d'n Hadeejer oktober 2020
ALLERLEI SOORTEN In de Veldstraat geboren en getogen, had Mari als jonge man al een stukje eigen grond. “In mijn tuintje zette ik bloemen, sla, uien en dergelijke. Samen met vrienden teelden we alles wat we konden krijgen, want we hadden geen geld. Zaadjes in de grond en kijken wat ervan komt. Ik ben dat heel mijn leven blij- ven doen. Nu zet ik sla, andijvie, wortel, pastinaak, schorsene- ren, paksoi, rode bietjes, bonen, boeremoes, tomaten, uien en kruiden. Verder heb ik vaste planten en fruit: aardbeien, rabar- ber, kroesels, frambozen, bramen en natuurlijk kersen, peren, appels, perziken, pruimen en zelfs walnoten en hazelnoten.” Van sommige groenten en fruit houdt hij veel over, maar “de familie komt gelukkig graag mee plukken…” WECKEN EN JAM MAKEN Mari heeft het oogsten van zijn moeder geleerd. “Als het oorlog wordt, kunnen we in de kelder zitten en hebben we te eten, zei ze altijd. En je moest overhouden voor de winter in geval van hongersnood”, vertelt hij. “Dat vind ik ook. Je moet niets weg- gooien, maar eventueel weggeven. Alles wordt hier geweckt, in- gevroren en jam van gemaakt. Vooral geweckt fruit kun je echt lang bewaren. Van juni tot september zijn we bezig, afhankelijk van het seizoen. Dit jaar was het vrij vroeg gezien de klimaatver- schuiving met een hete zomer. Sommige groenten kun je lang oogsten en wortels en schorseneren kun je heel de winter ge- woon bewaren in een bak met wit zand. Dat kost geen energie.” BEWAARTIJD Wecken doet Mari samen met zijn vrouw Lies; het is een ge- zamenlijke hobby. “De afgelopen jaren hebben we meer jam gemaakt dan geweckt. Nu zo’n veertig potten. De rest is dus ouder. We maken ook veel sap en gelei: kersensap, appelsap, kweeperen. Eerst maak je sap en dan gelei. Zolang de ring van de weckpot niet uitdroogt, blijft het fruit goed. Botulisme, ver- zuring, kun je voorkomen door er een beetje citroensap bij te doen. We hebben nog peren uit 2013, dat is nog niet zo oud, en zelfs kersen uit 1996. Ook staat er in onze kelder nog volop wijn van bramen, kersen en druiven. We hebben verschillende weckketels voor vier tot zestien potten in één keer. Zo kunnen we ze economisch gebruiken: minder water, eerder aan kook- punt. Je kunt de potten stapelen, meestal in twee lagen.” ELKE DAG PROFIJT Alles in de kelder staat goed gesorteerd met sticker op datum, mooi op plankjes. Elke dag staat er wel iets van eigen makelij klaar in de keuken. “Ja, we moeten meer hergebruiken,” zegt Mari tenslotte vinnig, “en niet weggooien, want ‘weggóje is alted klore sunt!’ Mensen moeten kliekjesdag weer invoeren.” We kij- ken even in de kelder. Daar staan zeker 230 flessen en potten! ‘Wie wat bewaart, heeft wat en het is heel energiezuinig’ d’n HaDeejer - 27 Heel zijn leven heeft Mari van Venrooij een passie gehad voor tuinieren en wecken. In de Veldstraat heeft hij, 66 jaar jong en getrouwd met Lies, plek genoeg in zijn tuin en is er bijna dagelijks mee bezig. “Wecken is stukken goedkoper dan de diepvries. Vroeger werd er ook geweckt, gedroogd of op sterke drank gezet. Het voedsel moest de winter doorkomen.” Tekst Ad van Schijndel Fotografie René Kuijs Vormgeving Eveline van Roessel
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=