d'n HaDeejer maart 2021

Drie generaties Gilde Sint Willibrordus Dorus is met zijn zes jaar de jongste telg van de familie Van Daal bij het Sint-Willebrordusgilde. Ook zijn vier jaar oudere broer Dieck is vanaf de geboorte onderdeel van de Hees- wijkse vereniging. Beiden zoon van Ruud van Daal (39), die nu 23 jaar lid is en na een korte onderbreking vanwege de voetbalsport, als tamboer actief is. Opa Ben (68) heeft al vele functies binnen het gilde bekleed. Twee keer werd hij Koning, actief met kruisboog- en geweer- schieten, jeu-de-boules, actief klusser aan het nieuwe gilde- huis, maar bovenal dekenrentmeester, die op de schatkist past. Opa Jan was medeoprichter De familie Van Daal stond aan de wieg van de hergeboorte van het gildeleven in Heeswijk. Opa Ben neemt ons mee: “Mijn vader Jan heeft het gilde in 1963 mede heropgericht. Tot zijn dood in 1991 was hij lid. Hij heeft allerlei functies binnen het gilde bekleed en was drie keer Koning. Zelf ben ik pas lid geworden, nadat mijn zoon bij het gilde was, en ook mijn tweelingbroer Hans is al lang bij de vereniging.” Zoon Ruud vervolgt: “Ik ging altijd met mijn opa mee naar het gil- deterrein, naar de schapen waar hij voor zorgde. Ik keek op tegen ouderen en wilde als vijfjarige ook bij het gilde, net als opa. Het leek me leuk om op de trommels te slaan en met een vendel te zwaaien.” Lid vanaf je geboorte In deze eeuw is er een nieuwe traditie ontstaan. Ben: “Kinde- ren van onze leden, die worden geboren, krijgen kraambe- zoek van het bestuur van het gilde en de gildekoning. Het ge- zin krijgt unne krentemik van een meter lang en daarmee is de pasgeboren telg direct lid.” Ruud vult aan: “Het gilde is als een warm bad, waar je je kinderen in wilt onderdompelen. Onze generatie leden wil haar kinderen zelf laten ontdek- ken, wat ze aan het gildeleven kunnen hebben. We zien dat kinderen tussen de 12 en de 16 jaar een keuze maken of ze er echt voor willen gaan. Het gilde geeft veel ruimte om jezelf te zijn. Iedereen is welkom, er is veel diversiteit in de vereni- ging, mensen laten elkaar in hun waarde.” Vrijblijvend en toch betrokken Het lidmaatschap van het gilde biedt aan leden veel ruimte. Ben: “Het gilde is een plek voor ontspanning, gezelligheid en gemoedelijkheid. Er moet niets, als je komt mag je meedoen met de activiteiten. Kinderen van leden ontmoeten hier hun vriendjes en spelen wat rond op het terrein. Vrijheid, blijheid, dat is voor hen voldoende. Als ze willen, mogen ze meedoen met het kruisboogschieten en later het geweerschieten of met het trommelen. Er is dus geen verplichting dat ze elke week moeten komen. Mijn vader Jan zei altijd al: ’Je moet de jeugd niet dwingen.’ Dat is ook waarom wij zoveel jeugdleden hebben én houden.” “Toch is het ook leuk om competitief te zijn bij wedstrijden,” vult Ruud aan. “Een deskundige jury geeft je dan positieve feedback. Zo gaan ontspanning en competitie hand in hand.” Er voor elkaar zijn Ruud: “Het gilde is een plek waar we elkaar ondersteunen. Er is altijd wel iemand, waar je mee kunt delen in goede en minder goede tijden. Het is iets unieks. Iedereen gunt elkaar het beste, ook bij de gildeontmoetingen buiten onze vereni- ging. Door het gilde kom je op veel plekken, waar je ook weer direct de broederschap ervaart. Voor onze kinderen is het een fijne plek, waar ze lekker met hun vriendjes in het groen kunnen spelen. Prachtig om in zo’n vereniging betrokken te zijn; je vader en je kinderen op een andere manier bezig te zien. Ik geniet van alle generaties die door elkaar heen met elkaar activiteiten doen. Het is een nostalgisch gevoel.” Een bijzonder hoogtepunt De jaarlijkse gildedagen noemen ze alle vier als een terug- komend hoogtepunt. Kleinzoon Dieck vertelt enthousiast: “Er was eens een keer een wedstrijd. Er was een heel groot grasveld met allemaal vakken. Daar was papa aan het trommelen, dat vond ik heel leuk!” Waarop Dorus vervolgt: “We waren met mama en Dieck in een tent en toen kwam papa langs gelopen. Hij trommelde. Dat vond ik leuk!” Ruud herinnert zich nog hoe hij als elfjarige als enig jeugdlid mee naar Gent ging en voor alle gildeleden regelmatig een biertje haalde. Hij kreeg er steeds geld voor en daarmee kon hij uren flipperen in de herberg. Ben heeft meerdere hoogte- punten, waaronder de twee keer dat hij Koning werd in 2009 en 2017. “Heel bijzonder was het Willebrordusjaar 1990. We gingen met het gilde een week naar Rome en namen deel aan de Willebrordusactiviteiten daar. In de Heilige Mis in de Friese kerk in Rome, werd mijn vader Jan als Koning gehul- digd door Abt van de Ven, die toen in Rome Abt-generaal van de Norbertijnen was. Dat zal ik nooit meer vergeten!” ‘Het gilde is een plek waar we elkaar ondersteunen. Iedereen gunt elkaar het beste.’ 200 d’n HaDeejer - 105 V.l.n.r.: Ruud, Ben, Dieck en Dorus van Daal Fotografie René Kuijs

RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=