d'n HaDeejer juli 2021

d’n HaDeejer - 29 Bidden, bidden! Tijdens de Tweede Wereldoorlog is er een dagboek bij- gehouden. Enkele fragmenten: ‘19 februari 1944: Burge- meester P. Cornelissen van Wanroy zag zich genoodzaakt onder te duiken. Zelf verborg hij zich in het Zuiden, doch vrouw en kinderen vertrouwde hij aan onze zorgen toe. In een leegstaande kamer van de mannenafdeling werd Mevrouw Cornelissen, onder de schuilnaam van Juff. Kuipers, uit Noordwijkerhout met haar 5 kinderen ge- plaatst. De nieuwsgierige vrouwtjes hoorden haar uit en spoedig deed een verhaal de ronde: Juffrouw Kuipers is in Noordwijkerhout door de Duitsers uit haar huis gezet. De heer van de abdij heeft ze naar Dinther gestuurd. Maar haar man is spoorwachter, en die moet op zijn post blijven…’ 26 september 1944: ’10 uur: de eerste granaten vallen in het dorp. Een zoon van de directeur van de bo- terfabriek wordt dodelijk getroffen en Meester Verheyen ongeneeslijk gewond. De zusters worden geroepen om dat lijk te verzorgen. Vlug, want het wordt gevaarlijk op straat. Tegen acht uur vliegen 8 bommenwerpers laag boven ons huis en blijven cirkelen. We zijn niet bang: het zijn Engelse! 12 uur. De bel voor het middagmaal gaat. Het bombardement begint. Zusters en bewoners zijn in het hele huis verspreid. Tien minuten in doodsnood! Bid- den, bidden! Mijn Jezus barmhartigheid. Terwijl bommen ons huis vernielen, granaten en kogels op de onverklaar- baarste wijze binnen komen, ruiten rinkelen, muren in- storten, liggen, kruipen angstige mensen over de grond. De meeste durven zich niet naar de kelder te begeven, omdat de ingang door zwarte wolken is omgeven, tot een stem roept: ‘Kom naar de kelder’. Langzamerhand waren we allemaal bij elkaar, alleen misten we ons kleine Noortje, ’t jongste dochtertje van Cornelissen. Toen het even rustig werd, vond een der zusters Noortje in haar stoeltje, dodelijk gewond.’ Afscheid Vanaf deze oorlogsjaren tot de beginjaren zestig van de vorige eeuw was een vrij stille periode geweest voor de zusters. De jaren kenmerkten zich door het terugtrekken van de zusters uit diverse werkzaamheden. De roeping tot het kloosterleven werd steeds minder. In het onder- wijs werden meer leken als onderwijskracht aangesteld. Scholen met bijzondere taken werden opgericht. Door de ontwikkelingen in gezondheids- en ouderenzorg werd meer deskundigheid gevraagd van organisatie en perso- neel. Het woord ‘liefdesgesticht’ was ook uit de tijd. De gemiddelde leeftijd van de zusters werd steeds hoger en de gevraagde inzet moeilijker. Er waren in die laatste jaren nog 16 zusters in huis. De laatste Moeder Overste was zuster Maria Elisa. Het werk voor de ouderen werd overgenomen in 1962 door Stichting Bejaardenzorg Dinther Heeswijk Loosbroek. Met dank aan Jan van Gemert, heemkundekring de Wojstap ‘Een splinter van den groten balk des lijdens’

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=