d'n HaDeejer december 2021

d’n HaDeejer - 13 er lachend bij. Samen lopen ze de straat uit, gaan linksaf en steken de parkeerplaats van de Coop over om bij het hertenkampje te komen. Rayan kijkt nog even om en voelt een glimlach opkomen. Achter hen ontstaat een spoor van twee paar schoenen en vier schapenpootjes. Hij is op avon- tuur en merkt dat de kou uit zijn lijf trekt. Fier voorop met haar neus in de wind Eenmaal aangekomen zien ze al snel dat er bij het herten- kampje niets vreemds gaande is. Het hekwerk is overal intact en de dieren liggen rustig in de stal te slapen. “Zul- len we toch maar doorlopen naar Jan? Volgens mij woont hij hier om de hoek,” zegt Astrid, terwijl ze in vlotte pas doorloopt. Op de eerste keer aanbellen komt geen reactie, maar omdat de lampen binnen aan zijn, proberen ze het nog maar een keer. Bij de derde keer is het raak. “Jaaa?” vraagt de man slaperig, terwijl hij de deur opentrekt. “Hallo Jan, sorry dat we je storen, zo op Eerste Kerstdag, maar weet jij toevallig waar dit schaap vandaan komt? Het stond ineens bij ons in de straat.” “Dag Astrid en hallo meneer, ik heet Jan. Ik heb geen idee waar dit beestje vandaan komt. Het is er in ieder geval geen van ons.” Jan kijkt geamuseerd naar het bijzondere groepje dat voor hem staat. “En storen doe je me niet hoor, ik vier al jaren kerst alleen. Ik was eigenlijk een beet- je weg aan het dutten op de bank, maar voor zoiets mag je me altijd wakker maken. Hebben jullie deze mooie dame al een naam gegeven?” “Ik heet Rayan, prettig kennis met u te maken. Ik denk dat Hope wel een mooie naam voor haar zou zijn. We willen haar heel graag thuis brengen.” Jan denkt even diep na en komt tot de conclusie dat hij eigenlijk niet veel schapenhouders kent. Dan schiet hem iets te binnen. “Toon heeft koeien, maar sinds kort ook een paar schapen. Hij weet misschien wel of er iemand in de buurt een schaap mist. Ik heb geen telefoonnummer van hem, maar het is maar twintig minuutjes lopen. Wacht even, dan trek ik een warme jas aan.” Niet veel later, terwijl het buiten nog steeds sneeuwt en de schemering langzaam valt, lopen er door het dorp een vrouw, twee mannen en een schaap. De eerste drie wat ineengedoken om de kou beter te kunnen trotseren, maar het schaap fier voorop met haar neus in de wind. We willen haar graag thuis brengen Bij Toon zijn alle lampen uit, door het raam zien ze ech- ter een feestelijk gedekte tafel. Je zou denken dat er een heleboel mensen zijn. Dan horen ze iemand roepen vanuit de stal. “Hallo, ik ben hier!” De veehouder komt met ferme stappen uit de stal gelopen, zijn handen drogend aan een oude handdoek. “Een van mijn koeien moest bevallen, het kalfje is net geboren, een vaarsje,” vertelt hij trots als ze dichterbij zijn gekomen. “Ik denk dat ik haar maar Maria noem, op een dag als deze. Maar wat brengt jullie hier?” Het drietal vertelt over de manier waarop Hope hen drieën samen heeft gebracht. Hoe ze in de sneeuw hun weg naar de boerderij van Toon hebben gevonden, in de hoop haar thuis te kunnen brengen. “Tjee, ik zou ook echt niet weten waar ze vandaan komt, maar ik heb wel een plekje voor haar in deze herberg. En als jullie toch geen plannen hebben voor vandaag, dan zijn jullie hier ook meer dan welkom.” Binnen is het heerlijk warm en gezellig. Toon vertelt dat zijn familie zou overkomen vanuit het noorden van het land, maar door de hevige sneeuwval was de reis te gevaarlijk. “En nu zit ik hier met alle ingrediënten voor het kerstdiner. Mijn zussen koken altijd en ik doe de bood- schappen.” Genieten van elkaars gezelschap Even later staat het viertal samen in de keuken. Later wordt aan tafel geproost op Hope en de manier waarop ze ervoor heeft gezorgd dat dit ongewone kwartet aan deze kersttafel terecht is gekomen. Het ene gerecht smaakt nog beter dan het andere. Ze genieten van elkaars verhalen en gezelschap en zijn het erover eens dat dit toch wel de meest bijzondere kerst is, die ze ooit hebben meegemaakt. Als de nacht valt, is het gestopt met sneeuwen en een hel- dere maan verlicht het erf. Het is tijd om naar huis te gaan. Ze nemen afscheid bij de deur, bedanken elkaar voor de fijne avond en Toon voor de gastvrijheid en lopen tot slot nog even langs de stal van Hope om haar ook goedenacht te wensen. Tot hun verbazing komen ze bij een lege stal, Hope is ner- gens te bekennen. Het stro en het hooi liggen er onaange- roerd bij. De emmer met water is nog helemaal vol. Het is net alsof hier nooit een schaap is geweest.

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=