d'n HaDeejer juli 2021
d’n HaDeejer - 27 Buitengewoon gul ontvangen ‘Eerst den 10 Juni 1866 kwam de aanvraag van den Zeer- eerwaarden heer G. Smulders, pastoor te Dinther ter tafel, om aldaar eene afdeeling onzer Zusters te vestigen.’ Aldus opgetekend uit het boek Ter Liefde Gods, dat de geschiedenis beschrijft van de zusters Franciscanessen (voluit ‘Congregatie der Zusters Franciscanessen van de Onbevlekte Ontvangenis der Heilige Moeder Gods) in Veghel, en het wel en wee van het Theresiaklooster te Dinther, uitgegeven in 1944. Initiatiefnemer pastoor Smulders wilde katholiek onder- wijs voor zijn kinderen. Er kwam al snel toestemming van Bisschop Zwijsen. Er werd een ‘doelmatig Gesticht’ gebouwd, zo staat er geschreven. Het zou een afdeling of ‘succursaalhuis’ van het Moederhuis Veghel zijn, toe- gewijd aan de heilige Theresia. Citaat: ‘Den 25 april 1867 betrokken 5 Zusters het gereedstaande huis. Zij werden buitengewoon gul ontvangen. Door de goede zorgen van mej. Panken, die door den Zeereerwaarden Heer Pastoor daarmee belast was, zag het gesticht er keurig uit en was voorzien van al het nodige om te leven.’ Niet altijd koek en ei Het doel van het stichten van het klooster was tweele- dig. Ten eerste kinderen onderwijzen in de plichten van de godsdienst, leren lezen, schrijven en rekenen en in ‘vrouwelijke’ handwerken. Ten tweede het verlenen van andere ‘liefdewerken’ zoals de verzorging van arme vrou- wen en vrouwelijke zieken. Mannen waren in het geheel nog niet in beeld. Later pas werd ook de verzorging van oude mannen als taak gezien. Het onderwijs werd later ook uitgebreid met de ‘bewaarschool’, de latere kleuter- school. Eerste Moeder Overste was Jozef Zijlmans, tevens hoofd der school uiteraard. Vóórdat de zusters hun intrede deden, was er al een school voor meisjes. Opgericht door Adriana Smulders, zus van de pastoor. Na haar dood werd dat werk voort- gezet door haar nicht Anna Panken. Opleiding hadden deze vrouwen niet, evenmin als de eerste zusters. Deze laatsten werden begeleid door een ervaren medezuster uit Veghel. Het was niet altijd koek en ei. De kroniek van het huis spreekt rond 1871 van ‘een splinter van den groten balk des lijdens’. De Zeereerwaarde Heer Pastoor scheen niet tevreden te zijn, voordat Moeder Overste Jozef door een ander vervangen was. Vluchtelingen Al snel bepaalde de pastoor dat meisjes uit arme gezin- nen die geregeld naar school kwamen, in de periode van 1 januari tot 1 mei hun middagmaal bij de zusters kregen. De jongens van arme ouders waren vanaf 1877 ook welkom. Ook wisten de bewoners van de woonwa- genkampen langs de Zuid-Willemsvaart de weg naar het klooster te vinden voor een bordje eten, alsook andere rondtrekkende minderbedeelden. Vanaf 1871 kregen de zusters een opleiding tot gediplomeerd onderwijzeres van Joseph Kemps, hoofdonderwijzer te Dinther. In 1903 werd de ‘kweekschool’ in Veghel opgericht en kregen de zusters daar hun opleiding. Het klooster groeide uit zijn jas en pastoor Smulders wilde een groter ‘liefdesgesticht’ bouwen om ook oude mannen op te kunnen nemen. In 1896 werd het nieuwe klooster in gebruik genomen. Buiten het onderwijs en ouderenzorg namen de zusters door de jaren heen ook ander initiatieven, waarbij ze zeker ook hun sociale betrokkenheid mee lieten spelen. Zo ontvangen de zusters in de Eerste Wereldoorlog 70 Belgische vluchtelingen. In de loop van het voorjaar 1915 zijn de meesten weer vertrokken naar hun woongebied. Sommigen waren in het klooster ondergebracht, de rest in het dorp. Maar allen waren bij de zusters in de kost. Om de zeggenschap van de Franciscanessen in het kloos- ter te vergroten werd in 1922 het klooster gekocht van de parochie. De pastoor had het niet meer voor het zeggen. erenverzorging, dje eten ‘Noortje in haar stoel, dodelijk gewond’
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=