d'n Hadeejer oktober 2020
Lies is in 1947 geboren aan de Sint Servatius- straat en groeide samen met vier zussen en een broer op aan het Raadhuisplein. Aan het toen- malige pleintje voor het gemeentehuis had hun vader een slagerij. “Ik heb een heel onbezorgde jeugd gehad. Na school speelden we altijd buiten op ‘D’n Derfpad’. Ook gingen we van jongs af aan al naar de Kersouwe, omdat mijn vader daar to- neel speelde. Mijn ouders hadden het druk met de slagerij, maar deden er alles aan omhet gezel- lig te maken.” Haar moeder kreeg veel verdriet te verwerken: ze verloor haar vader, twee broers en een dochtertje van 2,5 jaar oud in de oorlog. “Wij wisten daar niet veel van. Mijnmoeder sprak er wel eens over, maar het verdriet overheerste niet. Mijn ouders waren positieve mensen. Ze waren heel sterk en lieten zich niet snel uit het veld slaan.” Kapsalon Elise Na de lagere school ging Lies naar de Mulo in Veghel. Als klein meisje droomde ze ervan om later ontwikkelingswerk te gaan doen, maar halverwege de Mulo ontstond het idee om het onderwijs in te gaan. Een zuster op de Mulo raadde haar dat echter af, omdat er op dat moment 1.200 werklozen in het onder- wijs waren. Het was haar moeder die Lies op het idee bracht om een kappersopleiding te gaan volgen. Ze ging naar de kappersschool in Den Bosch en na het behalen van haar diplo- ma ging ze aan de slag in een kapperszaak in Vlijmen. Na twee jaar begon ze voor zichzelf met ‘Kapsalon Elise’ aan de Raadhuisstraat. “Mijn ouders hadden hier een huis gebouwd met de bedoeling om zelf op de bovenverdie- ping te gaan wonen. Beneden hadden ze voor mij een kapsalon gemaakt. Omdat mijn broer nog niet oud genoeg was om de slagerij over te nemen, werd de bovenverdieping eerst een tijdje verhuurd. Toen ze er klaar voor waren om hier zelf te komen wonen, had ik inmiddels verkering met Harry en zeiden mijn ouders: ‘Dan gaan jullie hier maar wonen’. Zij zijn toen zelf hier twee huizen verderop gaan wonen en hebben uiteindelijk dus nooit in hun zelf ge- bouwde huis gewoond.” Harry Lies was 18 jaar, toen ze bij UitgaanscentrumVan Berkel in Veghel Harry van Boven leerde kennen. Ze werden verliefd en kregen verkering, maar gingen na anderhalf jaar toch ieder hun eigen weg. “We moesten nog even uitwaaien, denk ik. We hebben altijd contact gehouden. Toen Harry in militaire dienst zat, hebben we elkaar veel brieven geschreven: die heb ik allemaal nog.” Na 3,5 jaar kregen ze opnieuw verkering en in 1972 trouwden ze. In de jaren erna werden ze de trotse ouders van Desirée, Madeleine en Colette. “Het was een drukke tijd, maar met onze fijne hulp in huis was het goed te doen.” In 1989 werd het geluk van het gezin Van Boven wreed verstoord. Harry kreeg lichamelijke klach- ten, maar diverse onderzoeken leidden niet tot een goede diagnose. Op een gegeven moment kreeg Harry zoveel pijn dat hij naar het zieken- huismoest. In Veghel bleek dat hij een hartinfarct had gehad. Diezelfde nacht nog werd hij overge- bracht naar het ziekenhuis in Eindhoven, waar hij overleden is. “Ik verwijt niemand iets, maar als het in deze tijd was gebeurd, was het misschien anders gelopen.” Steun Nog maar 41 jaar was Lies, toen ze achterbleef met drie jonge dochters én de verantwoorde- lijkheid voor zes medewerkers. “Het was een heftige tijd en het duurde even, voor ik weer zin had om dingen te ondernemen, maar met de steun van familie en vrienden kwam ik er doorheen. Mijn dochters hielpen mij ook goed. Het zijn lieve en gemakkelijke meiden.” Ook van klanten ondervond Lies veel steun. “In de kapsalon trof ik mensen die ook van alles had- den meegemaakt en toch weer konden lachen. Daar had ik veel aan.” In 1997 stopte Lies met haar kapsalon. “Ik was er helemaal niet mee bezig om te stoppen, maar het kwam op mijn pad. Ik heb mijn werk altijd met veel plezier ge- daan: het was leuk om mensen mooi de deur uit te laten gaan en ik had met veel klanten een goede band opgebouwd. Maar ik heb er nooit spijt van gehad dat ik gestopt ben. Je kunt op andere manieren ook mensen ontmoeten.” In- middels was haar interesse voor kunst en cul- tuur gewekt. Ze bezocht veel musea en expo- sities, maar ging ook zelf creatief aan de slag. “Ik ben begonnen met cursussen bij Pieter Brueghel, waar ik beelden van brons en kera- miek leerde maken. Fotograferen heb ik ook veel gedaan.” Een paar keer exposeerde ze met haar werken. Zo waren een aantal van haar portretfoto’s tijdelijk te zien in het koetshuis van Kasteel Heeswijk. Hoewel het leven niet altijd lief voor haar was, staat Lies van Boven-de Laat er heel positief in. “Je moet altijd proberen te zien wat er wél is. Dat heb ik van huis uit mee gekregen en geef ik ook door aan mijn kinderen.” Tekst Liseth Kuijs Fotografie Sanne van Rozendaal Vormgeving Ruth Mollema d’n HaDeejer - 7
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=