d'n HaDeejer juni 2021
d’n HaDeejer - 9 Ik ben wel een mooiweerschrijver: verenigingen die in de clinch lagen met gemeente of iets dergelijks, stuurde ik door naar de redactie. Inmiddels schrijf ik al ruim 30 jaar. Ik kwam met jubilea of bij bijzondere gelegenhe- den. Bij de Kilsdonkse Molen en ook bij de Solexrace ben ik vanaf het begin betrokken geweest. Zo zie je dingen groeien. Dat vind ik heel fijn om te doen. Ook al is het klein, het is mooi dat je een rolletje kunt spelen en iets kunt betekenen voor de verenigingen, zodat ze meer bekendheid krijgen in de krant. HaDee is voor een correspondent wel het walhalla. Het is rijk aan historie, er is weinig trammelant en er wordt enorm veel georganiseerd. Bij bijeenkomsten van de krant stelde ik me voor als de cor- respondent van ‘het culturele hart van de regio’. Het was als grap, maar ik meende het wel. HaDee is een hele fijne gemeenschap.” Je bent een tijdje jeugdvoorzitter bij Avesteyn geweest. Wat heeft dat je gebracht? “Van dichtbij heb ik kunnen zien wat een club kan betekenen voor zijn leden, maar ook hoeveel vrijwilligers er betrokken zijn. Je kunt ze nooit genoeg loven en prijzen, want het is zo mooi dat er zoveel fijne mensen zijn die de handen mee uit de mouwen steken. We zorgden ervoor dat het voetbal- technisch goed in elkaar zat, maar organiseerden ook heel veel activiteiten voor de jeugd. Ik hoop dat activiteiten weer terugkomen na corona, dat verenigingen weer vooruit kun- nen. Het belangrijkste in het le- ven zijn we immers zelf en de mensen om ons heen. En dan bedoel ik niet alleen eigen familie, maar ook andere sociale contacten.” NOG EVEN OVER JE TIJD OP SCHOOL. Je afscheid van basisschool Het Mo- zaïek is uitgebreid aan bod geweest in verschillende me- dia. Hoe kijk je hierop terug? “Het voordeel van afscheid nemen in deze tijd met al die maat- regelen, is dat je heel veel reacties krijgt per mail / app / kaart: dat zijn blijvende herinneringen, die je nog een keer terug kunt lezen. Er stond regelmatig op ‘Je had altijd humor, maar was wel duidelijk’. Dat zit in mij als persoon. Humor is altijd heel belangrijk geweest om er iets van te maken. Dan kon er daarna weer hard gewerkt worden. Er moet chemie zijn tussen de leraar en de klas. Ik zie wel grote verschillen tussen toen ik begon en toen ik stopte. Het onderwijs zit nu anders in elkaar en het team is tegenwoordig veel groter. Veertig jaar geleden waren zes van de acht leer- krachten mannen. We waren jong, gingen elke donder- dag volleyballen en deden met Kerst mee met het voet- baltoernooi. De eerste 25 jaar van mijn loopbaan als leraar stond ik voor de groep. Het was echt jouw groep. Dat was wel het mooiste, zorgen voor een fijn jaar met elkaar. De mooiste tijd vond ik de periode van Sinter- klaas tot en met Kerst. Dan deden we het hoognodige voor taal en rekenen, verder was het vooral belangrijk om er een fijne gezellige tijd van te maken met verhalen vertellen en knutselen. Ik ben echt een winterkind; die tijd is voor mij altijd belangrijk geweest, misschien wel, omdat ik begin december geboren ben. Zo’n 40 jaar geleden ben ik begonnen met de ict binnen de school en dat is steeds meer uitgebreid, waardoor ik de laatste jaren niet meer voor de groep heb gestaan. Ook dat was mooi om te doen. Ik voel me rijk bedeeld: 45 jaar werken is niet knap, maar je moet het geluk heb- ben dat het goed gaat, dat je gezond blijft. En dat je fijne mensen om je heen hebt. Ik heb altijd fijne collega’s gehad, fijne ouders om mee samen te werken, en fijne kinderen. Het is een fantastische tijd geweest, maar het is nu tijd voor andere belangrijke dingen in het leven.” ‘IK STELDE ME VOOR ALS DE CORRESPONDENT VAN HET CULTURELE HART VAN DE REGIO’
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=