- ken we uit buiten HaDee en omgekeerd krijgen wij ook assistentie van buurkorpsen. We doen periodiek mee aan regionale brandweerwedstrijden. Op aanvraag ge- ven we voorlichting en jaarlijks tijdens de zogenaamde Roefeldag kunnen de kinderen een kijkje komen nemen in de brandweerkazerne.” DE POST Alle leden worden elke keer gealarmeerd. Soms is er meer assistentie gewenst en komen de overige postle- den met het tweede voertuig ter plaatse. Bij bijzondere gelegenheden zoals de feestdagen, dorpszeskamp en de solexrace, wordt er een ploeg aangewezen om de dienst- verlening te garanderen. Wout is lid van een speciaal op- geleid regionaal Brandweer Opvang Team om wanneer nodig, nazorg te bieden aan collega’s binnen de gehele regio. Jorin benadrukt dat ze binnen de eigen post ook veel collegiale ondersteuning ondervinden. “Samen kun- nen we heftige ongelukken en incidenten goed verwer- ken. Na afloop spreken we onze ervaringen door. En ja, daarna moet je weer gewoon aan het werk. Wout sluit af: “In veertien jaar tijd heb ik al veel herinneringen op- gebouwd aan gedenkwaardige en spraakmakende, her- kenbare plekjes in het dorp.” PRIO 1 Wout: “Ja, de laatste paar jaar krijgen we steeds meer klach- ten hierover. Enkele rechtstreeks, maar het merendeel indi- rect. We willen graag begrip voor het feit dat we verplicht zijn om altijd, dus ook ’s nachts, optische- en geluidssignalen te gebruiken als we uitrijden. Tenminste als er sprake is van de hoogste prioriteit. Dat is het geval als er aanzienlijke schade dreigt of als er mensenlevens in gevaar zijn. Daarbij komt, dat het voor betrokkenen heel fijn en belangrijk is om al van een afstand te horen dat er hulp aan komt. Jorin: “Bij de centralist van de alarmcentrale in Den Bosch komen de mel- dingen binnen. Op basis van de verkregen informatie wordt daar een inschatting gemaakt van de ernst van de situatie. Dat is een kwestie van ervaring van de centralist: welk beeld schetst de melder, wat is een erge melding en wat niet?“ UITRUKTIJD Wout vervolgt: “Als er een melding binnenkomt, laten we alles vallen. Onze uitruktijd ‘s nachts is slechts drie tot vier minuten. Dat is vanaf het moment dat thuis de pieper afgaat, we al dan niet volledig aangekleed zijn gearriveerd op de kazerne en vervolgens met brand- weerpak aan met zes personen in de brandweerwagen wegrijden. Dat is erg snel. Wat daarbij helpt, is onze compacte dorpskern; de kazerne is centraal gelegen en veel brandweermensen wonen in de directe omgeving. Al rijdende onderhoudt de bevelvoerder in de brand- weerwagen contact met de centralist, om eventueel aanvullende informatie over het incident te kunnen ont- vangen. Bovendien hebben we samen veel kennis van het verzorgingsgebied: dat helpt ons.” AANSPRAKELIJK Jorin: “Op ieder moment dat ik in de brandweerwagen rijd, ben ik een weggebruiker zoals iedereen en persoon- lijk verantwoordelijk. Als ik bijvoorbeeld een aanrijding krijg met vervelende gevolgen, kan ik daarvoor voor de rechter moeten verschijnen. Alleen met zwaailamp en sirene aan, neem ik deel aan het verkeer als een voor- rangsvoertuig. Gemiddeld worden we één à twee keer per week opgeroepen. ’s Nachts gelukkig maar zes tot zeven keer per jaar. Het volume van de sirene is goed af- gesteld en voldoet aan de normering. Er worden namelijk eisen gesteld aan het minimaal aantal decibellen.” Sirenes , omdat elke seconde telt! Wout van Gerwen, bevelvoerder (34), en Jorin Jacobs, chauffeur (30), zijn respectievelijk veertien en tien jaar lid van de vrijwillige brandweer, post Heeswijk-Dinther. Ze zijn onderdeel van een gevarieerde, gemotiveerde, overwegend jonge groep mensen, die midden in het dorpsleven staan. Feit is echter, dat als ze ‘s nachts moeten uitrukken, er daarna uit diverse hoeken kritiek komt over de sirene die ze voeren. Dat dit geen keuze is maar een verplichting, lichten de twee ervaren brandweermannen toe. Tekst Thea van der Doelen Fotografie Ronald van Hastenberg Vormgeving Corina Gloudemans De vrijwillige brandweer: achttien gemotiveerde mensen 14 - d’n HaDeejer `Bij prio 1 zijn we verplicht om altijd, dus ook ’s nachts, optische en geluidssignalen te gebruiken als we uitrijden`

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=