d'n HaDeejer maart 2021

Waar komt je passie voor koken vandaan? “Het was voor mij al vanzelfsprekend om te koken, omdat ik met mijn vrouw de afspraak had: wie het eerste thuis komt van werk, die kookt. In 1992 was ik erbij toen we met carnaval bij de Wildhorst bij Cees de Been met een clubje mannen zaten en kookclub de Wildschare oprichtten. Eerst kookten we in de keuken van de Wildhorst en later in de Toren, maar toen de basiskosten te hoog werden, kookten we bij de deelnemers thuis. We zijn nu nog met zessen over. Elke maand is het gezellig en ontspannend tegelijk!” Wat houdt het koken leuk? “Om de beurt zijn we gastheer en wanneer het bij mij is, begint het al met het uitzoeken van een menu. Het moet eenvoudig zijn, want we maken alles op de dag zelf. Toch vind ik het leuk om elke keer iets bijzonders van internet te halen. Als het bij mij thuis is, ga ik alles inkopen voor alle gerechten. Op de dag zelf, zijn we vanaf een uur of vier bij elkaar. De saamhorigheid, de vriendschap en gezelligheid, dat maakt het koken elke keer weer erg leuk.” Welk gerecht kook je het liefst? “Iets met pasta en vis. Gewoon omdat ik het zelf lekker vind. Eigenlijk wil ik alles maken, zoals bij- voorbeeld stamppot. Dit brengt een bepaalde geur in huis, die bepaalt de sfeer. Je wordt meegeno- men naar vroegere tijden, dat vinden mensen fijn.” De liefde van de man gaat door de maag … “Ik houd echt van eten. Sinds ik met pensioen ben, komen de kilo’s erbij! Ik vind het ook leuk om zelf te experimenteren met eten. Zo vond ik onlangs het receptenboekje van mijn schoonvader (bakker Cranen van Den Dolvert) en ben nu aan het leren om zelf worstenbroodjes te maken.” Welke tip heb je voor je collega-kok? “Eten is een sociaal gebeuren. Mensen moeten het gevoel hebben dat ze in de huiskamer van het restaurant zijn. Ze moeten zich welkom voelen. De chef-kok zou zich best wat vaker mogen laten zien om contact met zijn gasten te hebben en om complimenten te ontvangen. Eltjo kan op het bord toveren!” 200 d’n HaDeejer - 91