d’n HaDeejer - 43 Den Dolvert een laag gelegen stuk grond is aan een waterloop met een doorwaadbare plaats. ‘Dol’ is dan afgeleid van ‘dal’, in de betekenis van laag of aflopend. En ‘vert’ is afgeleid van ‘voort’ dat een naam is voor een doorwaadbare plaats. De naam Dolvert komen we niet vaak tegen en voor het eerst in 1658. In 1139 komt de naam Dinther, gekoppeld aan de kerk, voor het eerst voor in geschreven teksten. De betekenis van deze oude naam, die vroeger Dint-here of Dint-hare luidde, is te herleiden naar ‘ingedeukte langgerekte zandrug’. Omdat de naam Dinther wijst op een naamgeving uit de Frankische tijd, moeten de eerste bewoners gezocht worden op de hogere delen van het dorp. Men is tot de conclusie gekomen dat het akkerdorp met het driehoekige plein en zijn kenmerken eeuwen later gedateerd moet worden. En aan deze kenmerken voldoet ook Den Dolvert grotendeels. De situatie rond 1600 Er mag verondersteld worden dat er in 1600 geen grote verschillen zijn ten opzichte van de situatie van enkele eeuwen daarvoor. Waarschijnlijk was er rondom het hele plein bebouwing met op een enkele plaats wat akkerland. De wegen die er op uitkwamen, konden afgesloten worden door middel van hekken of slagbomen. Hierdoor kreeg men een ruimte waarin het vee werd gedreven en waar het ’s nachts betrekkelijk veilig was. Een bijkomend voordeel was dat de mest die dan geproduceerd werd, niet verloren ging. Een vermelding van ‘hekken’ in die tijd zien we in 1607, toen er een akker werd verkocht. Ten zuiden van Den Dolvert lag vanaf ongeveer 1550 de geheel omwaterde, adellijke huizing Avestein. Het Heilig Hartbeeld In 1927 was pastoor Der Kinderen vijfentwintig jaar pastoor in Dinther. Voor die gelegenheid werd een feestcomité samengesteld met aan het hoofd burgemeester Wagenaar. Dit comité maakte het plan om de jubilaris en de gemeenschap een Heilig Hartbeeld te schenken. Daarnaast ontving de pastoor de koninklijke onderscheiding van Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Om het Heilig Hartbeeld te bekostigen werd een financiële bijdrage van de parochianen gevraagd. Deze bijdrage dekte bij lange na niet de kosten van het geschenk. Er moest nog 2.200 gulden door de parochie zelf worden opgebracht. Ontwerper werd kunstenaar Dorus Hermsen uit Den Haag en uitvoerend kunstenaar Aloïs de Beule met zijn medewerkers uit Gent. Het kunstwerk stelt een staande Christusfiguur voor, die zegenend de rechterhand uitstrekt boven een vrouw met een kind op de arm en die de linkerhand beschermend over een boer met ploeg houdt, die eerbiedig neerknielt. Het materiaal waaruit de groep bestaat is witte Franse steen. De funderingsplaat en de sokkel werden ontworpen door architect F. Nieuwerkerk en uitgevoerd in blauw hardsteen. De afmetingen van het totale monument zijn 402 centimeter hoog, 376 centimeter breed en 277 centimeter diep. Het totale gewicht bedroeg ongeveer 15.000 kilogram. En het geheel werd vanaf ‘s-Hertogenbosch per tram aangevoerd. Op de sokkel is in een kader te lezen: TER EERE VAN DEN KONING DER LIEFDE WERD AO DI 1927 TER HERDENKING VAN HET 25-JARIG HERDERSCHAP VAN PASTOOR DER KINDEREN DIT MONUMENT OPGERICHT DOOR DE DANKBARE PAROCHIANEN. Heemkundekring De Wojstap heeft alles gedocumenteerd. Jan van Gemert schreef ‘Een wandeling over Den Dolvert’ in De Wojstap-Kroniek jaargang 20 en ‘Den Dolvert–Overpeinzingen’ in De Wojstap-Kroniek jaargang 21. Nieuwsgierig naar nog meer? Plan een bezoek.
RkJQdWJsaXNoZXIy MjU2Mzc=