d'n HaDeejer april 2021

Mijn vader had een timmerwinkel naast de drukkerij van de abdij. Hij deed het onderhoud voor de abdij en een gedeelte van het gymnasium. Bij ons op zolder stonden tijdens de oorlog kasten met spullen van de drukkerij, zodat de Duitsers die niet mee zouden ne- men. En grote heiligenbeelden van de abdij, die we na de oorlog weer naar beneden hebben gebracht door het bovenraam aan de achterkant van het huis. Daar zijn er wel een paar bij gesneuveld. Die hebben we begraven in het Hofpaadje, want dat mocht natuurlijk niemand weten.” Joop: “Ik herinner me nog een heldendaad van mijn vader, dat moet ik even vertellen. Toen hij even naar huis ging met mijn oom samen, terwijl wij bij Bern- rode in de kelder zaten, vonden ze rugzakken met munitie. Die hebben ze naar een veld in de buurt gesleept en verstopt in de begroeiing. Ze bedachten vervolgens dat dat ook niet veilig was. Dus hebben ze een platte kar geregeld en de rugzakken onder een vracht hout naar het knekelhuisje op het kerkhof gebracht. Onderweg kwamen ze Duitsers tegen die de weg vroegen naar Veghel. Het verhaal gaat dat ze hen de weg richting Den Bosch gewezen hebben…” Ans: “Mijn ouders hebben 30 jaar op nummer 4 gewoond en zijn verhuisd naar nummer 2, omdat die grond verkocht werd. Mijn vader wilde het zicht be- houden en heeft er zelf gebouwd. Ik ben inmiddels de langstwonende bewoner van de hele straat: geboren op nummer 4, verhuisd naar nummer 8, toen ik trouwde met Henk, en daarna zijn we samen verhuisd naar num- mer 2, waar mijn moeder bij ons kon wonen. Nu woon ik op nummer 2 bij mijn dochter en haar gezin. Ik kijk dus uit op mijn ouderlijk huis op nummer 4, waar voor mij veel mooie herinneringen liggen.” Bregje: “Bijzonder dat dit huis zo’n geschiedenis heeft. Het is echt een fijn huis. Het is heel degelijk gebouwd, daar hebben we veel profijt van. Het heeft zoveel karak- ter en sfeer. Je komt er echt thuis.”

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=